eberhard grossgasteiger/Unsplash
Preëxistentie vóór het stoffelijke heelal (Zesde deel)
Vervolgd van Preëxistentie vóór het stoffelijke heelal (Vijfde deel)
Wat leidde tot de zonde der engelen?
Wat was de oorzaak dat de engelen op aarde tot zonde, tot wetteloosheid vervielen? Het waren zeer zeker niet de gewone engelen die dit hoogste wezen overhaalden tot verraad. Nee, in hemzelf werd ongerechtigheid gevonden. Maar na hoeveel tijd? Dat weten wij niet. God heeft ons dit niet geopenbaard. Het kan welk aantal jaren dan ook geweest zijn, van één of minder tot miljoenen maal miljoenen jaren.
Ons is ook niet geopenbaard hoeveel tijd het Lucifer kostte, nadat hij had besloten te rebelleren en te trachten Gods hemel binnen te dringen om de macht over het heelal over te nemen, om alle engelen op aarde zo ver te krijgen dat zij hem volgden en verraad pleegden.
Ik weet welke methode hij gebruikte. Het is dezelfde methode die hij ook nu nog gebruikt om mensen te misleiden en te brengen tot ontrouw, opstandigheid en zelfzuchtig verzet tegen Gods heerschappij. Eerst bracht hij een of twee engelen tot afgunst, jaloezie en wrok over een vermeend onrecht en daarna tot trouweloosheid. Vervolgens gebruikte hij deze paar engelen, als rotte appels in een mand, om gevoelens van wrok, zelfbeklag, trouweloosheid en opstandigheid in andere engelen op te wekken. Dit is zijn methode—elke rotte appel steekt de appels naast zich aan totdat de hele mand bedorven is.
Als in Gods bestuur in onze dagen de “rotte appels” niet tijdig worden uitgeworpen, zouden zij Gods bewind op aarde volkomen verwoesten. Zijn zij eenmaal uit de mand verwijderd, dan zullen zij de andere appels in de mand niet meer kunnen aansteken.
Maar bedenk eens hoeveel tijd de verbitterde, verdorven Lucifer nodig gehad zal hebben om miljoenen heilige engelen tot wrok, verbittering, ontrouw en tenslotte tot venijnige rebellie te brengen. Misschien heeft het hem honderden, duizenden of miljoenen jaren gekost. Dit alles vond plaats voordat de mens was geschapen.
Het geschiedde na de oorspronkelijke schepping van de aarde zoals die beschreven wordt in vers 1 van Genesis 1. Vers 2 beschrijft een toestand die het gevolg was van het zondigen van engelen. Daarom hebben de gebeurtenissen die in vers 2 worden beschreven, waarschijnlijk miljoenen jaren na de eerste schepping van de aarde plaatsgevonden.
De aarde kan dus wel miljoenen jaren geleden geschapen zijn. In deze passage van Ezechiël 28 lezen we verder: “Door uw uitgebreide handel zijt gij vervuld geraakt met geweldenarij en kwaamt gij tot zonde. Van de berg der goden verbande Ik u en deed u weg, gij beschuttende cherub, van tussen de vlammende stenen. Trots was uw hart op uw schoonheid—met uw luister hebt gij ook uw wijsheid teniet doen gaan. Ter aarde wierp Ik u neer …” (vs. 16-17). Op dit punt keert het verhaal weer terug tot de menselijke politiek-religieuze leider die spoedig zal verschijnen, de leider van wie de vorst van het oude Tyrus de voorloper is geweest.
Eerder in dit hoofdstuk heb ik beschreven hoe verwoesting en duisternis over de aarde was gekomen als gevolg van de zonde van Lucifer (die nu de duivel is) en van de “engelen die gezondigd hadden” (nu demonen) en hoe God in zes dagen het aangezicht van de aarde vernieuwde (Genesis 1:2-25).
Waarom schiep God echter de mens op aarde (Genesis 1:26)?
Bezie de situatie eens vanuit Gods gezichtspunt. God heeft ons menselijk verstand gegeven, vergelijkbaar met dat van God, alleen van lagere orde en beperkt. God schiep ons naar Zijn beeld, naar Zijn gelijkenis (vorm en gestalte), maar uit stof, niet uit geest. Maar God heeft ook gezegd: “Laat die gezindheid bij u zijn, welke ook in Christus Jezus was” (Filippenzen 2:5). Wij kunnen tot op zekere hoogte denken zoals God denkt. Hoe moet God de situatie hebben gezien, toen Hij het aangezicht van de aarde begon te vernieuwen na de wereldwijde catastrofe die de engelen hadden veroorzaakt?
Hij had een prachtige en volmaakte schepping op aarde tot stand gebracht. Hij had haar bevolkt met heilige engelen—misschien waren het er wel miljoenen. Boven hen plaatste Hij als koning op een aardse troon, een aartsengel, de cherub Lucifer. Lucifer nu was een individueel geschapen geestelijk wezen, het hoogste meesterstuk van Gods scheppingsmacht. Hij was het meest volmaakte wezen in schoonheid, kracht, geest, kennis, verstand en wijsheid dat God in Zijn almacht kon scheppen. God kon door Zijn machtsbevel geen hoger of volmaakter wezen maken.
Toch had dit verheven wezen dat bij Gods troon was opgeleid en bekwaam om Gods bestuur over het universum uit te oefenen, Gods heerschappij verworpen. Hij was verdorven geworden en ging zelfzuchtig zijn eigen weg; hij rebelleerde tegen de uitoefening van Gods bestuur en wilde er zelfs niet aan gehoorzamen. Hij had al zijn engelen verleid en tot de zonde van rebellie en ontrouw gebracht.
Denkt u zich dit verder in. Blijkbaar was het gehele universum tegelijk met de aarde geschapen. Er zijn geen aanwijzingen, noch in Gods geopenbaarde Woord, noch in de wetenschap dat er op enige planeet in het oneindige heelal enige vorm van leven bestaat. Maar God doet niets zomaar; Hij heeft met alles een bedoeling.
Alles wijst erop dat al deze planeten thans woest en ledig (tohu en bohu) zijn zoals de aarde was in Genesis 1:2. Maar God schiep ze niet met zo’n doodse aanblik zoals onze maan nu vertoont. Verval is geen oorspronkelijke geschapen toestand—het is een toestand die voortkomt uit een proces van achteruitgang. Het is duidelijk dat als de nu gevallen engelen de aarde in haar oorspronkelijke schoonheid hadden bewaard en gecultiveerd, als zij Gods instructies hadden uitgevoerd en Zijn leiding hadden gehoorzaamd, dan zouden zij de ontzagwekkende mogelijkheid hebben gekregen het gehele universum te bevolken om een geweldig creatief plan ten uitvoer te brengen. Toen zij tot verraad vervielen op aarde, moet hun zonde ook de verwoesting van de planeten in het heelal, die hen oorspronkelijk en voorwaardelijk ook in beheer waren gegeven, hebben teweeggebracht.
Toen God deze tragische catastrofe aanzag, moet Hij hebben beseft dat, nu het hoogste en volmaaktste wezen, dat Hij in Zijn almacht in één keer kon scheppen, tot rebellie was vervallen, Hij God zelf, het enige wezen was dat niet wil en niet kan zondigen.
En God is de Vader van de Godfamilie.
Zie Johannes 1:1-5. Het “Woord” dat vlees is geworden (vs. 14) is altijd, eeuwig bij de Vader geweest. God de Vader heeft alle dingen geschapen—het ganse heelal—door hem die Jezus Christus werd (Efeziërs 3:9 Statenvertaling, Colossenzen 1:16-17).
Toen Jezus op aarde was, bad Hij tot God, Zijn Vader in de hemel. De Vader sprak over Jezus als “Mijn geliefde zoon in wie Ik behagen heb.” Jezus leefde op aarde als mens, in alle opzichten blootgesteld aan allerlei verleidingen evenals wij, maar ondanks dat alles zonder zonde.
Het vijfde woord in de Bijbel is “God” (Genesis 1:1). Het oorspronkelijke Hebreeuws ervoor is Elohim, een naar de vorm enkelvoudig woord met een meervoudige betekenis, zoals familie, kerk of groep. De Godfamilie is God. Er is één God—die ene Familie, maar meer dan één Persoon.
God zag dat Hij geen enkel wezen onder God, in de Godfamilie, absoluut kon vertrouwen in zoverre dat het nooit zou zondigen, zoals God die niet kán zondigen. Ten einde Zijn plan voor de gehele kosmos uit te voeren, kan niemand anders dan Hijzelf (als de Godfamilie), met absolute zekerheid die verheven taak voor het ganse heelal op Zich nemen. God besloot toen Zichzelf te vermenigvuldigen door mensen te scheppen naar Zijn beeld en gelijkenis, maar aanvankelijk bestaande uit vlees en bloed en onderworpen aan de dood als zij zouden zondigen en zich niet bekeren—hoewel met de mogelijkheid om in de Godfamilie te worden geboren, verwekt door God de Vader.
God zag hoe dit kan worden gedaan door Christus die Zichzelf voor dit doel opofferde.
En dat is de reden dat God de mens op aarde plaatste. Dat is de reden waarom de allerhoogste en almachtige God dit nog nooit eerder door Hem ondernomen kolossale en geweldige plan, nl. de reproductie van Zichzelf, ten uitvoer gaat brengen. Het volgende hoofdstuk zal dit onmiskenbaar duidelijk maken.
Wordt vervolgd...