Blijf op de hoogte met onze gratis nieuwsbrief

Het Mysterie van Israël (derde deel)

Sittipol Mahapirom/Unsplash

Het Mysterie van Israël (derde deel)

Mysterie der eeuwen (Hoofdstuk vijf)

Vervolg van Het Mysterie van Israël (tweede deel)

V

erbroken beloften

Na verloop van tijd sloegen de Israëlieten aan de voet van de berg Sinaï hun tenten op.

God maakte hen niet tot Zijn natie, onder Zijn theocratische bestuur, zonder hun instemming.

Door Mozes deed God hun Zijn voorstel. Als zij de wetten van Zijn regering zouden gehoorzamen, zou Hij hen zegenen en hen tot de welvarendste en machtigste natie maken. Gods beloften aangaande het eerstgeboorterecht waren evenwel van nationale en materiële aard—geen geestelijk behoud.

De mensen stemden ermee in. Aldus werden zij Gods uitverkoren volk. Maar met welk doel?

Dit weten wij: Gods plan met hen stond in nauw verband met de voorbereiding van het uiteindelijke Koninkrijk van God—wanneer Gods regering over de gehele aarde zal worden hersteld, en geestelijk behoud zal worden aangeboden aan iedereen!

Ongetwijfeld was één reden het behoud van de oorspronkelijke fysieke stam van Sems nakomelingen. Maar er was veel meer.

De volken ontwikkelden kennis. Na Adams opstandigheid was de kennisverwerving van de mensheid beperkt tot fysieke en materiële zaken.

Evenals de ontwikkelde en geleerde mensen van vandaag zeiden zij echter: „Geef ons voldoende kennis en wij zullen alle problemen oplossen en alle kwalen uitroeien—wij zullen een Utopia scheppen!”

Tot aan die tijd was de mensheid kennis en vervulling van geestelijke zaken van God ontzegd. God besloot hun nu kennis van Zijn wet te geven—van Zijn soort regering, van Zijn levenswijze! Hij was van plan aan de wereld te bewijzen dat zonder Zijn Heilige Geest hun verstand niet in staat was deze kennis van de ware levenswijze te ontvangen of te gebruiken. Hij was van plan hen aan te tonen dat het verstand van de mens, met zijn ene geest, en zonder dat Gods Heilige Geest daaraan wordt toegevoegd, geen geestelijk inzicht kan hebben, niet de menselijke problemen kan oplossen, niet de kwalen die de mensheid bestoken kan verhelpen. Het volk Israël zou Gods proefkonijn zijn om dit feit te bewijzen. God had een volk uitgekozen van een bijna volmaakte afkomst. Bovendien bezat het de uitstekende erfelijkheid van Abraham, Izaäk en Jacob (Israël).

God sloot dus een verbond met hen waarbij Hij hen tot Zijn volk maakte. Dit verbond stelde tevens een huwelijksverbond voor, waarbij Israël als de bruid trouw belooft aan haar echtgenoot: God. Het was het fysieke type van het nog toekomstige geestelijke Nieuwe Verbond.

En wat bewees dit?

Israëls erfelijkheid en milieu

Hier hadden we een volk van bijna zuivere fysieke afkomst en het nageslacht van Abraham, Izaäk en Israël dat God geloofde. Twee elementen maken een mens tot wat hij in het leven wordt: erfelijkheid en milieu. Erfelijkheid behelst wat men door geboorte erft op gebieden als gezondheid, intelligentie en karakterneigingen. Milieu omvat alle externe invloeden en onafhankelijke beslissingen, hetzij goed of kwaad.

Erfelijkheid—als die van een goede en hoge kwaliteit is—kan iemand met een voorsprong doen beginnen. Een inspirerende omgeving, verheffende invloeden en de juiste zelfstandige motivering kunnen vooruitgang bevorderen. Een dergelijk milieu kan iemand van minder goede erfelijkheid tot een waar succes in het leven maken.

Daarentegen kunnen een ontmoedigende omgeving, kwade invloeden en misleide drijfveren iemand met een uitstekende erfelijkheid doen mislukken en een kwaadaardige natuur geven.

God begon Zijn uitverkoren natie—ook al kwam die uit slavernij—met alle natuurlijke voordelen van een superieure erfelijkheid. God haalde hen uit de slavernij en gaf hun een nieuwe en frisse start. Men zou kunnen zeggen dat alle hun door God gegeven dingen in hun voordeel werkten.

Maar nu waartoe? Waarop bereidde God dit volk Israël voor en waarom verhoogde Hij het?

Denk aan het doel waartoe God de mensheid schiep! God is bezig Zichzelf door middel van de mens te reproduceren! Hij schept in de mens Gods eigen volmaakt, heilig, rechtvaardig, goddelijk karakter. En dit moet, op zijn beurt, de regering van God over de gehele aarde herstellen. En verder is het Gods doel miljarden goddelijke wezens te scheppen teneinde de schepping van het onmetelijke onvoltooide universum te voltooien! En daarna?

God heeft nog niet geopenbaard wat Hij daarna op het oog heeft.

Alles wat God sinds de schepping van de eerste mensen heeft gedaan, was steeds een nieuwe stap in Gods algemene grote plan!

Type van het Koninkrijk van God

In de geschiedenis van de mensheid is het onmiddellijke doel het voorbereiden van het Koninkrijk van God dat Gods regering op de gehele aarde zal herstellen!

Het Koninkrijk van God is de verwekte en geboren familie van God die voor het eerst in werkelijkheid zal verschijnen door een opstan­ding en ogenblikkelijke verandering bij Christus’ wederkomst! En met verwekte en geboren zonen van God bedoel ik zeer nadrukkelijk niet degenen die zijn verleid tot de gangbare „wedergeboorte”-leer, waarbij iedereen „die belijdt Christus te aanvaarden” nu reeds, in dit huidige menselijke leven, „wedergeboren” is. Dit is een grote misleiding waarmee Satan de duivel diegenen (de meeste mensen van een zogeheten „Christendom”) heeft bedrogen, die een valse bekering hebben „aanvaard”. Zij kunnen heel oprecht zijn maar zij zijn niettemin misleid! En uiteraard weet een misleid iemand niet dat hij misleid is—hij kan volkomen eerlijk zijn! Laten wij evenwel goed nadenken. Op welke wijze speelt het oudtestamentische volk Israël een rol in de gestaag vorderende voorbereiding van het Koninkrijk van God?

Regering in het Koninkrijk van God

In de eerste plaats was Abraham iemand van opmerkelijke vermogens. Ongetwijfeld zullen hij en zijn zonen Izaäk en Israël in de opstanding en het Koninkrijk van God een positie vlak onder Christus bekleden. Het Koninkrijk van God zal een geestelijk koninkrijk zijn dat overal op aarde Kerk en Staat omvat. Waarschijnlijk zullen zij als een team, qua gezag, vlak onder Christus en boven zowel kerk als staat staan.

Van het volk Israël zal Mozes, die door God werd verwekt als hun leider en wetgever (hoewel God de Vader de oorspronkelijke ware Wetgever is), gedurende het komende millennium naar alle waarschijnlijkheid onder het driemanschap Abraham, Izaäk en Jacob staan, maar hoofd zijn over de nationale regeringen van de wereld. En waarschijnlijk zal Jozua, die Mozes opvolgde, in die positie boven de nationale regeringen van de wereld, de assistent van Mozes zijn.

En het volk Israël als geheel?

Ondanks hun veelbelovende erfelijkheid faalden de Israëlieten er volkomen in zich te kwalificeren. Toen God hun het voorstel om hen als Zijn natie te formeren voorlegde, antwoordden zij: „Alles wat de Here gesproken heeft, zullen wij doen” (Exodus 19:8). Maar zij braken hun woord totaal en waren opstandig.

Zij stonden in een „huwelijksrelatie” met God. Maar later zei God over hen: „Zoals een vrouw ontrouw wordt aan haar vriend, zo zijt gij Mij ontrouw geworden, huis Israëls” (Jeremia 3:20).

Onder Mozes was de natie Israël één ras—zeer weinig interraciale huwelijken hadden hun raciale nationaliteit ontsiert.

Het Beloofde Land heette toen Kanaän. In het land hadden zich Kanaänieten gevestigd. God had dit land echter aan de nakomelingen van Abraham beloofd. Het behoorde niet aan de Kanaänieten of enige andere bevolkingsgroep die zich daar had gevestigd.

Toen God Zijn uit twee miljoen mensen bestaande volk Israël daarheen overbracht, gebood Hij hun door Mozes: „Wanneer gij de Jordaan overtrekt naar het land Kanaän, dan zult gij al de bewoners van het land voor uw aangezicht verdrijven en al hun beeldhouwwerk vernietigen; ook zult gij al hun gegoten beelden vernietigen … Gij zult het land in bezit nemen en daarin wonen, want aan u heb Ik het land gegeven om het in bezit te nemen … Maar indien gij de bewoners van het land voor uw aangezicht niet verdrijft, dan zullen degenen die gij van hen over laat, tot dorens in uw ogen en tot prikkels in uw zijden zijn, en zij zullen u benauwen in het land waarin gij woonachtig zijt” (Numeri 33:51-53, 55). 

Wordt vervolgd …

Moa Ad Nl