Xiaofen/Unsplash
De menselijke natuur en hoe de hele wereld is misleid aangaande haar herkomst (Vijfde deel)
Vervolgd van De menselijke natuur en hoe de hele wereld is misleid aangaande haar herkomst (Vierde deel)
Dit essentiële punt moet u goed begrijpen. Jezus moest Zich bekwamen voor de heerschappij op aarde. Gods hele plan is erop gericht Zijn heerschappij op aarde te herstellen en er Zijn Koninkrijk te vestigen. Jezus moest Satans zeer speciale verzoekingen weerstaan en overwinnen. Zouden wij dan kunnen heersen zonder te hebben bewezen waartoe wij bekwaam zijn? Natuurlijk niet! Zij die met en onder Christus zullen heersen wanneer Hij Gods bestuur op aarde herstelt, moeten daartoe bekwaam zijn, moeten zich van Satans weg naar Gods weg keren, d.w.z. naar het bestuur van God. Wij moeten Satans mentaliteit en levenswijze in onszelf met wortel en tak uitroeien, zó volledig dat we nooit meer naar Satans wegen kunnen terugkeren—niet meer kunnen zondigen (1 Johannes 3:9).
Zij die na de wederkomst van Christus geroepen zijn tot geestelijk behoud, zullen niet meer met Satan behoeven te worstelen.
Let nu eens op Mattheüs 25 en Openbaring 20.
Eerst Mattheüs 25 te beginnen met vers 31: “Wanneer dan de Zoon des mensen komt in Zijn heerlijkheid en al de engelen met Hem, dan zal Hij plaats nemen op de troon zijner heerlijkheid.” Christus komt met alle macht en heerlijkheid van God de Schepper. Hij komt om Gods heerschappij op heel de aarde over alle volkeren te herstellen. Het zal één superwereldregering zijn. Hij zal de troon van David in Jeruzalem herstellen. Sinds 1968 is de Ambassador International Cultural Foundation, onder de auspiciën van de Worldwide Church of God, samen met de Hebreeuwse universiteit en het Israëlische Archeologische Genootschap, betrokken geweest bij opgravingen in Jeruzalem en het wegruimen van zo’n vijftien tot twintig meter puin die de aloude troon van David, van ca. 2500 jaar geleden, bedekte.
Lees nu verder: “En al de volken zullen vóór Hem verzameld worden” (vs. 32). Hij komt om de gehele wereld te regeren, om Gods bestuur weer in te stellen.
Elke regering is gebaseerd op een grondwet. De wet van God is anders dan enige door mensen gemaakte wet van welke menselijke regering ook. Zij is een geestelijke wet (Romeinen 7:14). En zij is een heilige wet (Romeinen 7:12). Zij is een levenswijze—Gods weg. Wanneer de mensen in die levenswijze geleid worden, zal er vrede, geluk, vreugde en overvloed zijn.
Die grondwet van Gods regering is echter ook de wet van de Christelijke levenswijze. Zonde is de overtreding van die wet (1 Johannes 3:4). Christus komt ook om alle mensen tot geestelijk behoud en eeuwig leven te roepen. Dat zal gebeuren wanneer God de gehele wereld tot geestelijk behoud zal roepen en niet eerder!
Lees weer verder: “… en Hij zal ze van elkander scheiden zoals de herder de schapen scheidt van de bokken, en Hij zal de schapen zetten aan Zijn rechterhand en de bokken aan Zijn linkerhand. Dan zal de Koning tot hen, die aan Zijn rechterhand zijn, zeggen: Komt, gij gezegenden mijns Vaders, beërft het Koninkrijk, dat u bereid is van de grondlegging der wereld af” (Mattheüs 25:32-34).
De volkeren voor de koning op Zijn troon zijn de naties van deze wereld. Zij die gedurende het nieuwtestamentische tijdperk en daarvoor (profeten, enz.) tot behoud geroepen waren en zich hadden bekwaamd, zullen zijn opgewekt om Christus in de lucht tegemoet te gaan, terwijl Hij bij Zijn wederkomst naar de aarde neerdaalt (1 Thessalonicenzen 4:16-17). Zij zullen met Christus regeren en reeds onsterfelijk zijn omdat ze uit geest bestaan (Openbaring 2:26-27; 3:21) Zij zullen met Christus het Koninkrijk Gods vormen.
Hier moet ik eerst duidelijk maken wat het onderscheid is tussen Gods bestuur en het Koninkrijk Gods. Gods bestuur werd in prehistorische tijden op aarde ingesteld over de engelen.
Het Koninkrijk Gods is allebei, zowel Gods regering als de Godfamilie. Zij die nu geestelijk verlost worden, zullen bij de wederopstanding het Koninkrijk Gods beërven. Zij zullen uit God geboren zijn, geboren in de heilige Familie van God. Zij zullen met Christus gehuwd zijn. Uit dit goddelijke en geestelijke huwelijk zullen gedurende de duizend jaar die beginnen met Christus’ wederkomst op aarde als Koning, kinderen van God verwekt en geestelijk geboren worden.
Laten wij nu eens in hoofdstuk 20 van Openbaring kijken.
De apostel Johannes vertelt hier wat hij in een visioen zag: “En ik zag een engel nederdalen uit de hemel met de sleutel des afgronds en een grote keten in zijn hand; en hij greep de draak, de oude slang, dat is de duivel en de satan, en hij bond hem duizend jaren” (Openbaring 20:1-2).
Wanneer Christus met alle macht en heerlijkheid op aarde wederkomt, zal Hij reeds gekroond zijn met vele kronen. De kroningsplechtigheid zal vóór Zijn wederkomst in de hemel (voor de troon van God de Vader) hebben plaatsgevonden. Christus zal dan bekwaam zijn bevonden en in Zijn ambt zijn bevestigd. Satan moet, zoals ik al eerder heb gezegd, op aarde blijven en zal de naties naar zijn hand zetten, totdat Christus, zijn opvolger, Zich gekwalificeerd heeft en in Zijn functie zal zijn bevestigd.
Onmiddellijk na Christus’ wederkomst zal Satan worden gebonden.
Lees weer verder: “… en hij wierp hem in de afgrond en sloot en verzegelde die boven hem, opdat hij de volkeren niet meer zou verleiden, voordat de duizend jaren voleindigd waren; daarna moet hij voor een korte tijd worden losgelaten” (vs. 3).
Zij die dan zijn opgestaan, zullen met Christus over alle volkeren regeren en er zal duizend jaar van vrede op aarde heersen.
Stelt u zich eens voor hoe dat zal zijn, wanneer Christus en de herrezen heiligen het Koninkrijk Gods vormen en het bestuur van God over alle mensen die dan nog leven, zullen uitoefenen. Satan kan dan niet meer uitzenden en Christus regeert door middel van Gods levenswijze.
Maar let nu op vers 7: “En wanneer de duizend jaren voleindigd zijn, zal de satan uit zijn gevangenis worden losgelaten, en hij zal uitgaan om de volkeren aan de vier hoeken der aarde te verleiden … om hen tot de oorlog te verzamelen, en hun getal is als het zand der zee” (vs. 7-8).
Wordt vervolgd...