Blijf op de hoogte met onze gratis nieuwsbrief

Wie en Wat Is God? (Vierde Deel)

Tim Marshall/Unsplash

Wie en Wat Is God? (Vierde Deel)

Mysterie der eeuwen (Hoofdstuk Een)

Vervolg van Wie en Wat Is God? (Derde Deel)

H

oe is Gods uiterlijk?

Nu meer details over wie en wat God is.

God is Geest (Johannes 4:24). Waarom is God voor zoveel mensen niet werkelijk? Omdat God en het Woord uit geest bestaan, niet uit materie, niet uit vlees en bloed, zoals mensen. God is voor menselijke ogen onzichtbaar (Colossenzen 1:15). Hij schijnt geen werkelijkheid: Om Hem werkelijkheid te doen schijnen wil het verstand van nature een bepaalde vorm en gestalte visualiseren. Maar ook al bestaat God uit geest en niet uit zichtbare materie, God heeft toch een bepaalde vorm en gestalte.

Wat is Gods vorm en gestalte?

In Genesis 1:26 zegt God: „Laat Ons mensen maken naar Ons beeld, als Onze gelijkenis.” De vorm en gestalte van de mens kennen wij. Dat is dan het beeld, de gelijkenis, de vorm en de gestalte van God.

In verscheidene delen van de Bijbel is geopenbaard dat God een gezicht heeft en ogen, een neus, een mond en oren. Hij heeft haar op Zijn hoofd. Er is geopenbaard dat God armen en benen heeft: En God heeft handen en vingers. Geen enkel dier of insect, geen enkele vogel of vis, of enige andere levensvorm die wij kennen, heeft handen als die van een mens. Zelfs al had enig ander levend wezen dat wij kennen een verstand om mee na te denken, dan nog zou het zonder handen en vingers niet de dingen kunnen ontwerpen en maken die een mens maakt.

God heeft voeten en tenen en een lichaam, God heeft een verstand: Dieren hebben hersenen, maar geen denkvermogen zoals dat van de mens.

Als u weet hoe een mens eruit ziet, dan weet u wat de vorm en gestalte van God is, immers Hij maakte de mens naar Zijn eigen beeld, naar Zijn eigen gelijkenis!

Een van Jezus’ discipelen vroeg Hem hoe God de Vader eruit ziet, Jezus antwoordde: „Ben Ik zolang bij u, Filippus, en kent gij Mij niet? Wie Mij gezien heeft, heeft de Vader gezien …” (Johannes 14:9). Jezus leek op de Vader, Jezus was in feite „God met ons” (Mattheüs 1:23). Jezus was de verwekte en geboren Zoon van God.

En wat was het uiterlijk van Jezus? Dat was als dat van een mens, want Hij was tevens de Zoon des mensen. Hij leek zozeer op andere Joodse mannen van Zijn tijd, dat Zijn vijanden Judas omkochten om Hem aan te wijzen en ‘s nachts in een groep mensen vast te stellen wie Jezus was.

Wij weten nu dus dat God dezelfde vorm en gestalte als een mens heeft. Tevens weten wij dat Hij uit geest bestaat en niet zoals de mens uit materie is samengesteld. Geest is voor menselijke ogen onzichtbaar, tenzij gemanifesteerd door een speciaal proces.

En als Zij zo gemanifesteerd zouden zijn, zouden wij zowel God de Vader als Christus nu verheerlijkt in de hemel zien met Hun gezicht, hoewel gevormd als een menselijk gezicht, stralend als de zon in volle kracht! Hun ogen als vuurvlammen, Hun voeten als gloeiend koper en Hun haar wit als sneeuw (Openbaring 1:14-16).

Gods aard en karakter

Het belangrijkste van alles is echter wel hoe Gods aard, hoe Zijn karakter is. Men kan niet weten wat God is, tenzij men weet wat Zijn karakter is!

Het karakter van zowel God de Vader als Christus de Zoon is dat van geestelijke heiligheid, rechtvaardigheid en absolute volmaaktheid.

Dit karakter kan worden samengevat in het ene woord liefde, gedefinieerd als een onzelfzuchtige, liefhebbende zorgzaamheid. Het is de weg van geven, dienen, helpen, delen, niet de weg van „nemen”.

Het is de weg die gespeend is van begeerte, van wellust en hebzucht, van ijdelheid en zelfzucht, van wedijver, strijd, geweld en verwoesting, naijver en jaloezie, wrok en verbittering.

Gods onvervreemdbare natuur is de weg van vrede, en gerechtigheid, barmhartigheid, geluk en vreugde die uitstralen naar degenen die Hij heeft geschapen!

Het Woord en God leefden. Wat deden Zij? Zij schiepen. Hoe leefden Zij, wat was Hun „levensstijl”? Zij leefden volgens de weg van hun volmaakte karakter, de weg van onzelfzuchtige liefde. Toen Jezus werd gedoopt, zei God de Vader: „Gij zijt Mijn geliefde Zoon.” God had het Woord lief En het Woord had God lief en gehoorzaamde Hem volledig.

Twee kunnen niet samengaan, tenzij zij het eens geworden zijn. Zij stemden volkomen overeen en werkten volledig samen. Bovendien kunnen twee niet in voortdurende vrede samengaan, tenzij er een het hoofd is, of de leider, iemand die het voor het zeggen heeft. God was de leider.

Hun levenswijze bracht volmaakte vrede, samenwerking, geluk, vervulling. Deze wijze van leven werd tot wet. Een wet is een gedragscode of relatie tussen twee of meer mensen. Men zou de regels bij een sportwedstrijd de „wet” van het spel kunnen noemen. Het bestaan van een wet vereist een straf op de overtreding ervan. Er kan geen wet zijn zonder straf op de schending ervan.

God—Schepper van gezag

De realiteit van de wet vooronderstelt een regering. Regeren is het uitvoeren en handhaven van de wet door iemand die het gezag heeft. Dit vereist gezaghebbend leiderschap—iemand met volmacht.

Toen de enige bewust levende Wezens bestonden, was God de leider, degene met de grootste macht. Dus zelfs toen de enige bewuste levende Wezens God en het Woord waren, was er een regering, met God als het allerhoogste gezag. De regering van God is noodzakelijkerwijze een regering van boven naar beneden. Het kan geen „regering met goedkeuring van de onderdanen” zijn. De wetten ervan zijn door God in het leven geroepen en bekendgemaakt; ze zijn nooit uitgevaardigd door het volk, geen dictaat van de onderdanen over hoe de regering boven hen over hen moet regeren. Daar zij andere bewuste, denkende, levende wezens schiepen, plaatst juist dit feit de regering van God nood­zakelijkerwijze boven de gehele schepping, met God als de allerhoogste Heerser.

Onze menselijke cultuur heeft het voorrecht van wetgeving zichzelf toegeëigend. Menselijke regeringen, hetzij van een stad, een provincie, een deelstaat of een natie, hebben wetgevende lichamen, gemeenteraden, deelstaatregeringen, congres, parlement, Reichstag, Diet of Knesset. Maar 6000 jaar menselijke ervaring toont de totale onbekwaamheid van de mens om te beslissen wat juist en wat verkeerd is, of wetten op te stellen voor gedrag en relaties van de mens.

De wetgevende lichamen van de mens hebben zoveel wetten gemaakt, dat de gemiddelde politieagent in een stad onmogelijk zelfs maar 1/6 van de wetten kan onthouden die hij wordt geacht te handhaven. Sommigen herinneren zich misschien een stripverhaal in Amerikaanse dagbladen. „There ought to be a law” („Daar moet een wet voor komen”). Deze strip dreef de spot met het idee dat menselijke wetgevers zoveel wetten hebben gemaakt en toch falen om in iedere mogelijke schending te voorzien.

Gods wet is geestelijk en kan worden samen­gevat in één eenvoudig maar allesomvattend woord: liefde. Zijn wet als richtsnoer voor het gedrag van de mens is onderverdeeld in de twee grote geboden: liefde jegens God en liefde jegens de naaste. Deze zijn op hun beurt in de Tien Geboden onderverdeeld. Jezus verruimde deze wet door te laten zien hoe het principe ervan zich zo uitbreidt dat nagenoeg iedere mogelijke overtreding van de mens erdoor wordt bestreken. Het derde hoofdstuk van 2 Corinthe toont dat Gods wet als principe moet worden toegepast. Dit is samen te vatten in één enkel woord: liefde. Desalniettemin is deze wet zo volmaakt dat ze door het toepassen van het principe ervan, een volledige wet is. Er is slechts één volmaakte wetgever, en dat is God.

Houd in gedachten dat de regering van God berust op de wet van God, dat is de levenswijze van onbaatzuchtige liefde, samenwerking, zorgzaamheid voor het welzijn van de onderdanen. En deze wet van God veroorzaakt vrede, geluk en samenwerking door gehoorzaamheid.

God is een familie

Nu nog eens naar Genesis 1:1: „In den beginne schiep God …” Dit werd oorspronkelijk door Mozes geschreven op inspiratie van God. Mozes schreef in het Hebreeuws. Het Hebreeuwse woord dat als „God” is vertaald is Elohim, een substantief of een naam, in meervoudsvorm, maar meestal enkelvoud in het grammaticale taalgebruik. Het is eenzelfde soort woord als familie, kerk, groep: één familie bestaande uit twee of meer leden; één kerk samengesteld uit vele leden; één groep van verscheidene personen.

Het verwijst naar precies dezelfde „Personen” die de ene God vormen, zoals wij in Johannes 1:1 vonden: het Woord en God—en elk van deze twee Personen is God.

Met andere woorden: God is nu een gezin, tot dusverre bestaande uit slechts twee Personen: God de Vader en Christus de Zoon. Indien evenwel de Heilige Geest van God in iemand woont, en deze door Gods Geest wordt geleid, dan (Romeinen 8:14) is hij een verwekte zoon van God. En ten tijde van Christus’ terugkeer naar de aarde in opperste macht en glorie om het Koninkrijk van God op te richten, om de regering van God die door Lucifer was afgeschaft te herstellen, zullen allen die door Gods Geest worden vervuld en geleid geboren zonen van God worden. Het goddelijke gezin of de Godfamilie zal dan alle volken regeren met de herstelde regering van God!

De doctrine van de „drieëenheid” beperkt God tot een vermeende drie Personen. Deze leer vernietigt het ware evangelie van Jezus Christus! Zijn evangelie is het goede nieuws van het nu spoedig komende Koninkrijk van God de enige hoop van deze wereld en zijn verwarde mensheid!

De drieëenheidsdoctrine daarentegen is de doctrine van de grote valse religie die in Openbaring 17:5 wordt genoemd: „Een geheimenis: het grote Babylon, moeder van de hoeren en van de gruwelen der aarde.”

Met deze doctrine, en nog andere, heeft Satan het gehele traditionele Christendom misleid. 

Wordt vervolgd …

Moa Ad Nl