Jeremy Bishop/Unsplash
Het Mysterie van Engelen en Boze Geesten (derde Deel)
Vervolg van Het Mysterie van Engelen en Boze Geesten (tweede Deel)
D
e allerhoogste creatieve daad
God wijst engelen verantwoordelijkheden toe, maar God schiep in hen een verstand—met het vermogen om te denken, te redeneren, te kiezen en beslissingen te nemen!
Er was evenwel een hoogst belangrijke kwaliteit die zelfs de scheppende vermogens van God niet ogenblikkelijk door een wilsbesluit konden scheppen: hetzelfde volmaakte, heilige, rechtvaardige karakter dat zowel God als het Woord eigen is!
Dit soort karakter moet worden ontwikkeld, door de keuze en de bedoeling van degene in wie het tot stand komt.
Let dus goed op deze hoogst essentiële waarheid: dit volmaakte, heilige en rechtvaardige karakter is de allergrootste prestatie die voor de Almachtige God de Schepper mogelijk is. Tevens is dit het middel tot Zijn hoogst mogelijke doel! Zijn uiteindelijke doelstelling!
Maar hoe?
Ik herhaal, een dergelijk volmaakt karakter moet worden ontwikkeld. Het vereist de vrije keuze en beslissing van elk afzonderlijk wezen in wie het moet worden geschapen. Maar zelfs dan nog moet het bovendien geleidelijk worden ingegeven door en vanuit de Heilige God die, als enige, zulk rechtvaardig karakter kan schenken. Maar wat bedoelen wij met rechtvaardig karakter?
Volmaakt, heilig en rechtvaardig karakter is het vermogen in een zelfstandig wezen de ware en rechte weg van de valse te kunnen onderscheiden, om zich vrijwillig, volledig en onvoorwaardelijk aan God en Zijn volmaakte weg over te geven, zich te onderwerpen om door God te worden overwonnen—te beslissen, zelfs tegen verleiding en zelfzucht in, om juist te leven en te handelen. En zelfs dan nog is zulk heilig karakter de gift van God. Het wordt gevormd door overgave aan God, opdat Hij Zijn wet (Gods juiste levenswijze) kan indruppelen in het wezen dat daartoe beslist en kiest. In feite komt dit volmaakte karakter alleen van God, die het indruppelt in de door Hem geschapen entiteit, op diens vrijwillige toestemming, na zware beproeving en toetsing.
Ik heb enige alinea’s aan dit punt gewijd omdat het ‘t allerhoogste middel is in Gods algemene doelstelling!
Nu iets over de prehistorische engelen: 1e God schiep hen met een verstand dat in staat is tot denken, redeneren, kiezen en beslissen met een eigen wil; en 2e God openbaarde hun duidelijk Zijn ware en rechtvaardige weg. Noodzakelijkerwijs stond Hij hen evenwel toe uit eigen vrije wil Gods juiste weg te aanvaarden, dan wel zich tot tegengestelde wegen van eigen vinding te wenden.
Wat was Gods uiteindelijke bedoeling met de engelen? Ongetwijfeld is het dat wat nu, wegens de opstand der engelen, het alles te boven gaande potentieel van de mens is geworden!
Als proefterrein, en als gelegenheid voor positieve en actieve creatieve prestaties, schiep God het gehele onmetelijke materiële universum. Allereerst had God engelen geschapen. Voor engelen en voor mensen die later zouden worden geschapen, vormde God daarna de aarde en het gehele universum en bracht het tot bestaan.
God schiep nu niet alleen materie, maar daarbij en daarin energie en de wetten die de mens op het gebied van de natuurkunde en chemie heeft ontdekt. God gebruikte materie voor de vorming van zowel de organische als de anorganische stoffen.
En zo komen wij aan wat er in Genesis 1:1 is geopenbaard: „In den beginne [van het fysieke universum] schiep God de hemel[en] en de aarde.” Deze zijn stoffelijk en fysiek.
Zoals eerder opgemerkt staat in de meeste vertalingen het woord hemel in het enkelvoud. Dit woord werd echter oorspronkelijk door Mozes in het Hebreeuws geschreven. En in het Hebreeuws staat het woord in het meervoud—hemelen—en omvat daarom niet alleen onze aarde, maar het gehele materiële heelal.
Dit is dan ook een indicatie dat in die tijd, na de schepping van de engelen, het gehele universum tegelijk met de schepping van onze aarde tot bestaan werd gebracht. Sterke aanwijzingen hiervoor vind ik in andere bijbelse gegevens en ook wordt het in Genesis 2:4 duidelijk zo gesteld.
De volmaakte schepping
De oorspronkelijke, door Mozes geschreven Hebreeuwse woorden impliceren een volmaakte schepping. God openbaart Zich als Schepper van volmaaktheid, licht en schoonheid. Iedere verwijzing in de Bijbel beschrijft de staat van elk voltooid aspect van Gods schepping als „zeer goed” of volmaakt.
Dit eerste vers van de Bijbel spreekt over de oorspronkelijke fysieke schepping in haar geheel—het universum, inclusief de aarde, wellicht miljoenen jaren geleden—als een perfecte schepping, van grote schoonheid en volmaakt, voor zover de schepping ervan een voltooid werk was. God is een perfectionist!
In Job 38:4 en 7 spreekt God meer in het bijzonder over de schepping van deze aarde. Hij zei dat alle engelen (geschapen „zonen van God”) bij de schepping van de aarde van vreugde juichten. Dit openbaart dat engelen werden geschapen vóór de schepping van de aarde en waarschijnlijk voordat het stoffelijke universum werd geschapen. De zonnen, planeten en andere hemellichamen zijn van een stoffelijke substantie. Engelen zijn afzonderlijk geschapen geestelijke wezens, samengesteld uit uitsluitend geest.
Voor velen zal het een verrassing zijn te vernemen dat voor de schepping van de mens engelen deze aarde bewoonden. Deze passage in Job impliceert dat.
De engelen op aarde zondigden
Ook andere passages geven aan dat er vóór de mens engelen op aarde waren. Zie 2 Petrus 2:4-6. Chronologisch komen eerst „engelen, die gezondigd hadden”. Vervolgens komt chronologisch de antediluviaanse wereld die met Adam begon en voortduurde tot aan de Zondvloed. Daarna Sodom en Gomorra.
Dit boek der boeken, dat de geopenbaarde kennis van de Schepper-God bevat, zegt ons dat God engelen schiep die zijn samengesteld uit geest. Maar kunt u zich voorstellen dat engelen tot zonde overgingen? Engelen werden geschapen met denkvermogen, met het vermogen om te beslissen en te kiezen, anders zouden zij geen individueel karakter hebben. Daar zonde de overtreding van Gods wet is, kwamen deze engelen in opstand tegen Gods wet, het fundament van Gods regering.
Maar hoe en wanneer zondigden deze engelen?
Let goed op wat er wordt geopenbaard in 2 Petrus 2:4-5: „Want indien God engelen, die gezondigd hadden, niet gespaard heeft, maar hen, door hen in de afgrond (hel—SV) te werpen, aan krochten der duisternis heeft overgegeven om hen tot het oordeel te bewaren; en de wereld van de voortijd niet gespaard heeft, maar Noach, de prediker der gerechtigheid, met zeven anderen bewaard heeft, toen Hij de zondvloed over de wereld der goddelozen bracht.” Het woord „afgrond” in bovenstaande passage is een vertaling van het Griekse tartaroo, van tartaros, dat op geen enkele andere plaats in de Bijbel voorkomt. Tartaros betekent een plaats of toestand van aan banden gelegd zijn.
Deze verzen tonen aan dat wereldomvattende zonde wereldomvattende verwoesting op de fysieke aarde brengt. De antediluviaanse zonde, culminerend in de Zondvloed, was een wereldomvattende, universele zonde. „… de aarde was vol geweldenarij … want al wat leeft had zijn weg op de aarde verdorven” (Genesis 6:11-12). „Maar Noach vond genade in de ogen des Heren … Noach was onder zijn tijdgenoten een rechtvaardig en onberispelijk man; Noach wandelde met God” (vers 8-9). Alle vlees had gezondigd op de gehele aarde. Alleen Noach „wandelde met God”. Dus de Zondvloed verwoestte de gehele aarde—alles behalve Noach en zijn gezin.
De homoseksuele en andere zonden van Sodom en Gomorra verbreidden zich over het gebied van deze twee steden. En de gehele omgeving werd door fysieke verwoesting getroffen. De zonde van de engelen was wereldomvattend; de verwoesting van het fysieke was wereldomvattend. (En, zoals in hoofdstuk 7 zal worden verklaard, er is reden om te geloven dat het gehele universum door verwoesting werd getroffen.)
De hierboven aangehaalde verzen plaatsen het zondigen van de engelen vóór de antediluviaanse zonden die met Adam begonnen, vóór de schepping van de mens. En dat moet een verrassende openbaring zijn van één aspect van het mysterie! Engelen bewoonden deze aarde vóór de schepping van de mens.
In Jesaja 14 en Ezechiël 28 wordt geopenbaard dat God de aartsengel Lucifer [Morgenster], een cherub, op de aarde op een troon plaatste. Hij werd erop geplaatst als machthebber over de gehele aarde. God wilde dat hij de aarde zou besturen door overal op de aarde de regering van God uit te voeren. En de regering van God werd uitgevoerd op aarde tot de opstand van de zondigende engelen.
Hoelang deze engelen vóór de schepping van de mens de aarde bewoonden is niet geopenbaard. Het kan miljoenen, of zelfs miljarden jaren zijn. Meer daarover later. Maar deze engelen zondigden. Zonde is de overtreding van Gods wet (1 Johannes 3:4). En Gods wet is het fundament van Gods regering. Dus wij weten dat deze engelen, klaarblijkelijk een derde van alle engelen (Openbaring 12:4), zondigden en tegen de regering van God in opstand kwamen. En zonde brengt straffen met zich mee. De straf voor de zonde van de engelen is niet de dood, zoals voor de mens. Engelen zijn geestelijke wezens en kunnen niet sterven. Deze geestelijke wezens hadden heerschappij gekregen over de fysieke aarde als bezit en als woonplaats.
De universele, wereldomvattende zonde der engelen liep uit op de fysieke verwoesting van het aardoppervlak. ▪
Wordt vervolgd …