Blijf op de hoogte met onze gratis nieuwsbrief

Een huis van gebed

DE TROMPET

Een huis van gebed

Hoe moet ik bidden (Hoofdstuk Zeven)

Vervolgd van: Gebeden van een Priester

Als een koninklijk priesterschap” vervullen Gods geroepenen vandaag een speciale functie en zullen in de wereld van morgen een nog groter doel vervullen: Alle mensen leren hoe zij met hun Schepper kunnen praten!

Tijdens de eerste openingsceremonie van de Filadelfia kerk van God in september 2000, droeg ons pastoraal hoofd de oorspronkelijke 40 hectare grond op aan God en zei dat de campus zonder God gewoon maar een willekeurige 40 hectare zou zijn. Maar met God, zei hij, is het Gods land, geregeerd door God en gevuld met de hoop van God.

Honderdzeventig hectare, 10 gebouwen en verschillende huizen later, zou deze campus zonder God nog steeds maar gewoon een stuk land zijn. Elk eigendom of elk gebouw, hoe mooi het ook is, is niets zonder God. Tenzij God centraal staat in alles wat wij bouwen, zal het tot niets leiden.

In 1 Koningen 8:12-13 werd geprofeteerd dat de tempel van Salomo een tempel zou zijn waar God in zou wonen! In vers 22 begon Salomo het gebed van de tempel toewijding vóór het hele volk Israël. Hij vroeg God eerst hem te willen horen, en daarna of God altijd de gebeden zou horen van iedereen die in de tempel bad (vers 30). De woorden “naar deze plek” worden beter vertaald als “op deze plek” (zie de Bijbel marge) – over de tempel gesproken.

Dit is de enige keer dat Salomo God vroeg gebeden te horen die nog in de toekomst zouden worden aangeboden. Vervolgens vroeg hij aan God om altijd zeven specifieke soorten gebeden te horen: 1) gebeden waarin vergeving wordt gevraagd voor een valse eed (verzen 31-32); 2) gebeden waarin God wordt gevraagd om Zijn volk van een militaire nederlaag te redden (verzen 33-34); 3) gebeden aangeboden in tijden van droogte (verzen 35-36); 4) gebeden aangeboden te midden van plagen op het land (verzen 37-40); 5) gebeden van vreemdelingen of heidenen (verzen 41-43); 6) de gebeden van de Israëlieten als zij in oorlog waren, zolang zij in de richting van Jeruzalem baden (verzen 44-45); en 7) de gebeden van de Israëlieten wanneer ze in ballingschap uit hun land werden geleid, zolang zij in de richting van hun land baden (verzen 46-50).

De eerste vijf petities van Salomo aan God gingen over gebeden die in de tempel werden aangeboden. De laatste twee hadden betrekking op gebeden die buiten de tempel werden aangeboden, maar die nog steeds om Gods huis draaide. Let op dat Salomo zei “in dit huis”, of “naar dit huis”, afhankelijk van de situatie (vers 38). Uiteraard waren zij niet alleen beperkt tot het bidden in de tempel, maar al hun gebeden draaiden nog steeds rond de tempel. Hun gebeden moesten gericht zijn op het hoofdkwartier!

Let op het laatste gedeelte van vers 43. In het Hebreeuws: “…dat Uw Naam is uitgeroepen over dit huis”.

Het punt is dat dit een huis of tempel van gebed moest zijn. Meer dan alleen maar een plaats voor God, was het bedoeld als een plaats van aanbidding – een plaats waar God zou communiceren met Zijn volk.

Wat betekent dit voor ons? Salomo’s tempel is lang geleden verwoest, maar toch, zoals Salomo tijdens de inwijdingsceremonie zei, moest het een plaats zijn waar God kon wonen. Waar woont God vandaag?

Een geestelijke tempel

De Joden begonnen 53 jaar nadat de tempel van Salomo verwoest was met de bouw van de tweede tempel. Er waren nog steeds enkele onder hen die de oorspronkelijke tempel in al z’n glorie hadden gezien, en zij wisten dat het fysiek veel glorieuzer was dan deze tweede die Zerubbabel en de Joden aan het bouwen waren (Haggaï 2:4).

In vers 7 verschuift de profetie naar een tijd die nu vlak voor ons ligt. God zegt dat Hij de hemel en de aarde zal doen beven kort nadat een eindtijd Zerubbabel sterft.

In vers 8 zegt God dat Hij “dit huis met heerlijkheid zal vullen.” Dit “huis” is niet de tempel die Zerubbabel en de Joden bouwden. God verwees naar een andere tempel.

“De heerlijkheid van dit toekomstige huis zal groter zijn dan die van het eerste, zegt de HEERE van de legermachten. In deze plaats zal Ik vrede geven, spreekt de Heere van de legermachten” (vers 10). De heerlijkheid van de tempel van Zerubbabel was geen vergelijking met die van Salomo, maar God spreekt hier over een geestelijke tempel in de eindtijd. Dit vers heeft ook een fysieke toepassing in de eindtijd. (Voor meer informatie, vraag een gratis exemplaar van Haggai: God Has Begun to Shake the Nations.) Maar geestelijk spreekt God over een tempel die veel meer heerlijkheid heeft dan alles wat Salomo ooit gebouwd heeft.

God heeft ons in Zijn Familie gebracht – als Zijn huisgenoten (Efeziërs 2:19). Jezus Christus is de hoeksteen, en Hij vormt samen met de profeten en apostelen het fundament van een geestelijk gebouw – een “heilige tempel in de Heere” waarin God door Zijn Geest woont (verzen 20-22). Er is ook nu een tempel op aarde waarin God woont – een geestelijke tempel. Het is een heilige tempel die veel meer heerlijkheid heeft dan wat Salomo bouwde. Wij vormen die tempel!

Gods volk vormt samen de geestelijke tempel waarin God vandaag woont – de Kerk (1 Corinthiërs 3:16). Maar deze heilige tempel is veel meer dan alleen maar een bouwwerk waarin God Zijn naam plaatst.

Geestelijke offers

Het eerste deel van 1 Petrus 2:5 onthult dat wij in Gods Kerk zijn opgebouwd – of, zoals het in de marge staat, “opgebouwd worden” – tot “een geestelijk huis” van God. Als deel van dit geestelijk huis hebben wij de verantwoordelijkheid “om geestelijke offers te brengen, die God welgevallig zijn door Jezus Christus.”

De tempel van Salomo zou een gebedshuis worden. En als een van de “levende stenen” van de tempel moet u actief deelnemen aan dit geestelijke gebedshuis, door geestelijke offers aan God te brengen in gebed. Wij zijn dit gebedshuis! Wij zijn een koninklijk priesterschap (vers 9). Wij zijn konings-priesters.

Bij de inwijding van de tempel bad Salomo, God, als Uw volk naar u toe komt om vergeving te vragen, hoor dan hun oproep – zolang die in dit huis is. Wanneer zij een nederlaag lijden door toedoen van hun vijand, hoor hun geroep om verlossing in dit huis. Als ze in moeilijke tijden terechtkomen en zich in dit huis naar U toewenden, hoor ze dan. Als er vreemdelingen komen die zich bekeren tot deze manier van leven, hoor dan hun gebeden in dit huis. En zelfs als zij ver weg zijn, alleen, geïsoleerd en vechtend tegen de vijand, of geconfronteerd worden met nederlaag of gevangenschap, als Uw volk zelfs naar dit huis zal bidden, hoor dan hun gebed, God!

God hoort gebeden van dit gebedshuis die Hij nergens anders op aarde hoort. Maken wij optimaal gebruike van dat geweldig voorrecht en die eer? Wij zijn de tempel van God! Dat betekent dat wij een biddend volk moeten zijn – een tempel van gebed.

God verwacht dat wij Hem voortdurend geestelijke lofoffers brengen! (Hebreeën 13:15). Vroeger waren de priesters de enigen die de eigenlijke offers brachten. Tegenwoordig hebben wij allemaal een aandeel in het brengen van deze geestelijke offers. Dit is waarom God collectief naar ons verwijst als een ”koninklijk priesterschap.” Er zijn maar weinig aangestelde dienaren vandaag, maar God heeft ons allemaal tot dat koninklijk priesterschap gerekend! Als Gods priesters zijn gebeden uw dienst! Op die manier kunt u heilige en acceptabele offers vóór God brengen.

Uw gebed opvolgen met goede daden is ook essentieel (Mattheüs 7:20) en moet zeker als onderdeel van uw bediening worden beschouwd, maar het begint allemaal met gebed.

Openbaring 4 beschrijft Gods majestueuze troonzaal. Maar waar bevindt die troonzaal zich in geestelijk opzicht? De zeven lampen in vers 5 symboliseren de zeven Kerktijdperken – of de geestelijke tempel. Gods troon bevindt zich in de geestelijke tempel; God woont in deze Kerk. In deze Kerk zijn geeft ons dus toegang tot God – en dat moet door gebed gebeuren.

Begrijpen we waar wij een deel van uitmaken? Zijn wij ons bewust van waar alleen wij toegang toe hebben in deze geestelijke tempel?

Wij kunnen God eenvoudigweg niet aanbidden zonder gebed. Uw gebeden bepalen uw succes in het aanbidden van God en uw succes in het leven.

Een huis van gebed

In Jesaja 56 spreekt God Zijn volk aan, degenen die de Sabbat houden (vers 2). God zoekt mensen die Zijn genoegens boven hun eigen genoegens zetten. Dat betekent dat gebed en Bijbelstudie op de eerste plaats in ons leven moeten staan, anders stellen wij iets anders boven God!

“Ik zal hun in Mijn huis en binnen mijn muren een plaats en een naam geven, beter dan die van zonen en dan die van dochters; een eeuwige naam zal Ik ieder van hen geven, een naam die niet uitgewist zal worden” (vers 5). Onze naam zal op het niveau van de bruid van Christus zijn, of op het niveau van de moeder; samen met Christus zullen wij vele kinderen voortbrengen. Naast onze eeuwige naam moeten wij ook denken aan de eeuwige plaats die God ons aanbiedt: een eeuwige plaats in Zijn huis en binnen Zijn muren!

Openbaring 3:11 is de laatste specifieke waarschuwing die God aan de Filadelfiërs in deze eindtijd geeft. Maar het wordt gevolgd in vers 12 door de laatste specifieke beloning die de Filadelfiërs zullen ontvangen als wij standvastig blijven. Ook hier vestigt God de aandacht op de naam waarmee wij zullen worden beloond – en de plaats waar wij voor altijd zullen wonen.

Onze positie in het Koninkrijk is zo uniek vergeleken met de andere eerstelingen, vanwege de plaats waar wij zullen wonen. Alle eerstelingen zullen de Familie van God binnenkomen op het niveau van de bruid en de moeder, maar alleen de Filadelfiërs worden beloond met hoofdkwartierposities! Onze vaste woonplaats zal in de tempel van God zijn – en wij zullen daar niet meer uit gaan!

God vertelde koning David dat Hij het volk Israël zou planten en hen niet meer zou verplaatsen (2 Samuel 7:10). Dit is wat God met ons doet: ons voorbereiden op onze permanente woonplaats. Wij zijn de vervulling van de hoop die Salomo uitsprak toen hij de tempel in de oudheid inwijdde. Wij zijn de “tempel” waarin God voor altijd zal wonen!

God zegt dat degenen van welk volk of ras ook die “zich bij de Heere voegen om Hem te dienen, en om de naam van de Heere lief te hebben, om Hem tot dienaren te zijn; allen die de Sabbat in acht nemen zodat zij hem niet ontheiligen, en die aan mijn verbond vasthouden: hen zal Ik ook brengen naar mijn heilige berg (Zijn hoofdkwartier in Jeruzalem) en Ik zal hen verblijden in mijn huis van gebed. Hun brandoffers en hun slachtoffers zullen welgevallig zijn op Mijn altaar. Want mijn huis zal een huis van gebed heten voor alle volken” (Jesaja 56:6-7).

Kijk naar de waarde die God hecht aan ons contact met Hem! Kijk naar de waarde die Hij aan ons gebeden hecht!

God is onze Vader – de meest perfecte, liefhebbende Vader die er ooit geweest is of ooit zal zijn. Wij hebben God lief omdat Hij ons eerst heeft liefgehad (1 Johannes 4:19). Met andere woorden, vanwege Zijn liefde voor ons zijn wij verplicht die liefde terug te geven. Elke liefhebbende vader verlangt de aandacht van zijn kinderen en wanneer een kind ongeïnteresseerd lijkt, zal de vader nog meer proberen om zijn of haar aandacht te krijgen. God zoekt de aandacht van Zijn volk. Hij wil een intieme relatie met hen! Maar er komt een punt waarop Hij de grens moet trekken: bij de Grote Verdrukking en de Dag des Heren.

Denk aan het voorbeeld toen Jezus geldwisselaars in Gods tempel vond. Hij was terecht ontstelt: Wat Hij in de tempel aantrof was geen verschil van wat u op straat in de wereld zou kunnen zien. “En Hij zei tegen hen: Er is geschreven: Mijn huis zal een huis van gebed genoemd worden, maar u heeft er een rovershol van gemaakt” (Mattheüs 21:13).

Hoe boos denkt u dat God wordt wanneer Zijn geestelijke tempel wordt vervuild? Gods tempel hoort een huis van gebed te zijn, niet zomaar een organisatie. God heeft ons geroepen om deel uit te maken van dit Werk, zodat wij Hem leren aanbidden en een biddend volk worden. Maar kijk eens hoeveel mensen in dit laatste tijdperk van Zijn Kerk zich van die roeping hebben afgekeerd (Openbaring 3:14-22). Toch zou God hen snel vergeven als ze gewoon terug zouden keren. Zoals een kind die uiteindelijk terugkomt en de aandacht van zijn vader zoekt, zullen veel berouwvolle Laodiceërs in de Verdrukking naar Hem terugkeren.

Jesaja 66:2 toont aan waar God woont: te midden van Zijn volk. Dit is waar de kracht van God is, waar Hij zijn waarheid openbaart: in Zijn geestelijke tempel!

Met betrekking tot de zin “Ik zal zien op deze,”Soncino commentaar zegt dat het betekent, “Ik zal op deze persoon acht slaan en luisteren naar zijn smeekbeden.”

God zegt, “Op zulken sla Ik acht”! Daar is Gods kracht! Daar wordt Gods Werk gedaan! Daar openbaart God Zijn waarheid! Daar woont de Almachtige! … Hij wenst een persoonlijke relatie met u – Zijn verwekte zoon! God is uw liefhebbende Vader, en Hij ziet Zijn zonen niet over het hoofd!

Ik geloof dat Jesaja 66:2 een van de belangrijkste verzen uit de Bijbel is. Behoud is een zaak tussen u en God. U en ik moeten voor Gods Woord beven anders kan God niet met ons werken. –Gerald Flurry, Jesaja’s visioen van de eindtijd

De wereld leren bidden

Jesaja 56:7 is een visioen van de prachtige wereld van morgen, wanneer Gods huis een huis van gebed voor alle mensen zal worden genoemd.” Wat een visie! Wij zullen worden beloond met posities in dit huis van gebed, maar dit huis is niet alleen voor ons – het is voor alle mensen!

God spreekt vandaag tot Zijn eigen bekeerde mensen. God bespreekt de turbulente eindperiode. Daarna gaat Hij uiteenzetten hoe Zijn huis van gebed spoedig door de hele wereld geaccepteerd zal worden. God zal Zijn eerstelingen nu naar Zijn heilige berg brengen en hen daarna gebruiken om de hele wereld in Gods geestelijk huis te brengen! Zij zullen de hele wereld onderwijzen hoe men moet bidden. –Gerald Flurry, Jesaja’s visioen voor de eindtijd

Kan dat echt waar zijn? Aanbidden wij God zodat wij spoedig de hele wereld kunnen onderwijzen hoe ze een Vader-zoon relatie met God kunnen hebben?

Wanneer u onze beloning begrijpt – het feit dat wij Gods Familie zullen binnengaan als de vrouw van Christus, die spoedig de moeder van miljarden Goddelijke wezens zal zijn – dan is het volkomen logisch. Net zoals een moeder haar kinderen wijst richting de vader van het huis, zullen wij in de wereld van morgen het unieke privilege hebben om al Gods kinderen de fijnere kneepjes van ware geestelijkheid bij te brengen. Wij zullen gekwalificeerd zijn – vanwege de intieme relatie die wij nu hebben – om de hele wereld te onderwijzen hoe zij een intieme relatie met hun Schepper kunnen hebben!

Op die dag zal God opnieuw in Jeruzalem wonen. “Zo zegt de Heere, Ik ben naar Sion teruggekeerd en Ik zal midden in Jeruzalem wonen; Jeruzalem zal ‘stad van de waarheid’ genoemd worden, de berg van de Heere van de legermachten ‘de heilige berg’” (Zacharia 8:3). Jeruzalem zal de hoofdstad van de wereld zijn, het centrum van de vreedzame en gezagsgetrouwe activiteit van de aarde. De verzen 7-8 laten zien dat behoud naar deze wereld wordt gebracht door Jeruzalem!

Onthoud dat dit ook de plaats is waar wij zullen wonen!

Een deel van onze taakomschrijving is het verzamelen van alle mensen in Jeruzalem om God te aanbidden (verzen 20-21). Als u er vandaag al enthousiast van wordt om uw spullen te pakken en naar het Loofhuttenfeest te gaan, wacht maar tot de mensen van alle naties hun koffers pakken voor het Feest in Jeruzalem! Miljoenen mensen van over de hele wereld – met één gedachte, één Geest – zullen samenkomen om God te aanbidden in Jeruzalem.

Maar wat zullen zij daar doen? “De inwoners van de ene stad zullen gaan naar die van de andere en zeggen: Laten wij meteen gaan om het aangezicht van de Heere gunstig te stemmen, om de Heere van de legermachten te zoeken; ik zal ook gaan. Dan zullen vele volken komen en machtige heidenvolken, om de Heere van de legermachten in Jeruzalem te zoeken en om het aangezicht van de heere gunstig te stemmen” (verzen 21-22). Meteen in vers 21 kan vertaald worden met “voortdurend”. In de Wereld van Morgen zullen de mensen voortdurend naar Jeruzalem gaan om voor God te bidden! Bidden kan men ook lezen als “het aangezicht gunstig stemmen” (zie marge). In Jeruzalem zullen zij van aangezicht tot aangezicht met God kunnen communiceren.

Ondanks dat de troon van God de Vader nog niet op de aarde opgezet zal zijn, zal Jezus Christus vanuit de tempel in Jeruzalem regeren. Die tempel is ook waar wij vandaan zullen regeren! Dit betekent dat mensen regelmatig naar Jeruzalem zullen komen zodat wij ze kunnen leren hoe ze tot God moeten bidden! Dit betekent niet dat mensen alleen maar in de tempel zullen bidden. Onthoud dat Salomo bad dat God de gebeden zou horen die in de tempel, en naar de tempel werden aangeboden. Het betekent dat alle gebeden op het hoofdkwartier gericht zullen zijn!

“Veel volken en machtige heidenvolken” – allemaal – zullen naar Jeruzalem komen om God te zoeken (vers 22) en voor de Eeuwige te bidden! Zij zullen op zoek gaan naar geestelijke Joden om hen te vergezellen naar Jeruzalem (vers 23). Er zal veel vraag naar leraren zijn. En één van onze primaire taken als hoofdkwartierwerknemers zal zijn de wereld te leren bidden.

Vroeger maakte God de tempel van Salomo het beroemdste gebouw op aarde. Hij maakte David ook beroemd, hoewel hij voor zijn roeping slechts een herder was (2 Samuel 7:8). David werd een getuige voor het volk – een leider – een bevelhebber (Jesaja 55:3-4).

Hoe zit het met ons? Mensen die wij nooit hebben gekend – volken die nog nooit van ons hebben gehoord – zullen toe komen snellen omdat onze roem zich heeft verspreid (vers 5), net als dat van David. Vergelijk dat met Haggaï 2, waar God zegt dat Hij dit laatst huis met een heerlijkheid zal vullen die veel groter is dan die van het eerste. Wij zijn degenen die dit huis zo glorieus maken – zo lang wij een volk van gebed blijven. Er is een reden waarom God voor altijd Filadelfiërs in Ziin huis van gebed plaatst: omdat zij een biddend volk zijn!

Wanneer Christus terugkeert zal Hij de menselijke natuur niet onmiddellijk veranderen. Psalm 110:2 zegt dat Hij zijn regering zal beginnen te midden van vijanden. Om blijvende vrede tot stand te brengen moeten wij de wereld heropvoeden. Wij zullen Christus helpen om de aard van de mens te veranderen – en dat begint allemaal door Satan te verbannen en mensen te leren hoe ze een relatie met hun Schepper tot stand kunnen aangaan.

De innerlijke mens wordt van dag tot dag vernieuwd door gebed (2 Corinthiërs 4:16). Er is niets fundamenteler in het heropvoeden van deze wereld dan mensen te leren bidden.

Neem deze benadering vandaag mee in uw gebeden. Bid met deze Wereld van Morgen-visie in gedachten.

Onthoud dat Gods tempel een huis van gebed genoemd zal worden voor alle mensen in de Wereld van Morgen, en wij zullen in dit huis van gebed werken! Werk er vandaag aan om een professional in gebed te worden!

“Het zal in het laatste der dagen geschieden dat de berg van het huis des Heere vast zal staan als de hoogste van de bergen, en dat hij verheven zal worden boven de heuvels en dat alle heidenvolken ernaartoe zullen stromen”(Jesaja 2:2). Het woord “vast zal staan” kan beter vertaald worden als voorbereid. Dit is wat God juist nu aan het doen is: Zijn huis van gebed aan het voorbereiden! Zodra het is voorbereid zal God Zijn huis op de Berg Sion in Jeruzalem vestigen – en dan zullen alle volken daarheen stromen. Daar zal hun heropvoeding beginnen (vers 3).

Mensen uit alle volken zullen van jaar tot jaar optrekken naar Jeruzalem om God te aanbidden – om het Loofhuttenfeest te vieren (Zacharia 14:16). En God aanbidden begint met gebed. Dit is hoe Gods Geest in de mens zal worden vernieuwd in de Wereld van Morgen.

Zo wordt onze geest ook nu dagelijks vernieuwd. Wij zijn hier om God te aanbidden en dat begint met onze vurige gebeden voor Hem, elke dag, in Zijn huis van gebed.