Colin/Unsplash
Het Mysterie van de Kerk (negentiende deel)
Vervolg van Het Mysterie van de Kerk (achttiende deel)
Herstel van Gods waarheid in de Kerk
Vanaf 1931, precies 1900 jaar (honderd tijdcycli) na de oprichting van de Kerk, begon dit kleine overblijfsel van de oorspronkelijke ware Kerk van God te herleven als het Filadelfia tijdperk. De „tijd van het einde” was gekomen. De Kerk werd doordrongen met een nieuwe geestelijke vitaliteit. De tijd was aangebroken dat Jezus’ profetie uit Mattheüs 24:14 zou worden vervuld: „En dit Evangelie van het Koninkrijk zal in de gehele wereld gepredikt worden tot een getuigenis voor alle volken; en dan zal het einde gekomen zijn.” Essentiële waarheid die verloren was gegaan werd beetje bij beetje geopenbaard en verkondigd.
Dit Filadelfia tijdperk wordt beschreven in Openbaring 3:7‑13. Het Sardes tijdperk (Openbaring 3:1-6) was omstreeks deze tijd geestelijk stervende en het was niet bij machte om het ware evangelie van Christus te verkondigen. Ze hadden in die tijd inderdaad de kennis van de ware betekenis van dat evangelie verloren. Zij wisten dat zij de wederkomst van Christus naderden, maar ze wisten niets van wat er gedurende het duizendjarig rijk zou gebeuren, behalve dan dat Christus zou regeren.
Over het Filadelfia tijdperk van Gods ware Kerk lezen we: „En schrijf aan de engel der gemeente …” Dit woord engel wat vertaald is uit het Griekse woord aggelos betekent boodschapper of tussenpersoon. Het verwijst niet altijd noodzakelijk naar een geestelijke engel, maar kan evengoed naar een menselijke tussenpersoon verwijzen. Misschien mogen we hier Gods principe van tweeledigheid toepassen. Het kan van toepassing zijn op een werkelijk uit geest bestaande engel die aan dit bijzondere tijdperk van de Kerk was toegewezen als een alles overkoepelend tussenpersoon of helper. Ook zou het wel van toepassing kunnen zijn op de menselijke boodschapper of tussenpersoon die God had opgericht om dit tijdperk van Zijn Kerk te leiden.
Tegelijkertijd kan ook een dualiteitsprincipe toegepast worden op de verzen 7-13. Het kan van toepassing zijn op de Kerk van dit tijdperk als geheel en het zou ook van toepassing kunnen zijn op de menselijke leider die God verwekt heeft voor dit tijdperk van Zijn Kerk.
We vervolgen met vers 8: „Ik weet uw werken: zie, Ik heb een geopende deur voor uw aangezicht gegeven die niemand kan sluiten; want gij hebt kleine kracht, maar gij hebt mijn woord bewaard en mijn naam niet verloochend.”
Dit Kerktijdperk moest vrucht voortbrengen. Aan dit tijdperk of haar menselijke leider had God een open deur gegeven. In 2 Corinthe 2:12 en ook in Handelingen 14:27 wordt vermeld hoe Christus voor Paulus de deur opende om naar andere landen te gaan om het evangelie te prediken. Deze Kerk en/of haar leider heeft maar geringe kracht. Ook waren ze niet machtig en groot van aanzien in Satans wereld, maar degenen van dit tijdperk waren trouw aan het woord van God. Ofschoon veel van de oorspronkelijke waarheid van het evangelie, die door Jezus persoonlijk aan de discipelen was meegedeeld, verloren gegaan was, werd zij door de Bijbel hersteld voor dit tijdperk van Gods Kerk die deze waarheid trouw onderhielden.
In Maleachi 3:1-5 en 4:5-6 werd geopenbaard dat God iemand in de geest en de kracht van Elia zou verwekken, kort voor de wederkomst van Christus. In Mattheüs 17:11 zei Jezus, zelfs nadat Johannes de Doper zijn zending volbracht had, dat deze geprofeteerde Elia wel „zal komen en alles herstellen.” Hoewel er duidelijk geopenbaard is dat Johannes de Doper in de geest en de kracht van Elia kwam, herstelde hij niets. De menselijke leider die kort voor Christus’ wederkomst verwekt zou worden moest de weg bereiden—de Kerk klaarmaken—voor Christus’ komst en de waarheid herstellen die in de loop van de vorige Kerktijdperken verloren gegaan was. Er moest dus een deur geopend worden voor deze leider en/of het Filadelfia tijdperk van de Kerk om Mattheüs 24:14 te vervullen: „En dit evangelie van het Koninkrijk zal in de gehele wereld gepredikt worden tot een getuigenis voor alle volken, en dan zal het einde gekomen zijn.”
Dit was in een tijd dat voor het eerst in de geschiedenis van de mens de wapens voor massavernietiging werden geproduceerd, wapens waarmee de gehele mensheid van de aarde kan worden weggevaagd (Mattheüs 24:21-22). Dit zou ook gebeuren vlak voor de wederkomst van Christus (vs. 29-30).
Deze profetie wordt nu vervuld. Het ware evangelie is hersteld en gaat nu met kracht uit naar ieder land op aarde.
De Kerk heeft een nieuw, door de Geest bezield leven gekregen.
Alle technologische middelen en verbeteringen worden nu aangewend.
Eerst werd gebruik gemaakt van de radio, waarbij werd begonnen op een van de zwakste zenders in Eugene in de staat Oregon. Vervolgens het gedrukte woord. Dit begon op een oude tweedehands Neostyle, een voorloper van de stencilmachine. Na verloop van tijd werd de drukpers gebruikt. De televisie kwam in 1945, onmiddellijk na het einde van de Tweede Wereldoorlog. In de zomer van 1955 begon de Kerk gebruik van televisie te maken. Voor het eerst in 1900 jaar is in alle landen op aarde het ware evangelie verkondigd. De Kerk is gegroeid. Gedurende de eerste 25 jaar groeide zij met een gemiddeld tempo van 30 procent per jaar.
De eerste apostelen zouden versteld staan als zij de grootte en reikwijdte van het hedendaagse werk zouden zien. De communicatiemiddelen, de technologie en de moderne hulpmiddelen die God aan Zijn werk van de eindtijd heeft gegeven, zouden inderdaad vreemd zijn voor die mannen, die bijna 2000 jaar geleden als eersten de opdracht kregen het evangelie in de wereld bekend te maken.
Maar sommige dingen zouden niet vreemd zijn—de Sabbat en de Heilige Dagen, de naam: de Kerk van God, en het evangelie van het koninkrijk—deze dingen, die doorgegeven zijn vanaf de tijd van Christus tot aan de tijd van het einde, alle eeuwen door, zouden zij zeker herkennen. ▪
Vervolgd op Het Mysterie van het Koninkrijk van God (eerste deel)