Dan Meyes/Unsplash
Is er leven na de dood? (Tweede deel)
Vervolgd van Is er leven na de dood? (Derde deel)
Hiervan getuigt de geïnspireerde wijsheid van Salomo: “De levenden weten tenminste, dat zij sterven moeten, maar de doden weten niets” (Prediker 9:5).
Onlangs vertelde een van de dienaren van de Worldwide Church of God mij zijn ervaringen met drie mensen die alle drie zelfmoord wilden plegen. Elke keer zei hij tegen hen: “Ga je gang—maar eerst moet je wel even weten wat er gebeurt op het moment dat je sterft. Voor wat je bewustzijn betreft, zul je de volgende fractie van een seconde ontwaken in de opstanding en als je deze zelfmoord begaat, zal je nog steeds met al je problemen zitten, en bovendien met het schuldgevoel van deze zelfmoordmisdaad. Waarom los je de problemen niet nu op, voordat je deze moord pleegt?” Geen van drieën kwam tot het plegen van zijn voorgenomen zelfmoord!
Er valt dus niets te winnen door er “een eind aan te maken” in de veronderstelling dat dit de gemakkelijkste uitweg is. De dood brengt slechts een onmiddellijk ontwaken in de opstanding. U weet absoluut niets meer vanaf de seconde dat u sterft tot aan de seconde dat u in de opstanding ontwaakt. Deze mensen, zo legde deze dienaar uit, dachten dat zelfmoord aan alles een eind zou maken, dat ze van hun moeilijkheden af zouden zijn, maar toen ze hoorden dat ze in dat oordeel nog steeds hun problemen zouden hebben, plus een beschuldiging van moord, leek zelfmoord niet langer de gemakkelijke uitweg.
Nee, de dood is geen vriend, maar een vijand. Christus kwam om de dood te vernietigen, om voor iedereen een gelukkig, vreedzaam en overvloedig leven mogelijk te maken—voor een ieder in zijn eigen tijd. Hij kwam opdat wij “het leven zouden hebben en overvloed.”
Er is zeer zeker leven na de dood en Christus heeft een transcendente toekomst voor de mens mogelijk gemaakt die zo groot is dat het ongelooflijk schijnt. Hij kwam om in onze plaats te sterven, om de straf die wij verdiend hadden voor ons te dragen en ons leven te geven.
Christus zelf onderwees dat er leven na de dood is.
Hij vertelde het de Farizeeër Nicodemus, maar Nicodemus geloofde Hem niet. Jezus zei tegen hem: “Indien ik ulieden van het aardse gesproken heb, zonder dat gij gelooft …” (Johannes 3:12).
Waarom begreep Nicodemus, de Farizeeër, het niet toen Jezus tot hem zei: “… tenzij iemand wederom geboren wordt, kan hij het Koninkrijk Gods niet zien”?
Waarom begrijpen de mensen nu deze woorden niet? Hoe veel mensen in deze tijd weten eigenlijk dat het evangelie van Jezus een sensationele, nog nooit eerder bekendgemaakte nieuwsaankondiging was?
Jezus was een nieuwsbrenger
De mensen in Judea wisten of hadden moeten weten van Maleachi’s profetie hierover. Het was het evangelie van God en het woord “evangelie” betekent goed nieuws.
Jezus was een nieuwsbrenger. Zijn nieuws was iets geheel nieuws dat nog nooit eerder aan de mensheid was verkondigd. Het was het allerheerlijkste nieuws dat ooit gebracht werd; in feite bijna te heerlijk voor de mensen om te geloven. Het was nieuws over de fantastische transcendente mogelijkheden van de mens.
Het geweldige bericht dat Jezus bracht, was geen verslag van dingen die hadden plaatsgevonden. Het was vooruitlopend nieuws van een bijna ongelooflijke utopische wereld van morgen. Het was nieuws over het leven na de dood, nieuws dat wij opnieuw geboren kunnen worden. Toch is er bijna niemand die het begrijpt.
Waarom heeft de wereld het nooit onderkend als het overweldigende nieuws dat het in wezen is? Omdat de vijanden van het evangelie in de eerste eeuw het onderdrukt hebben.
De Kerk van God, gegrondvest op de eerste apostelen en Christus, werd gesticht op de Pinksterdag van het jaar 31 n.Chr. Toen de apostel Paulus ongeveer twintig jaar later zijn brief aan de kerken van Galatië schreef, waren ze reeds onderhevig aan onderdrukking en valse leraars hadden de mensen misleid tot een ander evangelie. Paulus schreef: “Het verbaast mij, dat gij u zo schielijk van degene, die u door de genade van Christus geroepen heeft, laat afbrengen tot een ander evangelie, en dat is geen evangelie. Er zijn echter sommigen, die u in verwarring brengen en het evangelie van Christus willen verdraaien” (Galaten 1:6-7). Zie ook Romeinen 1:18: “Want toorn van God openbaart Zich van de hemel over alle goddeloosheid en ongerechtigheid van mensen, die de waarheid in ongerechtigheid ten onder houden.” En in 2 Corinthiërs 11 spreekt Paulus over valse apostelen van Satan die “een ander evangelie” prediken (vs. 4, 13, 15).
Toen Jezus predikte was het de tijd dat deze boodschap werd aangekondigd, nu is het de tijd waarin de ware betekenis ervan zo duidelijk gemaakt moet worden dat de mensen het kunnen begrijpen (Mattheüs 24:14).
Dat zal in dit hoofdstuk gebeuren. Het is voor u die het nu leest een uitdaging die een beslissing vordert. Wel dient u goed te begrijpen wat dat voor een nieuwsaankondiging was, anders kunt u nooit bevatten wat Jezus bedoelde met “wedergeboren” worden.
Wat voor nieuws was het?
Hier is eerst beknopt de inhoud van die verbazingwekkende nieuwe boodschap. De vooraankondiging in de profetie van Maleachi luidt: “Zie, ik zend Mijn bode, die voor Mijn aangezicht de weg bereiden zal; plotseling zal tot Zijn tempel komen de Here [de Messias], die gij zoekt, namelijk de Engel des verbonds …” (Maleachi 3:1).
Zie nu het begin van de verkondiging van de boodschap door de Boodschapper. Het staat in het evangelie van Marcus, hoofdstuk 1:
“Het begin van het Evangelie van Jezus Christus, de Zoon van God. Gelijk geschreven is in de profeten …” (SV). Dan volgt de aanhaling uit Maleachi hierboven. Dat wordt gevolgd door het verslag van Johannes de Doper die de weg bereidde voor de Boodschapper.
Dan vers 14-15: “En nadat Johannes was overgeleverd, ging Jezus naar Galilea om het evangelie Gods te prediken, (en Hij zeide): De tijd is vervuld en het Koninkrijk Gods is nabijgekomen. Bekeert u en gelooft het evangelie” (d.w.z. geloof het goede nieuws).
Wat is het Koninkrijk Gods?
Wat bedoelde Hij met het Koninkrijk Gods? Jezus’ hele boodschap—Zijn evangelie—ging over het Koninkrijk Gods. Toch weten maar weinig mensen er iets over.
Een koninkrijk is: a) een volk bestaande uit mensen en b) de regering over dat volk. Een vollediger en onthullender verklaring hierover volgt in hoofdstuk 13.
In sommige gevallen zijn de mensen van een volk de afstammelingen—de kinderen—van één man. Het volk van Turkije stamt af van Ezau, de tweelingbroer van Jacob, wiens naam werd veranderd in Israël. Hij was de vader van het volk Israël. Voordat de tweeling geboren werd, zei God tot Rebekka, hun moeder: “Twee volken zijn in uw schoot …” (Genesis 25:23).
Jezus, de Messias, zou dus komen als de Engel des verbonds . Het Oude Verbond had van de menselijke kinderen Israëls een volk of koninkrijk van mensen gemaakt, nl. het koninkrijk Israël. Jezus kwam als bode of heraut om de boodschap aan te kondigen van het Nieuwe Verbond dat de uit geest bestaande kinderen van God tot het Koninkrijk Gods zal maken.
Evenals het oude koninkrijk Israël bestond uit de menselijke familie van de menselijke man Israël, zo zal het Koninkrijk Gods bestaan uit de goddelijke familie van de heilige God.
Wat heeft dit nu te maken met het leven na de dood? Het heeft er alles mee te maken.
Wordt vervolgd...