Wade Lambert/Unsplash
Het Mysterie van de Beschaving (vierde deel)
Vervolg van Het Mysterie van de Beschaving (derde deel)
D
e eerste stad—Babylon
Er was een betere manier om de mensen tegen de wilde dieren die over de aarde zwierven te beschermen dan de beesten voortdurend te bestrijden. Nimrod bouwde een stad met huizen en omringde deze stad met een hoge muur, waarbinnen hij de mensen bijeenbracht. Aldus waren de mensen beschermd en was Nimrod in staat over hen te heersen. Deze regeling was de mensen naar de zin, want zij zeiden: „Welaan, laten wij ons een stad bouwen … en laten wij ons een naam maken, opdat wij niet over de gehele aarde verstrooid worden” (Genesis 11:4).
Niet alleen beschermden de mensen zich tegen de wilde dieren door een ommuurde stad te bouwen, maar ook vestigden zij hun eigen gezag: „laten wij ons een naam maken”. Dit moest een middelpunt zijn van het gezag van de mensheid—de noodzaak om God te gehoorzamen zouden zij niet erkennen. Nimrod was hun leider. Bovendien bouwden zij een toren voor zichzelf waarvan de top „tot de hemel” moest reiken. Met een toren van die hoogte konden zij doen wat zij wilden: God ongehoorzaam zijn en toch gevrijwaard zijn voor Zijn straf, waardoor vroeger de aardbewoners waren verdronken. Dit was na de Zondvloed de eerste daad van openlijke opstandigheid van de mens tegen God—zij dachten dat zij zich buiten Gods bereik hadden gebracht, wanneer zij wensten Hem ongehoorzaam te zijn. Evenals Satan dachten zij dat, als zij zouden „opstijgen boven de hoogten der wolken”, zij „aan de Allerhoogste gelijk” konden zijn (Jesaja 14:14). Kusch, de vader van Nimrod, had ook veel met de bouw van deze toren en deze stad te maken (Alexander Hislop, The Two Babylons, p. 26).
Deze mensen waren niet alleen van één taal, zij waren van drie rassen of geslachten: blank, geel en zwart. Evenals God de verscheidenheid in vele soorten bloemen en dieren schiep—bijvoorbeeld de vele variëteiten en kleuren van rozen—voor nog grotere schoonheid, zo schiep God de drie rassen en kleuren van de menselijke huid. Het was Gods bedoeling huwelijken tussen de verschillende rassen te voorkomen. Maar de mens heeft altijd Gods wetten, bedoelingen en wegen willen verkrachten. De mensen wilden tot één ras of familie worden door middel van huwelijken tussen de verschillende rassen. Zoals eerder opgemerkt had God de grenzen van de rassen vastgesteld, om ze geografisch te scheiden, in vrede en harmonie en zonder discriminatie. De mensen dachten echter dat zij een betere weg hadden gevonden. Eén doel van de toren van Babel was hen te verenigen en te voorkomen dat zij in een geografische scheiding naar ras verstrooid zouden worden.
Zij bouwden de toren „opdat wij niet over de gehele aarde verstrooid worden” in geografische afzondering. Maar God bezag hun werkzaamheden aan de torenbouw en zei: „Zie, het is één volk en zij allen hebben één taal. Dit is het begin van hun streven; nu zal niets van wat zij denken te doen voor hen onuitvoerbaar zijn” (Genesis 11:6).
Wat heeft de mensheid „gedacht te doen”? In deze twintigste eeuw is de mens in het heelal doorgedrongen, naar de maan en terug gevlogen, heeft hij de meest complexe apparatuur uitgevonden en geproduceerd, instrumenten gecomputeriseerd, harten getransplanteerd en zelfs gepoogd leven uit dode materie te produceren. De vermogens van het menselijk verstand schijnen onbeperkt. Zijn problemen echter zijn niet materieel, maar geestelijk. En zonder God staat hij er nog steeds hulpeloos tegenover.
God verwarde dus hun taal en „verstrooide … hen vandaar over de gehele aarde” (Genesis 11:8).
We gaan verder met het proefschrift van C. Paul Meredith, dat nu niet meer gedrukt wordt (blz. 16-17, 25–29):
In die tijd werd Nimrod „de eerste machthebber” en „een geweldig jager voor het aangezicht des Heren” [Genesis 10:8-9] in de zin van heerser (het Hebreeuwse woord voor „macht” en „geweldig” is gibbor wat „tiran” betekent—zie Strong’s Concordance of the Bible). Nimrod werd een tiran voor het volk. Hij maakte de wetten. Niet alleen dat, maar hij was ook „geweldig … voor” de Here. (Het Hebreeuwse woord ‘paniym’ dat hier als „voor” is vertaald, had vertaald moeten worden als „tegen”—Strong’s Concordance of the Bible.) De Bijbel zegt dat Nimrod tegen God was! …
Nimrod bleef in macht toenemen, maar het aangeboren verlangen van de mensen tot verering moet evenwel worden bevredigd. Nimrod en zijn volgelingen hadden zich tegen de ware God gekeerd. Zij wilden God verheerlijken op hun eigen manier! Zij „hebben de majesteit van de onvergankelijke God vervangen door hetgeen gelijkt op het beeld van … kruipende dieren” (Romeinen 1:23)—de slang, en andere dingen die God heeft geschapen. (Zij hadden God in geest en in waarheid moeten aanbidden en niet door middel van afgodsbeelden Johannes 4:24 en Exodus 20:4-5.) Gebruik makend van de burgerlijke macht die hij uitoefende wierp Nimrod zich op als priester van de dingen die door de mensen worden aanbeden, teneinde een nog sterkere greep op hen te krijgen en zich geleidelijk aan in de plaats van de ware God te stellen …
[Maar] Noach, de prediker der gerechtigheid (2 Petrus 2:5), was standvastig en kreeg een trouwe steun in zijn zoon Sem. Terwijl Nimrod zijn koninkrijk zo snel uitbreidde, rees er verzet tegen Sem, de vertegenwoordiger van Noach … Nimrod werd de vertegenwoordiger van de machten van het kwaad in het verzet tegen Sem …
Sem, een uiterst welbespraakt iemand, kreeg naar verluid de hulp van een aantal Egyptenaren die Nimrod overwonnen.
De dood van Nimrod maakte ogenschijnlijk een einde aan de valse heidense godsdienst die hij was begonnen.
Semiramis …
Was Nimrod iemand van ongebreidelde ambitie geweest, de ambitie van … Semiramis—de toekomstige „koningin des hemels” (Jeremia 7:18)—was zelfs nog groter. Nimrod … was de machtigste en meest invloedrijke figuur in de wereld geworden. Nu was hij dood. Zij zag in dat als zij … de grote macht en het aanzien … van de machtigste man op aarde wilde hebben, er iets moest worden gedaan om … haar macht … veilig te stellen.
Nimrods koninkrijk, dat het grootste deel van de bewoonde wereld van die tijd omvatte, was haar ten deel gevallen. Nimrod had zijn macht grotendeels verkregen doordat hij zichzelf als de menselijke vertegenwoordiger van de Zonnegod had opgeworpen. Met alle macht en middelen moest zij nu deze wereldheerschappij zien te behouden. Het godsdienstige gezag dat [Nimrod] zoveel macht had bezorgd moest nu ook door haar worden gebruikt om de maximale greep op haar onderdanen te handhaven … Tijdens zijn leven was [Nimrod] als een held geëerd; na zijn dood zou zij ervoor zorgen dat hij zou worden aanbeden als een god …
Semiramis was in feite de grondlegster van de meeste heidense godsdiensten van de wereld waarbij valse goden worden aanbeden. Ook zogeheten Christelijke feestdagen als Kerstmis, Nieuwjaarsdag en Pasen zijn voortgekomen uit het valse religieuze systeem dat zij heeft ontwikkeld. Voor de details hiervan wordt de lezer verwezen naar The Two Babylons van Alexander Hislop.
In onze tijd is het Engels snel de allerbelangrijkste internationale taal geworden. De mensen beginnen weer interraciaal te huwen en terug te gaan naar één wereldtaal. ▪
Wordt vervolgd …