Kein Do/Unsplash
Wereldvrede en hoe die tot stand zal komen (Eerste deel)
Vervolgd van Is er leven na de dood? (Vijfde deel)
Ik reis als ambassadeur (zonder politieke portefeuille) voor wereldvrede naar alle delen van de wereld. Ik bespreek wereldproblemen, misstanden en wereldvrede met vele staatshoofden—koningen, presidenten, eerste ministers en hoge regeringsfunctionarissen, alsmede vooraanstaanden in wetenschap, educatie, handel en industrie. Ik ben niet geroepen om en probeer dan ook niet wereldvrede tot stand te brengen, maar ik doe dienst als een ambassadeur van de macht die het wel tot stand zal brengen in onze tijd.
De meeste staatshoofden zijn uiterst bekwaam, maar toch zijn zij absoluut niet in staat een eind te maken aan de misstanden in de wereld of wereldvrede tot stand te brengen.
Vele geleerden en leiders zeggen dat de enige hoop op wereldvrede bestaat uit de vorming van een oppermachtige wereldregering die het beheer heeft over ‘s werelds enige krijgsmacht. In één adem erkennen ze evenwel de absolute onmogelijkheid hiervan met de uitspraak dat zo’n alles overheersende wereldmacht in handen van mensen ons allen tot slaven zou maken!
Een verbazingwekkende voorspelling
Weinig mensen beseffen tegenwoordig dat eeuwen geleden een beroemd personage een uitspraak heeft gedaan, waarin juist deze oplossing voorspeld werd. Hij liep honderden jaren op zijn tijd vooruit, en de wereld van zijn dagen wees die uitspraak van de hand en stopte ze in de doofpot. Al spoedig was de wereld niet meer bekend met deze voorspelling.
De leidslieden van de wereld zouden er goed aan doen een onderzoek in te stellen naar die verbazingwekkende voorspelling in het licht van de huidige wereldsituatie.
Mij is het voorrecht ten deel gevallen aan vele van ‘s werelds “groten en minder groten” de enige zekere hoop voor de wereld die in onze tijd te verwachten is, aan te kondigen.
Inderdaad weten maar weinig mensen dat Jezus Christus niet kwam als religieus voorman om de wereld te bekeren en een “zieltjeskruistocht” te houden, maar als een pionier in het voorspellen van wereldnieuws. Geen enkel mens van historische betekenis werd in zo’n volkomen vals daglicht gesteld en werd zo volslagen verkeerd begrepen.
Hij kwam als een boodschapper met een boodschap van de almachtige God aan de mensheid. Zijn boodschap was groot nieuws, een allerbelangrijkste en sensationele nieuwsaankondiging voor de toekomst. Er werd wereldvrede aangekondigd. Het was goed nieuws voor de toekomst dat werd verkondigd als een vooruitlopende aankondiging van gegarandeerde wereldvrede voor onze tijd. Dat was het evangelie van Christus. Het woord evangelie zelf betekent “goed nieuws”.
En hoe luidde dat nieuwsbericht voor onze dagen dat door de vijanden in de eerste eeuw werd onderdrukt? Het ene officiële geschrift dat de samenzweerders van de eerste eeuw niet konden tegenhouden, de Heilige Schrift, geeft het officiële antwoord.
“Het begin van het Evangelie van Jezus Christus, de Zoon van God … Jezus [kwam] in Galilea, predikende het Evangelie van het Koninkrijk Gods, en zeggende: De tijd is vervuld, en het Koninkrijk Gods nabij gekomen; bekeert u, en gelooft het Evangelie” (Marcus 1:1, 14-15—SV).
Welk evangelie, welk goede nieuws geloven? Het goede nieuws van het komende Koninkrijk van God.
Wat bedoelde Hij eigenlijk met het Koninkrijk Gods? En hoe weten wij dat het onderdrukt werd? En als het oorspronkelijke en ware evangelie van Jezus Christus werd onderdrukt, welk evangelie of welke evangelies werden er dan ter vervanging aan de wereld verkondigd?
Het schriftelijke getuigenis
Te zeggen dat het ware door Christus verkondigde evangelie werd onderdrukt—werd achtergehouden en na het jaar 70 bijna negentien eeuwen lang niet aan de wereld werd verkondigd—is inderdaad een ontstellende en verbazingwekkende uitspraak.
Juist dit schriftelijke getuigenis dat de samenzweerders niet konden vernietigen, bevestigt die uitspraak. De Kerk of Gemeente van God begon op de Pinksterdag van het jaar 31 n.Chr. (Handelingen 2). Ongeveer twintig jaar later schreef de apostel Paulus onder inspiratie van God aan de kerken in Galatië:
“Het verbaast mij, dat gij u zo schielijk van degene, die u door de genade van Christus geroepen heeft, laat afbrengen tot een ander evangelie, en dat is geen evangelie. Er zijn echter sommigen, die u in verwarring brengen en het evangelie van Christus willen verdraaien” (Galaten 1:6-7). De daarop volgende verzen spreken een dubbele vloek uit over een ieder die een ander evangelie zou brengen.
Aan de Kerk te Corinthe schreef Paulus: “Maar ik vrees, dat misschien, zoals de slang met haar sluwheid Eva verleidde, uw gedachten van de eenvoudige toewijding aan Christus afgetrokken zullen worden. Want indien de eerste de beste (valse prediker) een andere Jezus predikt … of een ander evangelie, dat gij niet hebt aangenomen …” (2 Corinthiërs 11:3-4).
En verder vers 13-15: “Want zulke lieden zijn schijnapostelen, bedrieglijke arbeiders, die zich voordoen als apostelen van Christus. Geen wonder ook! Immers, de Satan zelf doet zich voor als een engel des lichts. Het is dus niets bijzonders, indien ook zijn dienaren zich voordoen als dienaren der gerechtigheid.”
Aan de eerste Christenen in Rome schreef hij: “Want toorn van God openbaart zich van de hemel over alle goddeloosheid en ongerechtigheid van mensen, die de waarheid in ongerechtigheid ten onder houden” (Romeinen 1:18). De boodschap die God door Jezus Christus gezonden had, werd ten onder of achtergehouden—onderdrukt.
Ook Jezus Christus zelf maakte het heel duidelijk dat Zijn evangelie—van het Koninkrijk Gods—tot onze tijd onderdrukt zou worden.
Zijn discipelen hadden gevraagd wat het teken zou zijn waaraan we zouden kunnen zien en weten wanneer we aan het eind van deze wereld (dit tijdperk) en vlak voor de wederkomst van Christus op aarde zouden zijn.
Allereerst waarschuwde Hij hun voor misleiding. Er zouden velen in Zijn naam komen, zo zei Hij, die zouden beweren dienaars van Christus te zijn en zeggen dat Hij—Jezus—de Christus was en tegelijkertijd velen misleiden. Wanneer echter dit evangelie van het Koninkrijk in de gehele wereld gepredikt wordt tot een getuigenis voor alle volken, dan zal het einde komen (Mattheüs 24:14).
Dit verkondigen van het Koninkrijk Gods zou niet het teken kunnen zijn van het einde van het tijdperk als het al de hele tijd verkondigd was geweest.
Precies zoals Christus zelf voorspelde, gebeurde het ook dat velen over de persoon van Christus hebben gepredikt en gezegd dat Jezus de Christus was zij predikten over de boodschapper, maar Zijn boodschap hielden zij achter.
Nu is echter de eindtijd aangebroken. Na bijna negentien eeuwen wordt die boodschap nu in de gehele wereld uitgedragen door middel van de Worldwide Church of God. [Noot van de bewerker: na de dood van de heer Armstrong is de Wereldwijde Kerk van God het spoor totaal bijster geraakt. Het overblijfsel wat aan wat Christus’ openbaring bleef vasthouden vormt nu de Philadelphia Church of God (PCG).]
Sommigen hebben een “evangelie van behoud” (in feite een vals behoud) gebracht en sommigen een “evangelie van genade” dat genade omkeert in permissie tot zondigen. Weer anderen hebben er een “sociaal evangelie” van gemaakt.
Jezus bracht echter van God de Vader een boodschap van levensbelang, nl. de aankondiging van het Koninkrijk Gods. Wat bedoelde Hij daarmee? Is het niet vreemd dat bijna niemand in de wereld van tegenwoordig het weet?
Wordt vervolgd...