niko photos/Unsplash
Wat is de oorzaak van de huidige wereldproblemen? (Tweede deel)
Vervolgd van Wat is de oorzaak van de huidige wereldproblemen? (Eerste deel)
Dit werd gesymboliseerd door de boom der kennis van goed en kwaad. Want, waarschuwde God: “ten dage, dat gij daarvan eet, zult gij voorzeker sterven” (Genesis 2:17).
Vervolgens liet God toe dat Adam en Eva door Satan op de proef werden gesteld. Satan was subtiel. Hij kwam tot Adam via zijn vrouw Eva. Eva werd misleid—Adam niet.
Eva “nam van zijn vrucht (van de verboden boom) en at, en zij gaf ook haar man, die bij haar was, en hij at” (Genesis 3:6).
Daarom zei God: “Nu dan, laat hij zijn hand niet uitstrekken en ook van de boom des levens nemen en eten, zodat hij in eeuwigheid zou leven. Toen zond de Here God hem weg uit de hof van Eden om de aardbodem te bewerken, waaruit hij genomen was. En Hij verdreef de mens en Hij stelde ten oosten van de hof van Eden de cherubs met een flikkerend zwaard, dat zich heen en weer wendde, om de weg tot de boom des levens te bewaken”—opdat hij en zijn kinderen niet terug zouden gaan en zouden nemen van de boom die Gods Heilige Geest symboliseerde (Genesis 3:22-24).
Met andere woorden, toen Adam weloverwogen van de verboden boom nam, zei Adam, om het in onze hedendaagse taal uit te drukken, in feite tegen God: “God, mijn Maker, ik verwerp U als mijn God, ik verwerp uw manier van leven. Ik verwerp uw regering over mij. Ik wens voort te gaan op de weg die ik verkies; ik wil dat U uw neus buiten mijn zaken houdt. Ik verwerp U als de bron van fundamentele kennis; ik heb mij het recht toegeëigend zelf te bepalen wat goed en kwaad is.”
En God antwoordde: “Ik heb je duidelijk van de weg van de waarheid in kennis gesteld. Jij hebt je keus bepaald, daarom veroordeel Ik jou en de wereld die uit je zal voortkomen gedurende 6000 jaar van Mij afgesneden te zijn. Ga heen en vorm je eigen regeringsstelsels. Vorm je eigen religies. Breng je eigen kennis voort, afgesneden van geopenbaarde waarheid, en bedenk je eigen systeem om die valse kennis te verspreiden. Leef volgens je eigen verwrongen gevoel voor waarden. Maar gedurende die 6000 jaar zal Ik sommigen tot Mijn dienst roepen zoals Ik dat verkies, om Mijn plan uit te voeren.”
Waarom nu was het noodzakelijk Satan op aarde te laten, vrij om gedurende 6000 jaar de gehele mensheid te beheersen en te misleiden? Daarvoor waren twee redenen:
1. Zij, die God gedurende deze 6000 jaar voor Zijn dienst zou roepen en tot behoud zou brengen, waren verplicht, net als Adam, zich te bekwamen ten einde een functie in de regering van God te bekleden. Hoe? Door zowel Satan en zijn weg af te wijzen en te overwinnen, alsook vrijwillig Gods weg te kiezen.
2. Gods regering vereist dat de troon nooit vacant is. De vroegere Lucifer moet aanblijven totdat een bekwame opvolger in zijn ambt is bevestigd.
En wij zouden er een derde reden aan kunnen toevoegen. God stelde vast dat 6000 jaar van een zondigende mensheid eens voor al zou bewijzen, dat Satans weg slechts kan uitlopen op onheil, lijden en frustraties, hopeloosheid en de dood. God staat Satan toe de mensheid gedurende 6000 jaar te verleiden en te beheersen om deze waarheid te bewijzen; niet alleen voor het menselijk geslacht, maar ook voor de andere twee derden van de engelen.
Afgezien van de wereld die eindigde met de zondvloed, en deze huidige slechte wereld die zal eindigen met de wederkomst van Christus, waardoor tenslotte de wereld van morgen zal worden ingeleid, zijn er gedurende deze 6000 jaar nog drie tijdperken te onderscheiden.
Deze drie tijdperken zijn 1) de gehele periode vanaf de schepping van Adam tot het Oude Verbond dat op de berg Sinai met Israël werd gesloten; 2) het tijdperk van de “oudtestamentische gemeente” (de vergadering van Israël); 3) de Kerk van God van het Nieuwe Testament. Deze zal in hoofdstuk 9 worden besproken.
Maar op dit punt aangekomen moet het duidelijk zijn wat de oorzaak is van de huidige wereldproblemen. De aanwezigheid van Satan en zijn onzichtbare, subtiele, maar toch buitengewoon sterke macht over de mensheid (zie hoofdstuk 11 over de menselijke natuur) is de fundamentele oorzaak. De levenswijze die Satan in de menselijke geest heeft geïnjecteerd—de weg van ijdelheid, begeerte en hebzucht, van jaloezie en afgunst, van wedijver en twist, van opstand en bedrog; eigenschappen die wij in het algemeen als “de menselijke natuur” betitelen—is de directe en specifieke oorzaak. En de gehele mensheid lijdt onder de gevolgen daarvan.
Vergeet echter niet dat God een uitzondering had gemaakt. Hij was van plan die enkelen te roepen die Hij zou uitkiezen om te doen wat Hij verlangde.
Er ging ongeveer 1900 jaar voorbij. Klaarblijkelijk werd Adams tweede zoon, Abel, geroepen, want Christus noemde hem “de rechtvaardige Abel” (Mattheüs 23:35). Henoch “wandelde met God.” Vervolgens riep God Noach. Hij was onberispelijk in zijn fysieke afkomst of geslacht, en ook hij wandelde met God. God riep hem ten einde enkele mensen in leven te houden gedurende de zondvloed.
God riep Abraham om zijn leven in Babylon op te geven—om, als het ware, Satans beschaving achter zich te laten—en zich tot Gods weg te keren. Abraham had God niet gezocht—toch was hij een zeldzame uitzondering die gehoorzaamde zonder vragen of excuses.
Vierhonderd en dertig jaar na Abraham riep God Mozes. Door zijn opvoeding als prins in het paleis van Farao, was Mozes voorbereid op zijn roeping. Maar Mozes protesteerde menselijkerwijze. Hij had nooit God gezocht, noch de opdracht waartoe God hem riep. Hij protesteerde door in feite te zeggen; “Maar dat kan ik niet, Heer. Ik heb een spraakgebrek—ik stotter.” Daarom zei God tegen Mozes dat Hij zijn broer Aäron als zijn woordvoerder had aangesteld.
In feite zei God tegen Mozes: “Je zult doen wat Ik je beveel.” En toen deed hij het.
God had Mozes geroepen om de afstammelingen van Abraham, op dat moment ongeveer twee tot drie miljoen, uit de Egyptische slavernij te leiden. Aan deze “kinderen van Israël” deed God bij de berg Sinai een voorstel: Indien zij Zijn volk wilden worden, geregeerd door Zijn wetten en instellingen, dan zou Hij hen tot de allerbelangrijkste natie op aarde maken, met geweldige nationale en tijdelijke zegeningen (alleen in dit leven); zij zouden dan de meest welvarende, machtigste, meest vreedzame natie op aarde worden. Het volk stemde ermee in.
Daarop ging God, door bemiddeling van Mozes, een verbond met hen aan, dat later het “Oude Verbond” werd genoemd waarvan Mozes de middelaar was. Het was een huwelijksovereenkomst, waarbij Israël ermee instemde haar Echtgenoot (God) te gehoorzamen, en God stemde ermee in, op voorwaarde dat zij gehoorzaamden, hen tot de eerste natie op aarde te maken. Maar Satan was nog altijd op aarde en hij was druk bezig. De Israëlieten begingen geestelijk overspel, erger dan een hoer.
God riep Jona voor een speciale opdracht om de stad Ninevé voor een dreigende vernietiging te waarschuwen. Jona trachtte op een schip van God weg te vluchten. Maar wanneer God iemand roept voor een speciale opdracht, ziet Hij erop toe dat deze ook inderdaad wordt uitgevoerd.
God riep de profeet Jesaja. Deze wierp tegen dat hij een man van onreine lippen was. Maar God reinigde zijn lippen. Toen antwoordde Jesaja: “Hier ben ik. Zend mij.”
God riep de profeet Jeremia. Hij was, net als later Jezus, reeds voor zijn geboorte geheiligd. Toch hief hij zijn handen op en protesteerde: “Maar ik ben te jong”. God zei streng: “ … tot een ieder, tot wie Ik u zend, zult gij gaan …” En Jeremia ging!
De apostel Paulus, oorspronkelijk Saulus genaamd, brandde van energie en ijver om de Kerk van God te vervolgen. Maar God sloeg hem neer, bracht hem tot bezinning, waarna hij een van de grootste mannen van God werd sinds Adam.
Ikzelf heb zeker niet voor God gekozen. Ik koos een beroep in de reclamewereld en de journalistiek. Toen ik 25 was en sinds enkele dagen getrouwd, openbaarde een engel aan mijn vrouw in een intensieve droom, dat God mij riep voor Zijn dienst. Ik werd er slechts door in verlegenheid gebracht. Een dienaar van Jezus Christus te worden was wel het laatste wat ik had gewild.
“Ik weet niet of die droom enige betekenis heeft”, zei ik. Waarom vertel je hem niet aan de dominee van de kerk op de hoek; misschien kan hij je zeggen of hij iets te betekenen heeft.” Zoals Jona, Paulus en anderen werd toegestaan gedurende enige tijd hun eigen gang te gaan, zo was deze ongewone droom spoedig vergeten, maar niet voor goed. Een tiental jaren ging voorbij. Daarna zette God mij aan tot de meest intensieve studie van mijn leven, waaraan ik me bijna dag en nacht wijdde en die voortkwam uit een tweeledige uitdaging die mijn ijdelheid had gekwetst. Deze intensieve bijbelstudie resulteerde in het zuiveren van mijn geest van vroegere religieuze vooronderstellingen, vervolgens in het openen van mijn geest voor begrip van Gods Woord, waardoor ik tot echte bekering werd gebracht—overwonnen door God en Zijn Woord in onvoorwaardelijke overgave—en in levend geloof gaf ik mijn leven, waarvan ik voelde dat het waardeloos was, aan Hem over. Nederig gaf Ik het aan Hem, als Hij het kon gebruiken. En zoals dat van anderen vóór mij, heeft Hij het de afgelopen 51 jaar gebruikt.
Wordt vervolgd...