Blijf op de hoogte met onze gratis nieuwsbrief

De Kinderen Israëls Worden Twee Naties (Tweede Deel)

himesh kumar behera/Unsplash

De Kinderen Israëls Worden Twee Naties (Tweede Deel)

De Verenigde Staten en Groot-Brittannië in de profetieën (Hoofdstuk Twee)

Vervolg van  De Kinderen Israëls Worden Twee Naties (Eerste Deel)

H

et Huis van Israël geen Joden

Wij willen hier benadrukken dat Israël en Juda niet twee namen voor dezelfde natie zijn. Zij waren twee afzonderlijke naties, en zijn dat nog, en zullen dat tot de wederkomst van Christus blijven. Het “ Huis van Juda” betekent ­altijd “Jood”. Deze onderscheiding is van vitaal belang willen we profetieën be­grijpen. Omdat de meeste zogenaamde onderzoekers van de Bijbel deze fundamentele onderscheiding niet kennen, kunnen ze profetie niet goed ­begrijpen!

Op de volgende plaats waar de term “Jood” genoemd wordt in de Bijbel, was het Huis van Israël in ballingschap gedreven en uit het zicht verdwenen, en heeft de term alleen betrekking op de mensen van het Huis van Juda.

Israël Verdreven en Verloren!

Onmiddellijk nadat hij koning geworden was over het Huis van Israël, richtte Jerobeam (uit de stam van Efraïm) twee gouden kalveren op, en introduceerde daarmee afgodendienst in het koninkrijk. Het verslag kunt u vinden in 1 Koningen 12:28-33.

Deze afgodendienst met het breken van de Sabbat (Ez. 20:10-24) was de grote nationale zonde die tot zo’n vloek werd voor Israël. Generatie na gene­ratie smeekte God het Huis van Israël om zich af te keren van de traditie—van de wegen van hun vaderen—en terug te keren tot het onderhouden van Gods geboden. Maar negen verschillende dynastieën lang onder 19 koningen, ging Israël door met deze nationale zonden—zonden zo groot in Gods ogen dat God tenslotte hen een overwonnen volk in ballingschap liet worden.

In de jaren 721-718 voor Chr., werd het Huis van Israël overwonnen en haar bevolking uit hun eigen land verdreven—uit hun huizen en steden—en als gevangenen naar Assyrië weggevoerd, aan de zuidkust van de Kaspische Zee! En … verdween toen uit het gezicht!

“Daarom was de Here zeer vertoornd geworden op Israël en had hen van voor zijn aangezicht verwijderd: niets bleef er over dan alleen de stam van Juda” (2 Kon. 17:18). De Here verwijderde wie? Israël! Israël werd verwij­derd en verdreven totdat ze uit het oog geraakt waren. Wie bleef er over? Alleen Juda—alleen de Joden! Israël was nu verdwenen! Zij stonden voortaan bekend als de verloren Tien Stammen en worden als zodanig vandaag nog aangeduid.

In Leviticus 26 vinden we Gods ernstige waarschuwing aan alle kinderen van Israël. ALS ze Hem alleen zouden aanbidden en afgodendienst zouden vermijden en Zijn Sabbat houden, in Zijn inzettingen zouden wandelen en Zijn geboden onderhouden, dan zouden ze de nationale materiële beloften, aan Abraham gedaan, beërven. Ze zouden een groot, rijk en machtig volk ­worden—de overheersende natie van de hele aarde. Maar als zij weigerden en weerspannig waren, zouden ze zeven maal [of zeven tijden—een tijdsduur van 2520 jaar—wat later uitgelegd zal worden] met slavernij, dienstbaarheid en behoeftige omstandigheden gestraft worden.

Het Huis van Israël ging nu—721-718 voor Chr. (prent deze datum in uw geheugen)—hun 2520 jaar durende ballingschap binnen die zou duren tot 1800-1803 na Chr.!

En omdat het Huis van Israël hun identificerende TEKEN—de Sabbat—het teken dat hen als ISRAËL identificeerde—verloor, verloren ze hun identi­teit totaal! Ze kenden hun nationale naam zelfs niet meer. Men beschouwde hen als heidenen!

In Exodus 31:12-17 wordt vermeld dat God de Sabbat tot een teken tussen Hem en Israël maakte. Een teken identificeert. Bij de schepping rustte God op, zegende Hij, en maakte Hij één dag heilig en stelde die ene dag voor de rust en aanbidding van de mens apart, zodat die hem altijd in de ware aanbidding van de ware God zou kunnen houden—die dag die terugwees naar de schepping. De schepping is het bewijs van Gods bestaan. Zij identificeert Hem als de ware God. Zij had ten doel de mens in de ware kennis van de ware God te houden. Toen Israël Gods Sabbat aan de kant gooide, wierp Israël ook spoedig God Zelf aan de kant en verviel tot afgoderij. De Sabbat identificeerde Israël als Gods eigen volk omdat alle andere volken al lang de Sabbat niet meer hielden en tot afgoderij vervallen waren. Israël was de enige natie die hem onderhield. Omdat zij dit teken verwierpen, werden ze uit hun land verdreven en verloren hun identiteit (lees Ez. 20:10-24).

Juda ging ook in ballingschap, grotendeels wegens het verwerpen van de Sabbat (zie Jeremia 17). Maar die Joden die 70 jaar later onder Ezra en Nehemia terugkeerden hadden hun les geleerd. Zij werden strikt wettische sabbatshouders en voegden daar zoveel eigen beperkingen aan toe dat Jezus dit labyrint van menselijke regeltjes aan de kant moest vegen, door te ver­klaren: “De sabbat is gemaakt om de mens en niet de mens om de sabbat” (Marc. 2:27). Tot op deze dag hebben orthodoxe Joden de oorspronkelijke Sabbat gehouden. En omdat dat Joodse volk dat van het volk onder het leider­schap van Ezra en Nehemia afstamt het teken dat Gods verbond identificeert heeft gehouden, beschouwt de hele wereld hen vandaag als Israël! En toch zijn ze eigenlijk alleen maar een deel van Juda! Zij die niet onder Ezra en Nehemia terugkeerden, verloren hun identiteit ook, ofschoon de wereld zich dat niet realiseert.

Zo “verwijderde de Here Israël van voor zijn aangezicht … En Israël werd uit zijn land in ballingschap weggevoerd naar Assur” (2 Kon. 17:23). Zij ­verlieten het land Samaria, om er nooit meer terug te keren! Heidenen namen hun huizen en steden in bezit (vs. 24), en deze heidenen waren het die in de dagen van Christus bekend stonden als de Samaritanen.

Een meer gedetailleerd verslag van de ballingschap van Israël vinden we in 2 Koningen 18:9-12 en 17:5-18.

Nu begon het Huis van Israël “vele dagen te blijven zitten zonder koning” (Hos. 3:4). Aangezien zij het volk waren dat de naam Israël droeg, zijn zij het, en niet Juda, die hun identiteit verloren! Nu moesten ze ook hun taal, hun godsdienst en hun land verliezen (Jes. 8:17; 28:11; 40:27; 62:2; Jer. 16:13; Hos. 1:8-10; 2:5-6).

Israël Keerde Nooit Terug

Het Huis van Israël keerde niet naar Jeruzalem terug met de Joden in de dagen van Ezra en Nehemia, zoals sommigen ten onrechte geloven. Zij die terugkeerden om de tempel te herbouwen en de tempeldienst in Jeruzalem in die tijd te herstellen, 70 jaar na de wegvoering van Juda, waren alleen maar diegenen van het Huis van Juda, die Nebucadnezar naar Babel had gevoerd.

Let op de volgende feiten:

1) In 721-718 voor Chr. begon Israël “uit zijn land in ballingschap weggevoerd te worden naar Assur” (2 Kon. 17:23). Het duurde niet lang of ze waren allemaal afgevoerd—compleet. “Niets bleef er over dan alleen de stam van Juda” (2 Kon. 17:18). Juda, alleen, bleef over.

2) Meer dan 130 jaar later voerde Nebucadnezar van Babylonië de Joden—Juda—die alleen in Palestina waren overgebleven naar Babel. Daarom woonde er niemand van het Huis van Israël ten tijde van deze ballingschap van Juda in Palestina.

3) Degenen die naar Palestina terugkeerden om de tempel te herbouwen en de eredienst na 70 jaar na de wegvoering van Juda te herstellen waren allen van het Huis van Juda—allen Joden—allen van hen die Nebucadnezar had weggevoerd. Zij keerden terug “naar Jeruzalem en Juda, ieder naar zijn stad” (Ezra 2:1).

Alleen degenen uit de stam van Juda, samen met het overblijfsel van Benjamin en Levi, die het Huis van Juda vormden, keerden toen terug (Ezra 5:1). Daaruit volgt dat zij die ten tijde van Christus in Jeruzalem waren uit een van deze drie stammen waren, niet uit het Huis van Israël. En de meesten, zo niet allen, van de mensen die zich bekeerden waren uit de stam van Benjamin zoals ook Paulus van zichzelf zei.

Het Huis van Israël kwam bekend te staan als de verloren Tien Stammen! Nu een andere naam dragend en een andere taal sprekend!

Onder welke naam kennen we hen vandaag? Wie ze ook zijn en waar ze ook zijn, ZIJ, en niet de Joden, zijn de bezitters van het eerstgeboorterecht. Zij, en niet de Joden, moesten, na beëindiging van hun straftijd in a.d. 1800-1803, de onverbrekelijke beloften aan Abraham beërven, betreffende nationale grootheid, delfstoffen, rijkdom en macht. Manasse zou na 1800-1803 ’s werelds grootste afzonderlijke natie worden en Efraïm een groot gemenebest van volken! Wie kunnen dat vandaag de dag zijn? 

Wordt vervolgd …

Usbp Nl Bo