ULLSTEIN BILD/ULLSTEIN BILD VIA GETTY IMAGES
Het Vaticaan wist van de Joodse genocide maar deed niets
Op 8 mei vieren velen het 75-jarig jubileum van de Bevrijding van Europa, waarmee een einde kwam aan de Duitse nazi-oorlogsmachine die leidde tot de dood van 70 miljoen mensen tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Ongetwijfeld zullen in de aanloop naar de viering, door het afnemende aantal ooggetuigen opnieuw verhalen worden verteld over moed en heldendom die hebben bijgedragen aan de triomf van de geallieerden.
Maar dit jaar wordt er ook nog een ander verhaal verteld; niet een van opoffering en moed, maar van stilte.
Op 2 maart trotseerden ongeveer 60 historici en journalisten een reis naar het met coronavirus beladen Italië om maximaal te profiteren van de nooit eerder geziene toegang tot het Vaticaans Apostolisch Archief, en dan met name de oorlogsverslagen van paus Pius XII. In 2019 kondigde paus Franciscus aan dat hij de verzameling van historische documenten zou openen voor onafhankelijke onderzoekers om de relatie tussen de katholieke kerk en nazi-Duitsland na te kunnen trekken. De hamvraag was hoeveel Paus Pius XII wist over de nazi-gruweldaden tegen de Joden.
Pius XII, die oorspronkelijk Eugenio Pacelli heette, werd ervan beticht een oogje dicht te hebben geknepen voor de nazi-genocide op de Joden. Vanaf zijn verkiezing tot paus in 1939 tot aan zijn dood in 1958 zweeg hij over deze kwestie. Aan het eind van de jaren negentig kreeg de devote rooms-katholieke historicus John Cornwell toegang tot hetzelfde archief om de beweringen dat Pius XII het Derde Rijk hielp en steunde te helpen ontkrachten.
In plaats daarvan vond hij echter het tegendeel. Cornwell: “Tegen het einde van mijn onderzoek bevond ik me in een toestand die ik alleen kan omschrijven als morele schok. Het materiaal dat ik had verzameld, waarbij ik het uitgebreidere beeld van Pacelli's leven bekeek, kwam niet neer op een vrijstelling maar op een bredere aanklacht. Mijn onderzoek besloeg Pacelli's carrière vanaf het begin van de eeuw en vertelde het verhaal van een poging tot ongekende pauselijke macht die tegen 1933 de katholieke kerk medeplichtig had gemaakt aan de donkerste krachten van die tijd. Ik vond bovendien bewijs dat Pacelli al in een vroeg stadium van zijn carrière een onmiskenbare antipathie jegens de Joden etaleerde, en dat zijn diplomatie in Duitsland in de jaren dertig had geleid tot verraad aan katholieke politieke verenigingen die het regime van Hitler konden hebben tegengewerkt en de Endlösung gedwarsboomd."
Cornwells onderzoek culmineerde in zijn boek uit 1999 getiteld Hitler’s Pope [Hitlers Paus]. Hoewel Cornwells boek een internationale bestseller zou worden, duurde het niet lang voordat andere historici het boek bekritiseerden vanwege onnauwkeurigheden. Anderen probeerden de beweringen van Cornwell te betwisten door terug te gaan naar de originele brondocumenten. Maar het Vaticaan sloot kort na de publicatie van Cornwells boek de deuren van het archief. En het was de bedoeling om dit tot 2028 gesloten te houden.
Het is dus niet verwonderlijk dat, toen de deuren van het archief op 2 maart van dit jaar opengingen, 60 van de 200 onafhankelijke onderzoekers die door het Vaticaan waren toegelaten, ondanks het coronavirus naar Italië togen. Onder de groep bevond zich een Duits team van de Universiteit van Münster onder leiding van Herbert Wolf, een historicus van de Katholieke Kerk die in het verleden met andere documenten in het archief had gewerkt. Helaas, slechts een week later, leidde de verspreiding van het coronavirus in Italië tot de voortijdige sluiting van het archief.
Maar zoals internationale media deze week vernamen, was één week genoeg voor Wolf en zijn collega's om meer bewijs te vinden waaruit bleek dat het Vaticaan veel meer wist over de nazi-wreedheden tegen de joden dan het in het verleden onthuld had – en dit al veel eerder.
Wolf beweert dat hij bewijs heeft gevonden dat de hoogste echelons in het Vaticaan reeds in augustus 1942 bekend werden gemaakt met de nazi-gruweldaden, maar ze verwierpen de beweringen in de rapporten.
In het rapport van Wolf wordt opgemerkt dat Byron Charles Taylor, de persoonlijke gezant van President Franklin Roosevelt bij het Vaticaan, op 27 september 1942 een brief naar het Vaticaan stuurde met het verzoek bevestiging te krijgen van berichten over de massamoord op Joden in vernietigingskampen in nazi-bezet Polen. Taylors brief was gebaseerd op een rapport dat een maand eerder door het Joods Agentschap was verspreid en waarin ook de slachting in het getto van Warschau werd besproken, waar 100.000 joden waren vermoord. Het rapport vermeldde ook dat Joden uit Duitsland, Nederland, Slowakije en België ook naar Polen werden vervoerd om te worden afgemaakt.
Het team van Wolf vond bewijs dat Pius XII het bericht van Taylor las op de dag van ontvangst.
Taylor verzocht het Vaticaan ook om het verslag van de Joodse uitroeiing door de nazi's te bevestigen en de paus vervolgens zijn macht te laten gebruiken om de publieke opinie in te schakelen en de beschaafde wereld te mobiliseren om een einde te maken aan de moorden.
De geschiedenis leert dat de paus een dergelijke actie niet ondernam, maar in plaats daarvan stil bleef zwijgen.
Na een vervolgbrief van Taylor reageerde het Vaticaan op 10 oktober 1942 en stelde dat de paus “had gehoord over de brute behandeling van de joden”, maar de informatie niet kon verifiëren.
Maar is dat zo?
We weten nu dat het Vaticaan ten minste twee andere rapporten heeft ontvangen over de nazi-slachting van de Joden voordat het de eerste brief van de Amerikaanse gezant ontving. Zoals vermeld in Haaretz, schreef de Oekraïense aartsbisschop in augustus 1942 aan het Vaticaan om hem te informeren over de gruweldaden die hij had gezien in het getto van Lviv, waar tienduizenden Joden werden afgevoerd naar vernietigingskampen.
Vervolgens, iets meer dan een week voordat Taylors brief arriveerde, ontving de assistent van Pius XII, Giovanni Battista Montini, die in 1963 paus zou worden, nog meer ontstellende informatie. Deze keer kwam het van een Italiaanse zakenman die net was teruggekeerd uit Polen, waar hij getuige was geweest van een slachting van schokkende proporties door de nazi's op de Joden.
Volgens de ontdekkingen van Wolf in het archief, circuleerde destijds een interne Vaticaanse memo, geschreven door de toenmalige pauselijke adviseur Angelo Dell'Acqua. Dell’Acqua minimaliseerde al deze claims. Dell’Acqua schreef, verwijzend naar het rapport van het Joodse Agentschap over de vernietigingskampen in Polen, "dat ze moeten worden geverifieerd omdat de Joden ook gemakkelijk overdrijven." De memo zette ook vraagtekens bij de bewering van de Oekraïense aartsbisschop, waarbij Dell’Acqua schreef dat Oosterse katholieken geen "voorbeeld van betrouwbaarheid" waren.
"Dit is een belangrijk document dat voor ons verborgen is gehouden omdat het duidelijk antisemitisch is en achtergrond verschaft over waarom Pius XII zich niet uitsprak tegen de Holocaust", vertelde Wolf onlangs aan een katholiek blad in Münster.
Inderdaad! Het laat zien dat het Vaticaan, hoewel het verschillende geloofwaardige rapporten had ontvangen, weigerde de slachting van de Joden te veroordelen.
Op 17 december 1942, nadat meer bewijzen waren verschenen van nazi-massamoorden op de Joden, kwamen Groot-Brittannië, de VS en Rusland samen om een gezamenlijke verklaring af te leggen waarin het nazi-uitroeiingsbeleid aan de wereld werd bekendgemaakt. Maar het Vaticaan bleef stil.
Een week later had Pius de perfecte gelegenheid om zijn solidariteit met de Joden en met de mensheid tegen de nazi's te betonen in zijn speciale Kerstradio-uitzending. Hij zei: "De mensheid is deze gelofte verschuldigd aan die honderdduizenden die, zonder enige schuld van hun kant, soms alleen vanwege hun nationaliteit of ras, worden veroordeeld tot de dood of tot langzaam wegkwijnen.”
Men zou kunnen zeggen dat deze verklaring van de paus betrekking had op de Holocaust. Maar zoals andere historici hebben opgemerkt, omvat deze versluierde vermelding slechts 27 woorden van de volledige tekst van 26 pagina's.
Er zijn documenten die onthullen dat het Vaticaan ten tijde van deze Kerst-toespraak over dezelfde inlichtingen beschikte wat betreft de nazi-wreedheden tegen de Joden als de geallieerde machten. De geallieerden gebruikten deze informatie en legden een gezamenlijke verklaring af tegen de nazi-Holocaust van de Joden. De openbare verklaring zette de gerechtigheid van de geallieerde zaak nog meer in de verf.
Gewapend met dezelfde kennis kreeg de paus de kans om de kant van de geallieerden te kiezen en de ongekende misdaden tegen de Joden moedig aan de kaak te stellen. Maar het woord Jood, het belangrijkste doelwit van de weerzinwekkende ideologie van de nazi’s, kon hij niet eens noemen.
Waarom niet?
Deze ene onthulling na één week in het Vaticaanse Archief laat zien dat er veel meer geschiedenis te ontdekken valt wat betreft de relatie tussen het Derde Rijk en het Vaticaan vóór, tijdens en na de Tweede Wereldoorlog.
Maar één aspect van die geschiedenis dat onderzoekers niet tussen de documenten vinden, is waarom de paus zweeg in het licht van de Joodse genocide. Waarom zou de leidende christelijke denominatie de kant kiezen van een fanatieke kracht die een mensenras wou uitroeien?
Dit is geen gemakkelijke vraag, maar de Bijbel geeft er wel een antwoord op.
De Bijbel profeteerde dat het Derde Rijk zou opkomen. Hitlers koninkrijk was slechts de zesde belichaming van hetzelfde kerk-staat-systeem dat in de loop van de geschiedenis herhaaldelijk heeft geprobeerd Europa te regeren.