Thomas Robertson/Unsplash
Het Mysterie van het Koninkrijk van God (Veertiende deel)
Vervolgd van Het Mysterie van het Koninkrijk van God (Dertiende deel)
Het internationale niveau
Naast deze bestuurlijke benoemingen over landen en groepen landen, op het nationale niveau, die zijn geopenbaard of waarvoor aanwijzingen zijn, zijn er posities van groot gewicht op het internationale niveau te vervullen, op het gebied van wetenschappelijke en maatschappelijke functies. Er zijn enkele aanwijzingen betreffende deze werkzaamheden en de mogelijke—zo niet waarschijnlijke—mensen ervoor.
Omdat Noach in het begin leefde, zullen we nu eens naar Noach kijken. In de dagen van Noach was de hoofdoorzaak van het geweld en de chaos in de wereld de rassenhaat, interraciale huwelijken en rassengeweld dat veroorzaakt werd door de pogingen van de mens tot eenwording en samensmelting van rassen tegen Gods wetten in. God had in het begin de grenzen voor de naties en de rassen vastgesteld (Deuteronomium 32:8-9; Handelingen 17:26). Maar de mens had geweigerd in die landen te blijven die God hem had toegewezen. Dat was de oorzaak van de verdorvenheid en het geweld dat een einde maakte aan die wereld. Een eeuw lang had Noach Gods weg aan de mensen gepredikt—maar zij sloegen er geen acht op.
In die tijd beleefde de wereld, evenals vandaag, een bevolkingsexplosie. Het was de tijd waarin de „mensen zich op de aarde begonnen te vermenigvuldigen” (Genesis 6:1). Jezus zei van onze huidige tijd: „Want zoals het was in de dagen van Noach, zo zal de komst van de Zoon des mensen zijn” (Mattheüs 24:37)—of, zoals in Lucas 17:26 (SV): „En gelijk het geschied is in de dagen van Noach, alzo zal het ook zijn in de dagen van den Zoon des mensen.” Dat wil zeggen in de dagen vlak voordat Christus wederkomt. Vandaag behoren rassenoorlogen, rassenhaat, rassenrellen en rassenproblemen tot de grootste sociale problemen ter wereld.
Noach predikte alleen maar tot de mensen tijdens zijn menselijke leven. Maar Noach zal, in de opstanding, onsterfelijk in kracht en heerlijkheid, de macht ontvangen om Gods levenswijze op te leggen met betrekking tot rassen.
Het schijnt duidelijk dat de opgewekte Noach de leider zal zijn van een groot project van het weer thuisbrengen van de rassen en naties binnen de grenzen die God gesteld heeft voor hun eigen bestwil, geluk en hun rijkste zegeningen. Dat zal een geweldige operatie zijn. Er zal een grote, uitgebreide organisatie voor nodig zijn, die met kracht versterkt zal zijn om hele volken en rassen te verhuizen. Deze keer zullen volken en naties daarheen verhuizen naar waar God hen een plaats heeft toegedacht en er zal geen verzet geduld worden.
Wat een paradox. Mensen zullen gedwongen worden om gelukkig te zijn, vrede te hebben en een overvloedig en vreugdevol leven te vinden!
Hierboven hebben we gezegd dat we later terug zouden komen op Jozef, een zoon van Israël en een achterkleinzoon van Abraham.
Jozef werd beheerder van de voedselvoorraden van de in die tijd machtigste natie op aarde: Egypte. „Jozef” was synoniem met „voorspoed”. „En de Here was met Jozef, zodat hij een voorspoedig man werd … [en] de Here alles wat hij ondernam onder zijn hand deed gelukken …” (Genesis 39:2-3). In naam van de farao werd hij de feitelijke heerser over de belangrijkste natie ter wereld. Zijn speciale deskundigheid lag op economisch gebied, op het omgaan met overvloed. En wat hij deed, deed hij op Gods wijze.
Het lijkt daarom duidelijk dat Jozef leider van de wereldeconomie zal worden, van de landbouw, de industrie, de technologie en de handel, evenals van het geldwezen. Deze stelsels zullen internationaal zijn en voor ieder land gelijk.
Ongetwijfeld zal Jozef een uitgebreide en perfect werkende organisatie vormen bestaande uit volmaakte onsterfelijke wezens die in deze grote organisatie met en onder hem zullen werken. Door deze organisatie zullen honger, ondervoeding en armoede worden uitgebannen. Er zullen geen door armoede geteisterde achterbuurten meer zijn. Er zal algemene welvaart zijn!
Een ander groot project op het internationale niveau is dat van het herbouwen van de verwoeste plaatsen en van de bouw van alle grotere en belangrijkere gebouwen die Christus voor de wereld die Hij zal scheppen nodig heeft. „Zij zullen de overoude puinhopen herbouwen, het verwoeste uit vroeger tijden doen herrijzen en de steden vernieuwen, die in puin liggen, die verwoest hebben gelegen van geslacht op geslacht” (Jesaja 61:4).
Job was de rijkste en voornaamste man van het Oosten (Job 1:3) en een bekend bouwer. (Vergelijk Job 3:13-14 met Gods uitdaging in Job 38:4-6.) Hij was zo oprecht en perfect dat God Satan zelfs uitdaagde om een fout in zijn karakter te ontdekken. In feite was er een verschrikkelijke zonde in zijn leven: eigengerechtigheid. Maar God bracht hem tot bekering. (Zie Job, de hoofdstukken 38-42.) Toen deze man, die een dermate sterke zelfbeheersing bezat dat hij zozeer op eigen kracht rechtvaardig kon zijn, eenmaal door God was vernederd, tot vertrouwen op God was gebracht, en met Gods Geest was vervuld—welnu, niemand die ooit heeft geleefd zou zijns gelijke kunnen zijn als technisch directeur van enorme wereldprojecten.
Er zijn derhalve sterke aanwijzingen dat Job de leider zal zijn van de stadsvernieuwing in de gehele wereld, waarbij de verwoeste plaatsen en de vernietigde steden zullen worden herbouwd, niet zoals ze nu zijn, maar in overeenstemming met Gods patroon, en van omvangrijke technische projecten zoals dammen en energiecentrales, of wat de regerende Christus ook maar zal bepalen.
Nog minstens één andere persoon lijkt in deze grote organisatie een zeer hoge positie te zullen ontvangen. Dat is Zerubbabel (Haggaï en Zacharia 4).
Tot zover de komende beschaving van de nieuwe wereld op het nationale en internationale vlak.
Nu komen we bij de wereld van morgen op het persoonlijke niveau: de Kerk, de religie en het onderwijsstelsel.
Onderwijs en religie van morgen
Wanneer Jezus Christus in de volle, opperste heerlijkheid en macht van de Schepper-God op aarde terugkeert, dan komt Hij deze keer om de wereld geestelijk te redden.
Wanneer Hij op Zijn glorieuze troon te Jeruzalem zit, zullen alle volken daar voor Hem staan. Hij zal beginnen met de schapen van de bokken te scheiden. „Dan zal de Koning tot hen [de schapen], die aan zijn rechterhand zijn, zeggen: Komt, gij gezegenden mijns Vaders, beërft het Koninkrijk dat u bereid is van de grondlegging der wereld af” (Mattheüs 25:34).
De mensen die zich nu bekeren zijn erfgenamen. Zij beërven het Koninkrijk bij Christus’ komst. De doden in Christus zullen worden opgewekt en zullen als eersten opstaan, als onsterfelijke geesten. Wij die dan leven in Christus, worden ogenblikkelijk veranderd in onsterfelijke geesten en gaan met degenen die zijn opgestaan de neerdalende Christus in de lucht tegemoet.
Door onsterfelijkheid zijn wij dan van de sterfelijke mensen op aarde afgezonderd.
Waar Jezus ook is, vanaf dat ogenblik zullen wij altijd met Hem zijn. Waar zal Hij dan zijn? Zijn voeten zullen diezelfde dag op de Olijfberg staan (Zacharia 14:4).
Hierna komt dan het scheiden van de schapen (zij die zich bekeren, geloven en de Heilige Geest ontvangen) en de bokken (zij die zich verzetten). Deze scheiding—de opleiding van bekeerlingen voor Gods Koninkrijk—blijft de gehele periode van Christus’ duizendjarige heerschappij op aarde voortduren.
Christus zal alle volkeren dan een nieuwe en zuivere taal geven: „Maar dan zal Ik de volken andere, reine lippen geven, opdat zij allen de naam des Heren aanroepen; opdat zij Hem dienen met eenparige schouder” (Efeziërs 3:9).
Gods zuivere waarheid zal aan alle mensen worden verkondigd. Niemand zal meer worden misleid. Maar „de aarde zal vol zijn van kennis des Heren, zoals de wateren de bodem der zee bedekken” (Jesaja 11:9).
Christus is „de wortel van Isai,” de vader van David. Christus zal dan door de heidenen worden gezocht (Jesaja 11:10). Christus zal zich er dan op toeleggen geheel Israël te behouden (vs. 11). (Zie ook Romeinen 11:25-26.)
Al dit werk van evangelieprediking in de gehele wereld—het geestelijk redden van de wereld (als geheel, misschien niet ieder individu, maar zeker de meerderheid)—maakt het tegelijkertijd nodig de wereld nieuw onderwijs te geven.
Een van de grootste problemen waar de teruggekeerde verheerlijkte Christus voor komt te staan is dat van het opnieuw onderwijzen van de zogenaamd ontwikkelde mensen. Hun verstand—en het zijn inderdaad de mensen met het beste verstand—is door verkeerd onderwijs dermate vervormd dat zij niet in staat zijn waarheid te accepteren voordat zij hun dwalingen hebben afgeleerd. Het is minstens tien keer zo moeilijk om een dwaling af te leren wanneer die vast in het verstand is verankerd, als om met niets te beginnen en nieuwe waarheid te leren.
Het is mogelijk dat zij uiteindelijk meer tijd nodig hebben om tot kennis van de waarheid te geraken, om waarlijk ontwikkeld te worden, dan de ongeletterden van deze wereld.
Gods geïnspireerde Woord, de Bijbel, is het fundament van alle kennis. Maar zij zijn erin getraind om dit ware fundament bevooroordeeld te verachten.
Het onderrichten en heronderrichten van de wereld zal zeker een van de belangrijkste taken zijn waar het koninkrijk van God, na Christus’ terugkeer als Heerser, voor komt te staan. Tegenwoordig volgen de mensen valse en bedrieglijke waarden. Hun hele denken zal een heroriëntatie vereisen, een verandering van richting.
Vervolgd op Het Mysterie van het Koninkrijk van God (Vijftiende deel)