Cornell University Library/Flickr
Een steen der bestemming (Tweede deel)
Vervolg van Een steen der bestemming (Eerste deel)
Jacobs Naam Gaat Over op Jozefs Zonen
“Hierna gebeurde het, dat men tot Jozef zeide: Zie, uw vader is ziek. Daarop nam hij zijn beide zonen met zich, Manasse en Efraïm. Toen men aan Jacob meegedeeld had: Zie, uw zoon Jozef komt tot u, verzamelde Israël al zijn krachten en ging op het bed zitten. En Jacob zeide tot Jozef: God, de Almachtige, is mij verschenen te Luz in het land Kanaän en heeft mij gezegend en tot mij gezegd: zie, Ik zal u vruchtbaar maken, u vermenigvuldigen en u maken tot een menigte van volken …” (Genesis 48:1-4). De heer Armstrong bewees in De Verenigde Staten en Groot-Brittannië in de Profetieën dat Efraïm Groot-Brittannië is en Manasse de Verenigde Staten. Ook toonde hij aan dat deze verzen over de eindtijd gingen.
“De Engel, die mij verlost heeft uit alle nood, zegene deze jongelingen, zodat in hen mijn naam en die van mijn vaderen Abraham en Izaäk voortleven en zij in menigte mogen toenemen in het land” (Genesis 48:16). Jacob zegende niet alleen Jozefs twee zonen; hij gaf ook een geschiedenisles. Een les waaraan wij evengoed herinnerd moeten worden. Hij hamerde in de hersens van de jongens het belang van het stenen hoofdkussen door hen te herinneren aan de “Engel” die hem had geholpen. Hij toonde de jongens ook de betekenis van hun wortels. Hun erfenis kwam van Abraham en Izaäk.
Hoort u de lasteraars van die dagen Jacob al bekritiseren? Ze zouden heel goed hebben kunnen zeggen dat Jacob Abraham en Izaäk vereerde! Maar dat deed Jacob niet. Hij droeg een naam en een traditie over en Gods woorden die door Abraham en Izaäk gekomen waren. Jacobs profetieën voor Efraïm en Manasse moesten door de eeuwen heen reiken tot in onze tijd nu.
Deze steen is een getuige van Gods beloften, gedaan aan Abraham, Izaäk en Jacob, wiens naam God veranderde in Israël. Jezus Christus zal spoedig terugkeren naar deze aarde en op die steen in Londen zitten als “Koning der koningen” en “Heer der heren”.
Jozefs Twee Zonen Ontvangen Grote Eindtijd Zegeningen
“De Engel, die mij verlost heeft uit alle nood, zegene deze jongelingen, zodat in hen mijn naam en die van mijn vaderen Abraham en Izaäk voortleven en zij in menigte mogen toenemen in het land. Toen Jozef zag, dat zijn vader zijn rechterhand op Efraïms hoofd gelegd had, was dat verkeerd in zijn ogen, en hij greep de hand van zijn vader om die van Efraïms hoofd te verleggen naar het hoofd van Manasse. En Jozef zeide tot zijn vader: Zo niet, mijn vader, want deze is de eerstgeborene, leg uw rechterhand op zijn hoofd. Maar zijn vader weigerde het en zeide: Ik weet het, mijn zoon, ik weet het; ook hij zal tot een volk worden en ook hij zal groot worden; nochtans zal zijn jongere broeder groter zijn dan hij, en diens nageslacht zal een volheid van volken worden” (Genesis 48:16-19). Dit voorspelt de geschiedenis van Engeland en de Verenigde Staten. God openbaarde aan Jacob wat er zou gebeuren met zijn twee kleinzoons nu, in onze tijd! Gezamenlijk zouden ze uitgroeien tot een menigte mensen op aarde. Efraïm, de jongste zoon zou tot een “volheid van volken” worden. Geen ander volk ter wereld zou deze profetie kunnen vervullen dan het Britse Gemenebest. Efraïms oudere broer, Manasse, zou tot één groot volk worden. Alleen de Verenigde Staten zou deze profetie kunnen vervullen. Het nageslacht van deze twee knapen zou grote rijkdom en macht verwerven. Wie kan ontkennen dat dit betrekking heeft op de Verenigde Staten en Groot-Brittannië?
De Scepter was voor Juda
“En Jakob ontbood zijn zonen en zeide: Komt bijeen, opdat ik u bekend make, wat u in toekomende dagen [het laatste der dagen—King James versie] wedervaren zal” (Genesis 49:1). God had niet alleen kennis geopenbaard over Jozefs toekomstige generaties—Hij openbaarde ook wat er met al zijn zoons gebeuren zou—”in het laatste der dagen”. Voor zijn dood riep Jacob al zijn zonen bijeen om hen dit belangrijke deel van de wereldgeschiedenis te openbaren, wat hij nu voorzegde. Jacob vertelde zijn zonen wat er met hen in onze tijd zou gebeuren.
“De scepter zal van Juda niet wijken, noch de heersersstaf tussen zijn voeten, totdat Silo komt, en hem zullen de volken gehoorzaam zijn” (Genesis 49:10). Dit vers zegt duidelijk dat de scepter niet van Juda wijken zal. Wat betekent dat? Het betekent dat Christus, het heil of behoud en de koninklijke linie uit Juda zouden komen. Het is een voortzetting en een verdere verheldering van de “zaad” belofte aan Abraham (Genesis 28:14). Het is een directe verklaring van God dat Jacobs “steen der bestemming” regelrecht verbonden was met Christus, het behoud en de lijn der koningen, die op de troon zouden blijven totdat Christus daar aanspraak op zou maken! Engelands steen is een symbool van deze grote belofte van God. De materiële zegeningen van grootheid en rijkdom zouden aan Jozefs zonen verleend worden—maar de troon en het heil voor de hele mensheid behoorden aan Juda! Die troon zou nooit vergaan. Alleen Engeland kan op deze waarheid aanspraak maken!
Ware Christenen—Geestelijke Joden
“Gij aanbidt, wat gij niet weet; wij aanbidden, wat wij weten, want het heil is uit de Joden” (Johannes 4:22). Jezus deed nogal bot tegen de Samaritaanse vrouw. Hij zei tegen haar dat zij niet wist hoe ze God moest aanbidden. Hij zei haar regelrecht dat als zij doorging met op haar manier te aanbidden—zij niet behouden kon worden. Hij zei haar dat het behoud “uit de Joden” was, wat voor elke Samaritaan “zout in de wond” zou zijn geweest.
Jezus Christus schaamde zich niet te zeggen dat de Joden een zeer belangrijke rol in Gods plan vervullen. Natuurlijk verwees Hij naar bekeerde mensen die Hem zouden volgen! De heer Armstrong vertelde de religieuze leiders van onze dagen dezelfde dingen. En hij beledigde enkelen. Maar dat maakte hem niet verkeerd. Was Christus verkeerd? Hij werd gedood voor het prediken van de boodschap die God de Vader zond! Evenals van Christus werd van de heer Armstrong gevraagd een moeilijke boodschap te prediken. Ook de Filadelfia Kerk van God moet een moeilijke boodschap prediken omdat wij Christus volgen. De heer Armstrong schaamde zich niet te leren dat enkele zeer materiële dingen, zoals een steen en een troon, alles met behoud te maken hebben.
“Want ik schaam mij het evangelie niet; want het is een kracht Gods tot behoud voor een ieder die gelooft, eerst voor de Jood, maar ook voor de Griek” (Romeinen 1:16). Paulus schaamde zich niet voor de waarheid van God. Hij wist dat aan iedereen op aarde behoud zou worden aangeboden. Wij weten uit de geschiedenis dat het eerst aan de Joden werd aangeboden. Velen van de oorspronkelijke Christenen waren Joden die het Evangelie van Christus geloofden en gedoopt werden.
Alle echt bekeerde Christenen worden in geestelijk opzicht Joden! “Maar hij is een Jood, die het in het verborgen is, en de [ware] besnijdenis is die van het hart, naar de Geest, niet naar de letter. Dan komt zijn lof niet van mensen, maar van God” (Romeinen 2:29). Als u bekeerd bent dan bent u, wat God betreft, een Jood! Als u in Gods Kerk bent, dan bent u een Jood en hebt u een monopolie op de geestelijke markt! Zelfs onze jonge mensen zijn in het verborgen Joden, omdat Gods Geest met hen werkt. God zegt dat een ware Jood iemand is die het in het verborgen is. “Het heil is uit de Joden”. De besnijdenis is die van het “hart”. En als u werkelijk de waarheid onder ogen wilt zien—er zitten Joden op de troon in Engeland. Er hebben altijd fysieke Joden op die troon gezeten om een heel symbolische reden. Willen we een toekomstige regeringspositie hebben met Christus, dan moeten we geestelijk Joden worden!
“Bedenkt daarom dat gij, die vroeger heidenen waart naar het vlees, en onbesneden genoemd werdt door de zogenaamde besnijdenis, die werk van mensenhanden aan het vlees is” (Efeziërs 2:11). Ieder van ons moet dat feit onder ogen zien dat we voor onze bekering, geestelijke heidenen waren. We deelden niet in Gods beloften. Maar nu, zoals Paulus zegt: “Zo zijt gij dan geen vreemdelingen en bijwoners meer, maar medeburgers der heiligen en huisgenoten Gods” (Efeziërs 2:19). Dank zij Christus hebben we nu een toekomst. En als Engeland en de wereld het symbolisme achter de troon van Engeland begrepen, dan zouden ze weten dat ook zij een grote toekomst hebben! ▪
Vervolg op Een steen der bestemming (Derde deel)