(Laib Khaled/Unsplash)
Nationale Grootheid Aan Israël Beloofd—Nooit door de Joden ontvangen—Waarom niet? (Derde Deel)
Vervolg van Nationale Grootheid Aan Israël Beloofd—Nooit door de Joden ontvangen—Waarom niet? (Tweede Deel)
H
et Davidisch Verbond
Vanwege de ruimte kunnen we slechts kort het in de Bijbel vermelde verbazingwekkende Davidische verbond citeren. Evenals het verbond met Abraham, maakte God het Davidisch verbond onvoorwaardelijk en onverbrekelijk.
David wilde een grote tempel bouwen als Gods huis in Jeruzalem. De Almachtige antwoordde hem: “Wanneer uw dagen vervuld zijn en gij bij uw vaderen te ruste zijt gegaan, dan zal Ik uw nakomeling, uw eigen zoon, na u doen optreden, en Ik zal zijn koningschap bevestigen” (2 Sam. 7:12). Dit was natuurlijk Davids zoon Salomo, die na hem de troon besteeg.
“Die zal mijn naam een huis bouwen,” vervolgde God,—en inderdaad bouwde Salomo de tempel—“en Ik zal zijn koninklijke troon VOOR IMMER bevestigen” (vs. 13).
Let hier op! De troon van David, waarop Salomo plaats nam, zou VOOR EEUWIG bevestigd worden! Als die troon ooit ophield te bestaan, dan zou Gods belofte hebben gefaald!
Sommigen zeggen echter dat de belofte voorwaardelijk was op de gehoorzaamheid van Salomo en de toekomstige lijn van koningen of hun volk. Let op het schriftuurlijke antwoord hierop. “Ik zal hem tot een vader zijn, en hij zal Mij tot een zoon zijn. WANNEER hij ongerechtigheid bedrijft zal Ik hem tuchtigen met een roede der mensen en met slagen der mensenkinderen. MAAR”—ja, let op dit MAAR—“mijn goedertierenheid zal van hem niet wijken, ZOALS IK haar heb doen wijken van Saul, die Ik voor uw aangezicht heb weggedaan” (vs. 14-15). Sauls dynastie hield op te bestaan. God belooft dat Hij nooit de troon van Davids linie op deze manier zal wegnemen. Davids dynastie zal geen einde hebben. Doorgaande met het volgende vers: “Uw huis en uw koningschap zullen VOOR IMMER bestendig zijn voor uw aangezicht, uw troon zal vast staan VOOR ALTIJD.”
Door Alle Generaties Heen
Deze troon zou niet alleen voor eeuwig bevestigd zijn, hij zou ook ononderbroken voor eeuwig bestaan—door alle generaties heen!
“Met mijn uitverkorene heb Ik een verbond gesloten, aan mijn knecht David heb Ik gezworen: Voor altoos zal Ik uw nakroost [zijn dynastie] bevestigen, en uw troon bouwen van geslacht tot geslacht” (Ps. 89:3-4). Merk dat op! Die troon zal eeuwig blijven bestaan: “als de maan zal hij voor altoos vaststaan, en de getuige aan de hemel is getrouw.” Lees de verzen 28-37
“Want zo zegt de Here: Nimmer zal het David ontbreken aan een man, die op de troon van het Huis van Israël gezeten is” (Jer. 33:17). Voor zover we uit de geschiedenis weten was Zedekia van Juda de laatste koning uit Davids dynastie die op die troon zat en die in 585 voor Chr. stierf waarbij de Joden een volk in ballingschap werden en al zijn zonen en alle edelen van Juda gedood werden. Er bestaat geen historisch verslag van een voortzetting van de troon vanaf dat jaar. Ontbrak het David toen aan iemand die op zijn troon zat en van die dag af zijn dynastie voortzette?
Sommigen zeggen dat Christus de troon overnam. Maar dat is niet zo. In plaats daarvan werd Hij gekruisigd, opgewekt en ging naar de hemel. Hij zal komen, en dat zal nu spoedig gebeuren, om op die troon te zitten als Koning der koningen en Heer der heren. Maar hoe kan Jezus Christus, wanneer Hij naar de aarde terugkeert, die troon overnemen en daarop plaatsnemen, wanneer die troon lang geleden ophield te bestaan?
Zal Christus naar een
Niet-bestaande Troon Komen?
Als de troon van David met Zedekia ophield te bestaan, dan bestaat hij vandaag de dag niet. En als hij nu niet bestaat, hoe zal Christus dan op een niet-bestaande troon zitten? (Zie Lucas 1:31-32.) En aangezien hij door alle generaties heen zou blijven bestaan, hoe zit het dan met de vele generaties tussen Zedekia en de geboorte van Jezus?
“Zo zegt de Here: Indien gij mijn verbond aangaande de dag en de nacht kunt verbreken, zodat er geen dag en nacht meer zou zijn op hun tijd, dan zal ook mijn verbond met mijn knecht David verbroken worden, dat hij geen zoon meer hebben zal, die koning is op zijn troon” (Jer. 33:20-21). Dag en nacht duren nog steeds voort. En Davids troon?
Maar wat zeggen de mensen? “Hebt gij niet gemerkt, wat dit volk spreekt: De twee geslachten, die de Here verkoren heeft, heeft Hij verworpen? En mijn volk verachten zij, alsof het in hun ogen geen volk meer is” (vs. 24).
Maar wat zegt God? “Zo zegt de Here: Indien Ik mijn verbond aangaande de dag en de nacht, de verordeningen van hemel en aarde, niet heb vastgesteld, dan zal Ik ook het nakroost van Jakob en mijn knecht David verwerpen, dat Ik uit zijn nazaten geen heersers neem over het nageslacht van Abraham, Izaäk en Jakob” (vs. 25-26). Dat is sterke taal! Tenzij u deze oude aarde kunt beletten om haar as te draaien; tenzij u zon, maan en sterren van de hemel kunt verwijderen, kunt u Hem niet weerhouden om Zijn verbond ononderbroken te handhaven, door, door alle generaties heen, eeuwig, vanaf de tijd van David en Salomo, een afstammeling van David in één ononderbroken dynastie op die troon te doen zitten!
Hij zou niet noodzakelijkerwijs over het hele Huis van Israël, of de Joden behoeven te regeren, maar tenminste over sommigen van hen, en genoeg om een natie te vormen.
Denk nog eens aan de scepterbelofte, die deze lijn van koningen omvat totdat ze culmineert in Christus bij Zijn tweede komst: “De scepter zal van Juda niet wijken, noch de heersersstaf van tussen zijn voeten, TOTDAT Silo [Christus] komt, en hem zullen de volken gehoorzaam zijn” [of zoals de KJV zegt: “tot Hem zullen de volken vergaderd worden”] (Gen 49:10).
De Test of de Bijbel Waar is
Is de scepter van Juda geweken? Heeft de troon opgehouden te bestaan? Of bestaat hij vandaag nog, zoals God zo vast heeft beloofd, zodat Christus een functionerende, continuerende troon over kan nemen en daarop kan plaatsnemen wanneer Hij komt? De onfeilbaarheid van de Bijbel staat op het spel! Gods Woord staat op het spel! ▪
Wordt vervolgd …