Mario Purisic/Unsplash
Het Mysterie van de Kerk (vierde deel)
Vervolg van Het Mysterie van de Kerk (derde deel)
J
ezus—de geestelijke verlosser
Jezus kwam tevens als geestelijke verlosser, teneinde Gods mensen, ieder op zijn tijd, van hun zouden te redden, opdat zij kunnen worden geboren in het goddelijke gezin—de Godfamilie (Mattheüs 1:21).
Immers, de boom des levens, symbool van de Heilige Geest, was na de zonde van Adam bij de grondlegging van de wereld voor de mensheid ontoegankelijk gemaakt. Wat de wereld niet weet is dat de Geest van God voor de mensheid als geheel ontoegankelijk werd gemaakt, totdat de tweede Adam daadwerkelijk Satan verwijdert en de regering van God op de aarde herstelt.
Wat de mensheid als geheel betreft, werd ten tijde van Adams zonde bepaald dat de mensen eenmaal moesten sterven en dat na de dood, de opstanding ten oordeel zou volgen (Hebreeën 9:27).
De Heilige Geest werd niet gegeven aan het oude volk Israël. Omdat God voor een specifiek doel, in voorbereiding op het behoud van de mensheid, profeten riep en verwekte, was het noodzakelijk, opdat zij de functie waartoe zij waren geroepen konden vervullen, dat er een uitzondering werd gemaakt en zij met de Heilige Geest zouden worden vervuld.
Op dezelfde wijze is het noodzakelijk, daar God door Jezus Christus nu Zijn Kerk roept voor een specifieke functie in voorbereiding op de vestiging van Zijn koninkrijk en regering over alle volken, dat voor de Kerk dezelfde uitzondering wordt gemaakt en dat de leden ervan door de Heilige Geest van kracht worden voorzien.
God gaf de profeten beslist niet de kracht van de Heilige Geest met alleen het doel hun behoud te geven. Evenzo roept God uit deze wereld geen heiligen louter voor hun behoud en toegang tot Zijn koninkrijk. God zou de persoon aanzien, als Hij in deze tijd de weinigen van Zijn Kerk roept en ondertussen weigert anderen tot behoud te roepen.
Als God behoud zou openstellen voor het kleine aantal mensen van Zijn Kerk, louter om hun behoud te geven, terwijl Hij de overgrote meerderheid van de wereld zou uitsluiten tot later, dan zou God beslist iemand zijn die de persoon aanziet en die de wereld als geheel discrimineert. Jezus zei duidelijk dat niemand tot Hem kan komen, tenzij God de Vader hem trekt (Johannes 6:44). Een belijdend Christendom gelooft precies het tegendeel. Dit valse Christendom leert dat God in deze tegenwoordige tijd iedereen roept en probeert te behouden. Als dat zo was, dan zou Satan beslist een grote overwinning op God behalen. De overgrote meerderheid der mensen weet immers weinig of niets over Christus of over behoud door Hem.
Volgorde in behoud
Gods meesterplan omvat het aanbod van behoud en eeuwig leven aan ieder individu dat ooit is geboren, maar Zijn plan eist dat dit in een bepaalde volgorde gebeurt.
Degenen die in deze tijd uit de wereld en in de Kerk worden geroepen, worden geroepen met een speciaal doel en voor een speciaal werk. Dit speciale werk is het mogelijk te maken hen geestelijk op te leiden om te helpen bij de bekering van de mensheid als geheel. Zij worden geroepen in een tijd waarin zij worden vervolgd en bestreden door Satan en door de rest van de wereld. De rest van de wereld zal worden geroepen in een tijd waarin Satan is verwijderd en de mensen door Christus met de dan onsterfelijke heiligen in het Koninkrijk van God worden bijgestaan en geholpen.
Satan heeft het verstand van de ongelovige wereld en het belijdende traditionele „Christendom” voor dit feit verblind (2 Corinthiërs 4:4). Satan heeft de gehele wereld misleid, met inbegrip van een belijdend traditioneel „Christendom” (Openbaring 12:9).
De belijdende Christenen noch hun geleerde theologische leiders van vandaag begrijpen de belangrijkste doelen waarvoor Jezus Christus kwam!
Jezus kwam niet om Satans wereld te redden, terwijl Satan op de troon zit om de mensen te misleiden. Jezus zal de wereld redden bij Zijn wederkomst, wanneer Satan wordt verwijderd. Waarom kwam Jezus dan ruim 1900 jaar geleden? Niet om te regeren, niet om alle naties te besturen, niet om de wereld te redden, terwijl Satan nog over hen regeert.
Zijn geboorte als mens was de komst van de „tweede Adam”. Hij kwam 1o om zich te kwalificeren waar de eerste Adam faalde, teneinde de voormalige aartsengel Lucifer op de troon van de aarde te vervangen en met de regering van God te regeren. Hij kwam 2o om de toekomstige vestiging van het Koninkrijk van God aan te kondigen en dit profetische goede nieuws (evangelie) aan Zijn aankomende apostelen te onderwijzen. Hij kwam 3o om als onze directe Schepper de straf voor onze zonden op zich te nemen door Zijn dood aan het kruis, opdat wij aan die komende wereld deel zouden hebben. En Hij kwam 4o om door God uit de dood te worden opgewekt, waardoor eeuwig, goddelijk leven mogelijk zou worden voor het volk van God en na Zijn wederkomst voor allen die willen, voor iedereen van de hele mensheid die ooit op deze aarde heeft geleefd. En Hij kwam 5o om Gods Kerk op te richten, om de Kerk op te leiden voor het regeren onder Hem.
Ondertussen regeert Satan
Ondertussen beheerste en regeerde al 4000 jaar sinds de eerste Adam de listige en boosaardige Satan op een onzichtbare wijze een mensheid die van ieder contact met en kennis van God is afgesneden! Hij zit nu nog steeds op die invloedrijke troon. Hij voert echter niet Gods regering uit, maar manipuleert op een geraffineerde manier de gehele mensheid om te leven onder het precieze tegendeel van de wet van Gods regering. Dat wil zeggen volgens de wegen van ijdelheid, begeerte, wedijver, strijd en geweld, in plaats van in Gods weg van onbaatzuchtige zorgzaamheid, samenwerking, vrede, geluk en vreugde.
Onmiddellijk na de geboorte van het kind Jezus trachtte Satan, door middel van de door de Romeinen aangestelde koning Herodes, de toekomstige Koning fysiek te vernietigen (Mattheüs 2:13-15). Maar God waarschuwde Jozef en Maria om met het Christus-kind naar Egypte te vluchten, totdat koning Herodes dood was.
Toen Jezus ongeveer 30 jaar oud was, was Hij gereed om een begin te maken met de keuze van Zijn apostelen en hun Zijn boodschap van God voor de mens, Zijn Evangelie, bekend te maken en te onderwijzen. Eerst echter was het noodzakelijk dat Hij zich zou kwalificeren om Satan te vervangen en het Koninkrijk van God op te richten door de duivel te overwinnen.
Dit was wellicht de belangrijkste, gewichtigste, de meest beslissende confrontatie en strijd die ooit in het universum heeft plaatsgevonden. De details ervan staan beschreven in Mattheüs 4.
De strijd der eeuwen
Jezus vastte 40 dagen en 40 nachten; Hij gebruikte voedsel noch water. Maar in Zijn fysieke zwakheid werd Hij geestelijk versterkt. Satan maakte nu gebruik van zijn meest sluwe, listige, tirannieke vermogens tot misleiding. Hij moet hebben gedacht dat hij werkelijk de Christus kon beetnemen en geestelijk verslaan. Satan wist heel goed dat hij nu streed om zijn onttroning te voorkomen.
Satan sloeg eerst toe op wat hij beschouwde als de meest kwetsbare punten in zowel fysiek als geestelijk opzicht. Iemand die gedurende een volle 40 dagen zonder water of voedsel is geweest is zonder twijfel zo verzwakt dat hij aan bijna iedere verleiding tot eten toegeeft. En de meest kwetsbare geestelijke zwakheid is ijdelheid
„Indien” spotte Satan en met de bedoeling om Jezus te kwellen gebruikte hij dat woord INDIEN—„ Indien Gij Gods Zoon zijt …” Iemand anders zou beledigd en verontwaardigd zijn. Hij zou meteen opstandig hebben teruggezegd: „Wat bedoel je INDIEN Ik Gods Zoon ben? Ik zal je laten zien dat Ik Gods Zoon ben!”
In deze eerste aanval zei Satan: „Indien Gij Gods Zoon zijt, zeg dan, dat deze stenen broden worden.” Met andere woorden: „De Zoon van God kan wonderen verrichten. Bewijs mij dan eens dat U de Zoon van God bent! U bent totaal uitgehongerd. Doe een wonder. Voed uzelf door een wonder!”
Maar Jezus antwoordde alleen door het Woord van God aan te halen en te gehoorzamen: „Er staat geschreven: Niet alleen van brood zal de mens leven, maar van alle woord, dat uit de mond Gods uitgaat.”
Satans eerste en meest doeltreffende slag was afgeweerd. Maar Satan geeft nooit op. Hij nam Jezus mee naar Jeruzalem en stelde Hem op de rand van het tempeldak. Opnieuw trok hij in twijfel dat Jezus de Zoon van God was.
„Indien Gij Gods Zoon zijt, werp uzelf dan naar beneden: er staat immers geschreven: Aan Zijn engelen zal Hij opdracht geven aangaande U, en op de handen zullen zij U dragen, opdat Gij uw voet niet aan een steen stoot.” Nu haalde Satan de Bijbel aan. Maar hij paste hem verkeerd toe, verdraaide de betekenis en haalde die uit zijn verband, precies zoals waartoe Satan zo vaak geleerden verleidt.
Jezus gaf hem ten antwoord: „Er staat ook geschreven: Gij zult de Here, uw God, niet verzoeken.” Dit is een citaat uit Deuteronomium 6:16 betreffende het verzoeken van JHWH [in het Hebreeuws], die Christus werd.
Maar nog gaf Satan niet op.
Vervolgens nam hij Jezus mee naar een hoge bergtop en toonde Hem alle koninkrijken van de wereld en hun heerlijkheid. „Dit alles zal ik U geven, indien Gij U neerwerpt en mij aanbidt.”
Jezus ontkende niet dat Satan nu boven de naties van deze wereld staat. Dit was een verleiding tot onmiddellijke machtsovername. Satan wist heel goed dat Jezus deze koninkrijken ruim 1900 jaar later zou beërven. Maar hij tartte Jezus om Satan te geloven op zijn woord dat hij ze zou overdragen en Christus onmiddellijk wereldmacht zou geven. Jezus besloot echter dat het tijd was om deze titanenstrijd om de wereldheerschappij te beëindigen.
Jezus gaf nu een kort bevel—een gebod dat aantoonde dat Hij Satans meerdere was!
„Ga weg, satan!” gebood Hij met groot gezag! Satan droop verslagen af. Maar Satan gaf niet op. Ook nu heeft hij nog niet opgegeven. Vandaag strijdt hij nog steeds tegen Gods Kerk! ▪
Wordt vervolgd …