Blijf op de hoogte met onze gratis nieuwsbrief

Wie en Wat Is God? (Zesde Deel)

Pixabay/Pexels

Wie en Wat Is God? (Zesde Deel)

Mysterie der eeuwen (Hoofdstuk Een)

Vervolg van Wie en Wat Is God? (Vijfde Deel)

H

oe is God?

Het woord drieëenheid wordt nergens in de Bijbel gebruikt. Ik zal, naarmate wij verder komen, volkomen duidelijk maken dat God Zichzelf niet tot een „drieëenheid” heeft beperkt. De verrassende waarheid is, eenmaal begrepen, de wonderbaarlijkste openbaring die het menselijke verstand kan opnemen of bevatten!

De allereerste idee of leer dat God een drieëenheid is ontstond in de tweede helft van de tweede eeuw honderd jaar nadat het Nieuwe Testament voor het grootste gedeelte was geschreven. Het valse Christendom, uitgebroed door Simon de Tovenaar, propageerde deze leer krachtig, evenals die van het heidense Pasen. Maar de ware Kerk van God bood er even krachtig weerstand aan. De controverse werd zo hevig dat de vrede in de wereld erdoor werd bedreigd. De toen nog heidense keizer Constantijn riep dit Concilie van Nicea bijeen om de kwestie op te lossen. De medestanders van de Romeinse keizer waren veel groter in aantal dan die van de vervolgde ware Kerk van God.

Een profetie over deze twee kerken kunt u in het boek Openbaring vinden. In het 12e hoofdstuk staat de profetie over de ware, zwaar vervolgde Kerk van God. Jezus noemde haar een „klein kuddeke”. In het 17e hoofdstuk vindt u de profetie over de valse kerk—een zeer grote kerk, door God genoemd: „Een geheimenis: het grote Babylon, moeder van de hoeren” (vs. 5). Zij trok één lijn met en beheerste (zat schrijlings op) de politieke regeringen. De hele wereld zal zich zeer verbazen (vs. 8) als dit religieus-politieke „Heilige Roomse Rijk” van de Middeleeuwen weer tot leven wordt gebracht! Het bevindt zich nu in de voorstadia daarvan, en het zal voortkomen uit de Europese Gemeenschap!

Valse tekst toegevoegd

Er is in de Bijbel slechts één korte passage die gewoonlijk door de aanhangers van de „drieëenheid” wordt gebruikt ter ondersteuning van de drieëenheidsdoctrine. Deze passage is te vinden in 1 Johannes 5:7-8 en staat in de Nieuwe Vertaling tussen teksthaken: „Want drie zijn er, die getuigen [in de hemel: de Vader, het Woord, en de Heilige Geest (de King James Version [of KJV] spreekt van ‘Holy Ghost’); en deze drie zijn één. En drie zijn er, die getuigen op de aarde]: de Geest en het water en het bloed, en de drie zijn tot één.” De woorden die hier tussen teksthaken staan werden waarschijnlijk in het begin van de 4e eeuw aan de Latijnse Vulgaat-vertaling toegevoegd! Ze komen niet voor in enig ouder Grieks handschrift en evenmin in andere vertalingen. Ze werden aan de Vulgaat toegevoegd in de hitte van de controverse tussen Rome en Dr. Arius en Gods volk.

Bijbelcommentaren verklaren dat deze woorden nooit door de apostel Johannes werden geschreven en evenmin voorkomen in de bestaande vroege en latere kopieën van zijn handschrift. In zijn drie brieven en in het boek Openbaring spreekt de apostel Johannes over „de Vader en … de Zoon” (vgl. 1 Johannes 1:3), maar nooit over „de Vader en het Woord”, behalve dan in dit niet geïnspireerde deel van 1 Johannes 5:7-8.

De aartsbedrieger Satan had een gegronde reden om dit misleidende vers te laten opnemen in de Latijnse Vulgaat, vanwaar het in andere vertalingen is geslopen. De drieëenheidsdoctrine schakelt volledig het evangelie van Jezus Christus uit. Zijn evangelie is de boodschap die Hij van God de Vader aan de mensheid bracht: het goede nieuws van het komende Koninkrijk van God. Dit is precies wat Satan boven alles wil vernietigen. Naarmate wij verder gaan zal dit duidelijk worden.

Een wereldbekende evangelist zei eens: „Toen ik jaren geleden de Bijbel begon te bestuderen, was de leer van de Drieëenheid een van de meest complexe problemen waarop ik stuitte. Ik heb het nooit volledig kunnen oplossen, want het bevat het aspect van een mysterie. Ofschoon ik het tot op vandaag niet volledig begrijp, aanvaard ik het als een openbaring van God … Het verklaren en verduidelijken van de Drieëenheid is een van de moeilijkste opgaven voor een Christen.”

Ook maakt men veel gebruik van het feit dat in verband met de Heilige Geest op een aantal plaatsen in moderne vertalingen achteloos het mannelijke voornaamwoord hij is gebruikt. Maar niet altijd: soms wordt in dezelfde vertalingen naar de Heilige Geest verwezen met het. Bijvoorbeeld in de passage die de komst van de Heilige Geest beschrijft voor de oprichting van de Kerk van God op die gedenkwaardige Pinksterdag. [In het Nederlands is het nog moeilijker te onderscheiden. Daar wordt uit grammaticaal oogpunt ‘hij’ gebruikt, omdat volgens Van Dale zowel geest als trooster manlijk zijn en dus taalkundig niet met ‘het’ aangeduid mogen worden. Dit taalkundig geslacht heeft niets met sekse te maken. Vergelijk: de stoel (manlijk), de tafel (vrouwelijk) en het boek (onzijdig.)]

De Heilige Geest uitgestort

De Heilige Geest kwam uit de hemel, hoorbaar, met het geluid van een enorme windvlaag, „en vulde het gehele huis, waar zij gezeten waren.” Vervolgens verscheen de Heilige Geest—werd zichtbaar gemaakt—gemanifesteerd. „En er vertoonden zich aan hen tongen als van vuur, die zich verdeelden, en het [de Heilige Geest in de vorm van verdeelde tongen] zette zich op ieder van hen” (Handelingen 2:2-3). In vers 18 haalt Petrus de profeet Joël aan: „[Ik zal] van mijn Geest uitstorten …” De Heilige Geest kan, evenals water of een andere vloeistof, worden „uitgestort.” Kunt u een persoon uitstorten van de een in de ander, zoals hier van God in de daar bijeengekomen mensen? Johannes 7:37-39: „En op de laatste, de grote dag van het feest, stond Jezus en riep, zeggende: Indien iemand dorst heeft, hij kome tot Mij en drinke! Wie in Mij gelooft, gelijk de Schrift zegt, stromen van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien. Dit zeide Hij van de Geest, welke zij, die tot geloof in Hem kwamen, ontvangen zouden; want de Geest was er nog niet, omdat Jezus nog niet verheerlijkt was.”

En ook in Handelingen 10:45: „… dat de gave van de Heilige Geest ook over de heidenen was uitgestort.”

Samenvatting

Kort samengevat: God is een familie of gezin, op het ogenblik bestaande uit de twee Personen van Johannes 1:1–4, maar met vele duizenden, reeds door Gods Geest verwekte kinderen in Gods ware Kerk. Dezen zullen spoedig bij Christus’ terugkeer op aarde in dat goddelijke gezin worden geboren. Jezus Christus werd, door Zijn opstanding, geboren als een goddelijke Zoon van God (Romeinen 1:1-4)—de eerste die op deze wijze in de Godfamilie geboren is (Romeinen 8:29).

Zowel God en Christus bestaan uit geest, hebben de vorm en gestalte van een menselijke persoon, maar met ogen als vlammen van vuur en een gezicht zo helder als de zon op volle sterkte!

God is Schepper van alles wat bestaat. Zowel God als „het Woord” (dat Christus werd) hebben eeuwig en vóór alles bestaan. Van Hen gaat de Geest van God uit, waarmee God alomtegenwoordig en alwetend is. God de Vader is de goddelijke Vader van de Godfamilie waarin de waarlijk bekeerde Christenen zullen worden geboren. 

Wordt vervolgd …

Moa Ad Nl