Lionello DelPiccolo/Unsplash
De Mysterieuze Breuk (Tweede Deel)
Vervolg van De Mysterieuze Breuk (Eerste Deel)
M
aar Welke Natie?
“Op de hoge berg Israël zal Ik het planten” antwoordt de Here! Davids troon zal nu in Israël geplant worden, na uit Juda te zijn uitgerukt! Kan het nog duidelijker gezegd worden? “… en het [het tedere twijgje—de dochter van de koning] zal takken dragen, vrucht voortbrengen en tot een prachtige ceder worden.”
Hield de troon van David met Zedekia van Juda op te bestaan? Heeft God Zijn verbond vergeten? NEE! Vergelijk deze woorden met de passage in Jesaja 37:31-32: “Immers wat van het Huis van Juda ontkomen is, wat over is, dat zal opnieuw naar beneden wortel schieten [geplant worden] en naar boven vrucht dragen.” Het werd geplant in Israël, dat van Juda was weggetrokken! Nadat deze Hebreeuwse prinses op de troon is “geplant”, maar nu in het uit het oog verloren Israël, zal die troon vrucht dragen. Zij zal huwen, kinderen krijgen, en haar zonen zullen Davids dynastie voortzetten!
“En allerhande vogels van allerlei gevederte zullen onder hem wonen; in de schaduw zijner takken zullen zij wonen” (Ez. 17:23). Het “verloren” Israël, dat nu de troon heeft verworven en weer een autonome natie geworden is, zal zich, te zijner tijd, over de aarde verspreiden en aanzien en macht verwerven. Zij zullen de onvoorwaardelijke beloften van het eerstgeboorterecht beërven, volgens Gods verbond met Abraham!
“Alle bomen des velds …” (vs. 24). Een “boom” betekent in dit raadsel en in deze gelijkenis een natie. Met andere woorden: “Alle volken der aarde” “… zullen weten dat Ik, de Here, de hoge boom vernederd [heb].” Juda, de hoge boom, dat nadat Israël in ballingschap was weggevoerd nog 130 jaar lang de troon bezat, is nu vernederd tot de lage positie van slavernij. “… en de nederige [boom] verhoogd heb.” Israël was 130 jaar lang een “nederige boom”. Nu wordt Israël verhoogd, het wordt weer een bloeiende natie met een Davidische koning. “… de sappige boom [Juda] heb doen verdorren en de dorre [Israël] heb doen uitspruiten.” Vergelijk dat eens met Ezechiël 21:26-27 (vs. 27—SV): “Neem weg die tulband! zet af die kroon! … Verhoog wat laag is; verlaag wat hoog is. Ik zal die [kroon] omgekeerd … enz.” Hier is sprake van de overdracht van de troon van Juda aan Israël.
Israël had al vier eeuwen in Ierland een onafhankelijk bestaan geleid. In Ierland had Israël reeds een koninklijk geslacht, waarop Zedekia’s dochter werd geënt. De Ierse Israëlieten vormden een oude kolonie die niet in Assyrische ballingschap was geweest.
Israël, aangevoerd door de stammen van Efraïm en Manasse, die het eerstgeboorterecht bezaten, zal zich nu ontplooien en te zijner tijd welvarend worden. “Ik, de Here, heb het gesproken en Ik zal het doen” (Ez. 17:24).
Ja, het eerstgeboorterecht bevindt zich in Israël. Hoewel uit het oog verloren, hoewel beschouwd als een heidense natie, is dit het volk dat tot de beloofde menigte zou uitgroeien: de grote natie en de groep naties, in het bezit van de poorten van de hun vijandige landen, een koloniserend volk dat zich rond de wereld verspreidt, gezegend met nationale rijkdommen en welvaart. En vergeet niet dat, wanneer zij machtig worden, Davids troon te midden van hen geplant en dus te vinden zal zijn!
Maar waarheen begaf Jeremia zich, tezamen met het koninklijke zaad bestemd voor het overplanten op zoek naar het verloren Huis van Israël? Waar bevindt het zich tegenwoordig? Hoe werd de “breuk” geheeld, en hoe besteeg een zoon van Zera de troon? Kunnen wij het weten?
Ja! De exacte locatie wordt in de bijbelse profetieën nauwkeurig onthuld! Bovendien kunnen wij in de feitelijke geschiedenis het spoor van Jeremia volgen! ▪
Wordt vervolgd …