Overzicht van het boek Hosea (Tweede deel)
Vervolg van Overzicht van het boek Hosea (Eerste deel)
Lo-ruchamah—Geen Erbarmen Meer
“Zij werd wederom zwanger en baarde een dochter; Hij zeide tot hem: Noem haar Lo-ruchama, want Ik zal Mij voortaan niet meer over het huis Israëls ontfermen, dat Ik hun iets vergeven zou (want Ik zal Mij voortaan niet meer ontfermen over het huis Israëls, maar ik zal ze zekerlijk wegvoeren—sv)” (Hosea 1:6). De tijd nadert met rasse schreden voor Engeland en Israël waarin God geen medelijden meer met ons zal hebben. Hij zal ons streng straffen. Hij zegt: “Ik zal ze zekerlijk wegvoeren.” Een tweede ballingschap zal over onze volken komen. De volkeren van Israël, inclusief Engeland, zullen tot slaven gemaakt en uit hun vaderland weggevoerd worden.
Lo-ammi—Gij Zijt Mijn Volk Niet
“Nadat zij Lo-ruchama gespeend had, werd zij zwanger en baarde een zoon. Toen zeide Hij: Noem hem Lo-ammi, want gij zijt mijn volk niet en Ik zal de uwe niet zijn” (Hosea 1:8-9). Dit is de realiteit die Israël onder ogen moet zien. God nadert het punt waarop Hij tot Israël zal zeggen—Jullie zijn Mijn volk niet—en Ik ben jullie God niet! God zal hetzelfde tegen de Laodicea Kerk gaan zeggen. “Zo dan, omdat gij lauw zijt en noch heet, noch koud, zal Ik u uit mijn mond spuwen” (Openbaring 3:16). God zal Israël en de Laodicea Kerk uit Zijn mond in de Grote Verdrukking spuwen en dan zullen ze zich moeten bekeren als ze Zijn volk willen zijn.
“Eens echter zullen de kinderen Israëls talrijk wezen als het zand der zee, dat niet te meten of te tellen is. En ter plaatse waar tot hen gezegd wordt: Gij zijt mijn volk niet, zullen zij genoemd worden kinderen van de levende God” (Hosea 1:10). Waarom zou God Zijn volk en de Laodicea Kerk in de Grote Verdrukking storten? Soms is het moeilijk voor ons om te begrijpen waarom God doet wat Hij doet. God stort hen in de Grote Verdrukking opdat ze gaan zien dat ze potentieel de “kinderen van de levende God” zijn! God wil dat ze allen zo zullen handelen zoals God en ophouden te handelen zoals Satan handelt. Als de Grote Verdrukking persé nodig is om dit te bereiken—wel dan zij het zo! Midden in deze verschrikkelijke straf ligt een zeer positieve boodschap.
“Dan zullen de kinderen van Juda en de kinderen van Israël zich bijeenscharen, een hoofd over zich stellen, en optrekken uit het land; want groot zal de dag van Jizreël zijn” (Hosea 1:11).
Hier hebben we een wonderbaarlijke profetie aangaande de nabije toekomst. Juda en Israël zullen opnieuw verenigd worden onder één hoofd. Dit is sedert Jerobeam en Rehabeam niet het geval geweest. Beseft u wel dat Juda en Israël gescheiden zullen blijven vanaf de tijd van deze twee koningen tot aan de terugkeer van Jezus Christus? We zullen later zien dat de opgewekte Koning David het “ene hoofd” over Israël en Juda zal zijn. Zelfs ofschoon er een tijd op komst is dat er geen Engeland zal bestaan, zal de troon die hen nu is toevertrouwd opnieuw zeer roemrijk zijn.
Een Volk Dat God Niet Kent
“Zij echter beseft niet, dat Ik het ben, die haar het koren, de most en de olie heb gegeven, die haar het zilver rijkelijk geschonken heb en het goud, dat zij voor de Baäl gebruikt hebben” (Hosea 2:8). Het is verbazingwekkend dat Engeland en Amerika al deze macht en grote rijkdom bezaten en er zich toch totaal niet van bewust waren dat het van God kwam. Ons volk weet niet dat God ons onze overvloed van koren, wijn en olie geschonken heeft. God zegt dat zij niet weten dat Hij hen deze macht gaf. Engeland en Amerika weten niet dat zij vanwege Abrahams gehoorzaamheid deze zegeningen ontvingen. Zelfs mensen over de hele wereld vragen zich af waarom deze twee naties al deze macht en rijkdom bezitten. Zij weten daar geen antwoord op. Maar wij moeten dat wel weten. De mensen in de Verenigde Staten en Brittannië moeten het weten. God heeft die mensen al die rijkdom en macht gegeven en zij hebben Baäl gediend—zij hebben Satan ermee gediend—en God is er beroerd van!
“Daarom zal Ik mijn koren weer wegnemen in de oogsttijd, en mijn most in zijn seizoen, en wegrukken mijn wol en mijn vlas, die haar naaktheid moeten bedekken. Nu dan, Ik wil haar schaamte ontbloten voor de ogen van haar minnaars en niemand zal haar uit mijn hand redden. Ik zal doen ophouden al haar vreugde, haar feest, haar nieuwemaansdag en haar sabbat, ja, al haar hoogtijden” (Hosea 2:9-11). Het zijn niet de vijanden van Engeland en Amerika die hun ontuchtigheid ontdekken, maar hun minnaars, zoals Assyrië. Engeland en Amerika stellen zich op één lijn met Duitsland (het huidige Assyrië) en het zal tot onze ondergang leiden—omdat God het teweeg zal brengen. Er zal geen vreugde of geluk meer in onze landen zijn. Vers 11 laat zien dat de onlusten en troebelen van onze volken ook hun weerslag zullen hebben op de Laodicea Kerk. Er zal een tijd komen dat de Kerk gevangen zal zitten in een martelende ballingschap; niet in staat de Sabbat of de Heilige Dagen te houden. De Laodicea Kerk zal ook haar vreugde verliezen. Dat is de spoedig komende toekomst voor Israël en de Laodicea Kerk van God.
Een Speciale Boodschap Voor Geestelijk Israël
Het boek Hosea is ook geschreven voor geestelijk Israël—Gods beide eindtijd Kerken. We behoren door middel van dit boek ons eigen karakter evengoed te onderzoeken. Wij zullen als ware Christenen niet aan de Grote Verdrukking ontkomen tenzij we voortdurend karakter bouwen. God spreekt nu tot de Kerk—later zal Hij tot het fysieke Israël spreken, wanneer zij bekeerd zijn.
“De Here zeide tot mij: Ga weder heen, bemin een vrouw, die zich door een ander laat beminnen en overspelig is, gelijk de Here de Israëlieten bemint, die zich tot andere goden wenden en minnaars zijn van druivenkoeken (Hosea 3:1). Wij in Gods Filadelfia Kerk moeten dit plaatje heel duidelijk zien. Hosea kreeg de opdracht een hoer te trouwen. Zij had bastaardkinderen. En toen beval God Hosea om die vrouw te beminnen. Dat was iets heel moeilijks voor Hosea! Zijn vrouw beging toen nog steeds overspel. Zijn vrouw had zich nog niet bekeerd. Maar dat is de manier waarop God met Israël omgaat. Israël beging voortdurend overspel door valse goden achterna te lopen. Ze volgden Satan voortdurend en deden wat hij wilde. Toch had God Israël nog lief.
Die soort liefde is niet natuurlijk voor ons als menselijke wezens. Zij is echter wel natuurlijk voor God! Als ons ernstig onrecht aangedaan wordt, dan is het natuurlijk dat we terugslaan. Als we als God willen worden, dan moeten we zo liefhebben zoals God liefheeft. Dat kunnen we alleen bereiken door de Heilige Geest te gebruiken. Wat als uw man of vrouw nu eens iets verschrikkelijks tegen u deed? Zou u uw man of vrouw nog kunnen liefhebben zoals God Israël? God blijft liefhebben zelfs wanneer Hem onrecht aangedaan wordt. Als wij zondigen, houdt God dan op ons lief te hebben? Nee! God corrigeert ons, maar altijd in liefde.
Als wij problemen hebben met onze echtgeno(o)t(e), handelen we dan volgens onze gevoelens en emoties, of handelen we op Gods manier? Hebben we lief zoals God Israël liefheeft? Ieder van ons moet zichzelf op dit gebied onderzoeken. Laten we onszelf niet voor de gek houden. Wij moeten Gods liefde in ons leven gebruiken. Het is niet natuurlijk voor ons Gods liefde te bezitten. Als we willen liefhebben zoals God liefheeft, dan moeten we op onze knieën gaan en Gods Heilige Geest gebruiken en leren wat Gods liefde is.
Wat is Gods liefde? Dat is leven bij elk woord uit de Bijbel. Het is leven bij Matth. 4:4. Het is leven bij Gods wet, die Gods liefde is. Als iemand ons verkeerd behandelt, dan zijn we geneigd zeer emotioneel en vleselijk te handelen, maar God handelt niet op die manier!
Als we bekeerd zijn dan behoren we te handelen als God. Als we vleselijk willen zijn en handelen zoals de wereld handelt, dan zullen we handelen zoals de meeste mensen in Hosea’s situatie zouden handelen. We zouden terugslaan en niet willen vergeven. Maar God wil ons laten groeien in Zijn liefde. In een huwelijksrelatie kunnen we Gods liefde leren.
We moeten de diepte van Israëls boosheid jegens God leren verstaan. Maar, wat nog belangrijker is, we moeten leren hoe groot Gods liefde voor ons is! We moeten diep leren begrijpen wat God voor ons heeft gedaan en hoeveel vergeving God ons persoonlijk heeft geschonken. Wij moeten diezelfde liefde en vergeving tonen. Wij moeten dezelfde vriendelijkheid ten opzichte van onze man of vrouw, ten opzichte van anderen in en buiten de Kerk tonen.
“Toen kocht ik haar voor vijftien zilverstukken en anderhalve homer gerst. En ik zeide tot haar: Vele dagen zult gij blijven zitten; gij zult geen ontucht bedrijven, geen man toebehoren; en ook ik zal tot u niet komen” (vers 2-3). Vers 3 geeft de enige persoonlijke woorden van Hosea in het boek weer.
Hier ligt voor ons allen een reusachtige les over God te leren. Het is alsof God zegt “voordat we er op uit kunnen trekken en de hele wereld onderwijzen, moeten we leren hoe we de mensen lief moeten hebben zoals God! Als u niet kunt liefhebben op Gods manier, dan kunt u niet in de Wereld van Morgen regeren! We moeten allemaal leren Gods liefde te hebben. God spreekt door het hele boek Hosea heen over Zijn soort liefde. Het kan werkelijk niet schelen over hoeveel vaardigheden we beschikken. Als we niet op Gods liefde vertrouwen, zullen onze kundigheden ons in de verkeerde richting sturen. Zonder Gods liefde lopen de dingen altijd verkeerd! Wij moeten huwelijksproblemen, of problemen met anderen niet te snel opgeven. we moeten onze betrekkingen laten werken, tenzij God ons laat zien dat ze niet zullen werken. Deze pogingen en testen zijn er om ons te helpen Gods liefde in ons leven in te bouwen, net zoals bij Hosea.
Hoe goed zijn wij in het leiden van mensen? Hoe goed zijn wij in het bewijzen van liefde, genade, vriendelijkheid en vergevingsgezindheid die God Zelf ons heeft bewezen? Kunt u dat soort liefde aan anderen doorgeven? Dat is het wat God van u en ons allen wil weten. ▪
Vervolg op Overzicht van het boek Hosea (Derde deel)