Abraham Lincoln memorial by Gage Skidmore is licensed under CC BY-SA 2.0
De grootste deugd
Een van de vele beroemde uitspraken van de Britse staatsman Sir Winston Churchill is “Dankbaarheid is niet alleen de grootste deugd, maar ook de moeder van alle deugden.” Hoewel we dankbaarheid allemaal waarderen wanneer het op ons gericht is, gebeurt het maar al te vaak dat we het zelf niet uiten naar anderen toe. Maar nog gebruikelijker dan onze nalatigheid om de vriendelijkheid van anderen te erkennen, is dat we al het goede dat onze Schepper ons heeft geschonken niet erkennen.
De grondleggers van de Verenigde Staten erkenden de noodzaak om een jaarlijkse dag van dankbaarheid in te stellen op basis van historische gebeurtenissen. In 1610 hield de eerste permanente nederzetting in Jamestown, Virginia een dankzegging. Maar de meest prominente “Thanksgiving” vond plaats in 1621 op de Plymouth plantage in Massachusetts, waar kolonisten drie dagen lang feest vierden na hun eerste oogst. Het feest werd bijgewoond door 53 pelgrims en 90 indianen.
De pelgrims waren dankbaar voor hun vele zegeningen, waaronder een veilige reis naar het Amerikaanse continent, de vestiging van een nieuw huis, religieuze vrijheid en een overvloedige oogst. Dankzeggingsdiensten en dagen van gebed om God voor deze zegeningen te danken werden een gewoonte onder de kolonisten in Virginia, Massachusetts, en elders. Op verzoek van het Congres maakte president George Washington een proclamatie en stelde de eerste Thanksgiving Day in, die was aangewezen door de nationale regering van de Verenigde Staten.
In 1863, tijdens de Amerikaanse burgeroorlog, stelde president Abraham Lincoln “Thanksgiving Day” in als een nationale viering die elk jaar op de laatste donderdag van november gevierd moet worden. Hij riep de viering uit tot een nationale dag van “dankzegging en lof voor onze geweldige Vader die in de hemelen woont.”
Honderd jaar na de proclamatie van Lincoln, op 5 november 1963, vaardigde president John F. Kennedy proclamatie 3560 uit: “Meer dan drie eeuw geleden hebben onze voorouders in Virginia en Massachusetts, ver van huis in een eenzame wildernis een tijd van dankzegging apart gezet. Op die afgesproken dag dankten zij eerbiedig voor hun veiligheid, voor de gezondheid van hun kinderen, voor de vruchtbaarheid van hun velden, voor de liefde die hen samenbond en voor het geloof dat hen met hun God verenigde.”
In de Verenigde Staten werd gisteren Thanksgiving Day gevierd. De lange geschiedenis ervan zou ons eraan moeten herinneren dat het geven van dank aan onze Schepper iets is dat we regelmatig horen te doen. Ondanks het feit dat de wereld zich in een turbulente staat bevindt door verstoorde weersomstandigheden, de coronaviruspandemie, economische stress, verkiezingsonrust, toenemende strijd tussen landen, is er nog steeds zeer veel waar we allemaal dankbaar voor moeten zijn.
Een populair gezegde luidt: “Wat als je vandaag wakker wordt met alleen maar die dingen waar je God gisteren voor hebt bedankt?” Het antwoord op die vraag helpt ons misschien te begrijpen waarvoor we dankbaar moeten zijn en herinnert ons eraan dat we die dankbaarheid ook moeten uiten. Dankbaarheid heeft een transformerend effect op onze houding en kijk op het leven, omdat het een vorm van geven is. Het is “de grootste deugd.”