iStock.com/CactuSoup, Melissa Barreiro/De Trompet
Barack Obama in Bijbelprofetie
Vervolgd van: De onzichtbare aanvaller
20 januari 2017 was Barack Obama's laatste dag in het Oval Office. Die dag liet hij een handgeschreven boodschap achter voor de aankomende president, Donald Trump. Hij schreef dat de presidenten van Amerika "de hoeders zijn van de democratische instellingen en tradities, zoals de rechtsstaat, de scheiding der machten, gelijke bescherming en burgerlijke vrijheden, waarvoor onze voorouders hebben gevochten en gebloed. Ongeacht het geduw en getrek van de dagelijkse politiek, is het aan ons om die instrumenten van onze democratie minstens zo sterk achter te laten als we ze gevonden hebben."
Het briefje van de heer Obama leek nobel en oprecht. Het werd door veel politici en journalisten ook als zodanig behandeld. Maar het is een van de meest duivelse en hypocriete boodschappen die ooit door een Amerikaanse president zijn geschreven.
Barack Obama bracht zijn acht jaar als president door met precies het tegenovergestelde van wat hij dhr. Trump vertelde: het bevorderen van zijn agenda om die democratische instellingen en tradities te verzwakken bij het nastreven van zijn hoogst gestelde doel van "het fundamenteel veranderen van de Verenigde Staten van Amerika".
Nadat Obama zijn ambt had neergelegd, bleef hij dit doel nastreven. Hij stond aan het hoofd van de pogingen om de "Make America Great Again"-agenda van Donald Trump te schaden, onder meer door hem illegaal te bespioneren en hem tot tweemaal toe proberen af te zetten. Hij leidde de verraderlijke strijd van radicaal-links om tegen elke prijs te voorkomen dat dhr. Trump zou worden herkozen.
Op 3 november 2020, verkiezingsdag, belandde de VS in de grootste politieke crisis ooit. Om Joe Biden president te maken, heeft radicaal-links het verkiezingssysteem van het land gemanipuleerd.
Aanvankelijk leek het alsof de media, misschien de helft van de burgers, de meeste politici van het land (Democraten en Republikeinen) en een groot deel van de rest van de wereld, geloofden of zich gedroegen alsof ze geloofden, dat dhr. Biden rechtmatig tot president was gekozen met het officiële totaal van 81 miljoen stemmen.
Maar het was een grote leugen. Stapels bewijs laten zien dat de verkiezingen gemanipuleerd waren. Tijdens rechtszittingen in verschillende staten hebben honderden getuigen uit de eerste hand verteld over wijdverspreide verkiezingsfraude. Duizenden getuigen ondertekenden beëdigde verklaringen die dat bevestigden. Wetenschappers en data-analisten onderzochten de cijfers en getuigden van de statistische onmogelijkheid van sommige van de officiële stemmentellingen. Elektronische stemmachines en software werden gecontroleerd en onthulden oneerlijke activiteiten. Beveiligingsvideo's en geolocatiegegevens van mobiele telefoons toonden “loopjongens” (‘mules’) die stembussen volstouwden met stapels stembiljetten, soms midden in de nacht. Velen van hen verborgen hun identiteit met maskers, voorkwamen vingerafdrukken door wegwerphandschoenen en fotografeerden zichzelf met de stembiljetten bij de stembussen om er zeker van te zijn dat ze betaald kregen voor hun misdaden.1
De verkiezingen van 2020 zijn gehackt, wat het hele kiesstelsel van Amerika tot chaos heeft gemaakt. En dat allemaal vanwege de ongebreidelde aanval van radicaal-links op Amerika's "democratische instellingen en tradities", waaronder de grondwet en de rechtsstaat. Duizenden mensen en instellingen waren er direct of indirect bij betrokken. Vrijwel alle belangrijke Amerikaanse mediaorganisaties en persoonlijkheden waren medeplichtig, evenals de machtigste tech-bedrijven en veel van 's lands belangrijkste politici.
Maar dit enorme netwerk van leugens, corruptie en wetteloosheid wijst allemaal terug naar één persoon: Barack Obama.
Zoals we zullen zien, zou dit epische schandaal niet hebben plaatsgevonden zonder Obama's leiderschap van de Democratische Partij en over radicaal-links. En er is bewijs dat hij niet alleen op de hoogte was van het complot om de verkiezingen van 2020 te vervalsen, maar dat hij zelf direct of indirect leiding gaf aan degenen die aan de touwtjes trokken.
Het werd door veel mensen een "rolling coup" genoemd – een aanhoudende opstand tegen de Amerikaanse constitutionele regering – en zij hebben gelijk. Deze coup is geïnitieerd door Barack Obama nog voordat hij in januari 2017 zijn ambt neerlegde. Zelfs terwijl hij die "mooie" boodschap schreef waarin hij Donald Trump instrueerde om de democratie en de rechtsstaat te bewaken, was deze man plannen aan het bedenken om dhr. Trump ten val te brengen en radicaal-links terug te brengen in het Witte Huis!
Ik wil laten zien hoe de verkiezingscrisis van 2020 dhr. Obama en zijn naaste bondgenoten ontmaskert. Na de verkiezingsdag is de corruptie in de politiek en het kiesstelsel van Amerika op dramatische wijze aan het licht gekomen. Dit legde een ontstellende verschuiving bloot naar wetteloosheid in dit land.
Belangrijker is dat deze crisis de onzichtbare maar zeer sterke kracht achter Obama en radicaal-links onthult, en een cruciale Bijbelse profetie in de schijnwerpers zet. Om Barack Obama, de verkiezingen van 2020 en de nabije toekomst van Amerika te begrijpen, is het belangrijk die profetie te begrijpen.
Maar voor we dat bewijs onderzoeken, kijken we eerst wat verder terug in het verloop van het verhaal.
Barack Obama is anders dan alle andere presidenten die Amerika ooit heeft gehad. Zijn publieke persoonlijkheid is gevormd door zijn drie memoires, die de media zonder meer hebben aanvaard. Maar er zijn veel verontrustende waarheden over zijn kindertijd en vroege volwassenheid die hij niet vermeldt in deze autobiografieën en die bekend hadden moeten zijn en onderzocht hadden moeten worden toen het Amerikaanse volk hem overwoog voor het machtigste ambt van het land. Het is verbazingwekkend hoeveel over zijn leven door de media werd verzwegen of verdraaid voordat hij president werd. Het is alsof de Amerikanen niet mochten weten wie de man was, die op het punt stond hun leider te worden.
Een tragische jeugd
Obama's verhaal is in veel opzichten tragisch. Zijn biologische vader was een vrouwenversierder uit Kenya die hij slechts één keer heeft ontmoet en die hem als kind in de steek heeft gelaten. Jaren later liet ook zijn moeder hem in de steek en liet hem achter bij zijn grootouders. Hij had een zeer droevige jeugd. Hij was een kwetsbare en emotioneel verwaarloosde jongen. Hij was verward en boos, op zoek naar vader- en moederfiguren.
In zijn biografie Rising Star: The Making of Barack Obama, schrijft David Garrow dat in 1970, toen Obama 9 of 10 jaar oud was, zijn moeder "een openlijk homoseksuele 24-jarige man die soms aan travestie deed... inhuurde om zowel kok als oppas te zijn." Deze oppas probeerde te voorkomen dat de jonge Obama hem in vrouwenkleren zou zien, maar hij deed wel make-up op voor zijn ogen.
Tijdens zijn tienerjaren woonde Obama's moeder in Indonesië en woonde hij zelf bij zijn grootouders in Hawaii. Garrow merkt op dat Obama's grootste uitdagingen tijdens zijn jeugd niets te maken hadden met ras; Hawaï is een van de meest cultureel diverse plaatsen in Amerika. De meeste van Obama's vrienden van de middelbare school beschrijven dat Obama's woede meer te maken had met het gebrek aan aandacht van zijn ouders. Een van zijn goede vrienden zei: "Obama's ouders waren een 'volledig mysterie.' Obama sprak nooit over hen, herinnerde hij zich: 'Ik wist niets over zijn vader en ik kan niet zeggen dat ik wist dat hij überhaupt een moeder had.'"
Tijdens zijn middelbare schooljaren was Obama lid van de "Choom Gang", een Hawaïaanse straatterm voor het roken van marihuana. Het was bekend dat Obama marihuana rookte, maar de media bagatelliseerden hoe zwaar hij deze drug gebruikte tijdens zijn voorbereidende jaren. Hij en zijn vrienden rookten bijna dagelijks marihuana en experimenteerden, wanneer ze het zich konden veroorloven, met cocaïne en heroïne.
De drugsdealer van de groep was een homoseksueel genaamd Ray Boyer. Obama en zijn vrienden noemden hem "Gay Ray." Ray woonde in een bus in een verlaten pakhuis. Hij zat ook zwaar in de pornografie. Een van Obama's vrienden herinnerde zich dat "Gay Ray" de jongens high maakte en dan keken ze samen naar pornografie.
In het jaarboek van Obama's middelbare school kreeg elke laatstejaars een kwart pagina om naar eigen inzicht in te vullen. De vrienden van Obama verwezen naar hun capriolen en herdachten de groep door de initialen van elk lid op te schrijven. Op Obama's pagina vermeldde hij niet alleen zijn vrienden, maar ook Ray. Garrow schrijft dat Obama "als enige van de Choom Gang, hun rare, homoseksuele, porno-tonende drugsdealer bij naam noemde en hem bedankte 'voor alle goede tijden'".
Het is afschuwelijk als een jonge man overgeleverd wordt aan zulke destructieve invloeden. De Bijbel beschrijft een tijd in het oude Israël waarin de corruptie zo groot was dat het volk zijn eigen kinderen offerde (bijv. 2 Koningen 17:17; Psalm 106:37-38; Jeremia 7:31; 19:5). Hoe wreed en barbaars! Toch zien we dat ouders vandaag de dag in principe hetzelfde doen: Mensen offeren hun kinderen moreel, mentaal en geestelijk op door hen over te leveren aan allerlei kwaadaardige invloeden. Of zij het beseffen of niet, zij stellen hun kinderen open voor dodelijke aanvallen van de duivel.
Als iemand zo’n soort jeugd heeft, kan Satan dat uitbuiten. De vruchten wijzen er sterk op dat in het geval van de jonge Barack Obama, hij dat grondig heeft uitgebuit.
Racisme, communisme
Een van de meest invloedrijke figuren voor de jonge Obama was de zwarte vriend van zijn grootvader aan moeders kant, Frank Marshall Davis. Davis was letterlijk een volwaardig communist. Hij werd in de jaren '40 en '50 jarenlang in de gaten gehouden door het Federal Bureau of Investigation (FBI). Hij was ook een dichter en pornograaf. Obama's grootvader moedigde Obama aan persoonlijk met Davis te praten.
Davis richtte Obama’s aandacht op de strijd van zwarte Amerikanen. Hij is grotendeels verantwoordelijk voor de ontwikkeling van Obama's opvattingen over ras en raciale identiteit.
De American Spectator drukte een artikel over Davis af, met de scherts "Ontmoet de verbeten communist die de toekomstige 44ste president van de Verenigde Staten begeleidde" (12 okt. 2012). "Kortom, de geschriften van Frank Marshall Davis waren schandalig," schreef Paul Kengor. "Een preek van Jeremiah Wright of lezing van Bill Ayers is tam in vergelijking." Bill Ayers is een blanke Amerikaanse socialistische terrorist en een kennis van dhr. Obama.
Obama verwijst in zijn eerste autobiografie vaag naar Davis, meer dan 20 keer, maar alleen als "Frank" – verwijzingen die hij later censureerde. Hij is opvallend stil over zijn ontmoetingen met Davis. Toen hij tientallen jaren later zijn politieke carrière begon, zou zijn relatie met Davis een blok aan het been worden. Obama zei dat de relatie niets voorstelde en dat hij hem maar zo'n 15 keer had ontmoet.
In 1980 ging Obama naar Occidental College in Pasadena, Californië. Tijdens de zomervakantie keerde hij terug naar Hawaï en kwam daar tot een ander keerpunt wat betreft de rassenkwestie. Obama's blanke grootmoeder kwam op een middag thuis, nadat ze was bang gemaakt door een zwarte dakloze man terwijl ze op een bus stond te wachten. Obama vroeg Frank om advies over de zaak. Volgens Obama zei Frank tegen hem: "Je oma is terecht bang. ... Ze begrijpt dat zwarte mensen een reden hebben om te haten. Dat is gewoon hoe het is. Voor jou zou ik willen dat het anders was. Maar dat is niet zo. Dus je kunt er maar beter aan wennen."
Obama zegt dit toen hij over hun gesprek nadacht: "De aarde schudde onder mijn voeten, klaar om elk moment open te barsten. Ik stopte, probeerde mijn evenwicht te hervinden, en wist voor de eerste keer dat ik volkomen alleen stond" (Dreams From My Father).
Het lijkt erop dat dit gesprek Obama's raciale bewustzijn wakker schudde. Obama had geen noemenswaardige rassenproblemen toen hij opgroeide, maar dat weerhield hem er niet van om de rassenkwestie later als politiek instrument in te zetten. Frank Marshall Davis speelde een belangrijke rol in het aanwakkeren van raciale grieven en inspireerde de raciale agenda van de toekomstige president van de Verenigde Staten.
Op Occidental College, schreef Obama: "Om niet als verrader te worden gezien, koos ik mijn vrienden zorgvuldig. De meer politiek actieve zwarte studenten. De buitenlandse studenten. De Chicanos. De marxistische professoren en structurele feministen en punkrock spelende dichters." Obama gaf toe dat hij marxistische professoren had gekozen. "We rookten sigaretten en droegen leren jacks. ‘s Nachts, in de slaapzalen, bespraken we neokolonialisme, Franz [sic] Fanon, Eurocentrisme en het patriarchaat. Als we onze sigaretten uitdoofden in het tapijt van de gang of onze stereo's zo hard zetten dat de muren begonnen te trillen, verzetten we ons tegen de verstikkende beperkingen van de burgerlijke maatschappij. We waren niet onverschillig of zorgeloos of onzeker. We waren vervreemd." Als ik dit soort dingen had gedaan, zou ik er zeker niet over opscheppen in een boek.
Een van Obama's professoren was Lawrence Goldyn, die politicologie onderwees. Goldyn was op de campus van Occidental bekend omdat hij de enige openlijk homoseksuele professor was. Garrow schrijft dat Obama jaren later, toen hem gevraagd werd naar zijn visie op homoseksuele kwesties, antwoordde: "Mijn favoriete professor in mijn eerste jaar aan de universiteit was een van de eerste openlijk homoseksuele mensen die ik kende. ... Hij was een geweldige vent." In latere interviews sprak Obama over zijn "sterke vriendschap" met Goldyn en bewonderde hij hoe hij zich "comfortabel in zijn eigen lijf" voelde. Garrow schrijft dat hij "enigszins ambigu aan zijn eerste intieme vriendin schreef dat hij over homoseksualiteit had nagedacht en overwogen, maar uiteindelijk had besloten dat een relatie met iemand van hetzelfde geslacht minder uitdagend en veeleisend zou zijn dan het ontwikkelen van een relatie met het andere geslacht".
In de herfst van 1980 accepteerde Obama een uitnodiging van een vriend op Occidental, Mohammed Hasan Chandoo, om een appartement met twee slaapkamers te delen. Garrow schrijft dat Obama en Chandoo in het academisch jaar 1980-81 "de beste vrienden werden." "Marihuana werd door Hasan en Barry regelmatig, zij het misschien niet elke avond, als ontspanningsmiddel gebruikt," schrijft Garrow. Chandoo's vriendin gaf toe dat de groep af en toe cocaïne snoof. Op een gegeven moment probeerde hij ook paddo’s.
Hoewel Obama later toegaf drugs te hebben gebruikt, zei hij dat het minimaal was. Een aantal maanden voor de presidentsverkiezingen van 2008, publiceerde de New York Times deze kop: "Oude vrienden zeggen dat drugs een beperkte rol speelden in Obama's jonge leven." In het artikel stond dat Obama's vrienden zijn drugsgebruik wellicht hebben gebagatelliseerd om zijn reputatie te beschermen.
Dergelijk drugsgebruik verzwakt de geest en maakt iemand vatbaarder voor schadelijke geestelijke krachten. Werd die deur door deze activiteiten opengezet in het leven van de man die Amerika's president zou worden?
Transformatie in persoonlijkheid
Chandoo, een Pakistaan, identificeerde zichzelf als een marxist. Een andere vriend herinnerde zich dat hij "in die tijd zeer radicaal was." Tijdens het herfstsemester van 1981, werd Obama politiek actiever. Hij begon marxistische bijeenkomsten bij te wonen. Vrienden herinneren zich dat Obama "een nogal simplistische versie van de marxistische theorie beargumenteerde" en dat "hij gepassioneerd was over zijn standpunt." Obama en Chandoo richtten op de universiteit een afdeling op van "het Comité in Solidariteit met het Volk van El Salvador," een groep die de linkse oppositie van El Salvador steunde, die banden had met de communistische partij. Chandoo organiseerde ook een forum op de campus met een voormalige Pakistaanse rechter van het Hooggerechtshof en de verbannen stichter van de militante marxistische partij van Pakistan.
In Dromen van mijn vader (Dreams from My Father) beschrijft Obama een avond waarop zijn blanke vrienden beleefd maar zichtbaar ongemakkelijk waren op een feestje waar de meeste mensen zwart waren. Na die avond, schreef hij, "begon ik een nieuwe kaart van de wereld te zien, een die beangstigend was door zijn eenvoud, verstikkend in zijn implicaties. ... [h]ad elk onderscheid tussen goede en slechte blanken een verwaarloosbare betekenis. Je kon er zelfs niet zeker van zijn dat alles waarvan je aannam dat het een uitdrukking was van je zwarte, vrije zelf ... ook echt vrij door jou was gekozen. Op zijn best waren die dingen een toevlucht; op zijn slechtst een valkuil. Vanuit die gekmakende logica was het enige wat je als iets eigens kon zien het je terugtrekken in een steeds kleiner wordende spiraal van woede, totdat zwart zijn niets meer betekende dan het inzicht in je eigen machteloosheid, van je eigen nederlaag. En de ultieme ironie: als je je niet bij je nederlaag wilde neerleggen en uithaalde naar je cipiers, dan hadden ze daar een naam voor, een naam waarmee je evengoed werd opgesloten. Paranoïde. Militant. Gewelddadig. Nikker. De daaropvolgende maanden probeerde ik bewijzen voor deze nachtmerrievisie te vinden. [Ik haalde boeken uit de Bibliotheek – Baldwin, Ellison, Hughes, Wright, DuBois (en Malcolm X)] … in een poging de wereld zoals ik die aantrof te verzoenen met de termen van mijn geboorte."
Rond die tijd, schrijft Garrow, "realiseerde Obama zich ook dat het bier drinken, wiet roken en cocaïne snuiven dat Oxy [Occidental College], net als Punahou [Obama's voorbereidende middelbare school], hem bood, en dat zijn reputatie als 'hardcore feestbeest' bij sommige vrienden had gevestigd, onverenigbaar was met elke zelf-transformatie tot een meer serieuze student en persoon."
Obama besloot zichzelf om te vormen. Hij wilde een nieuwe start. Een vriend herinnerde zich dat Obama ergens heen wilde verhuizen waar hij "toegang zou hebben tot een zwarte culturele ervaring die ik eigenlijk niet echt ken".
Obama ging in 1982 naar Columbia University in New York City. Daar logeerde hij bij een vriend van Chandoo, Siddiqi. Garrow schrijft dat "Siddiqi ook getuige was van een 'transformatie' van de 'vrolijke ... gemoedelijke' Obama die hij 18 maanden eerder in South Pasadena had ontmoet, naar iemand die nu 'heel serieus en minder luchthartig' was."
In een interview jaren later, sprak Obama over zijn tijd op Columbia. Garrow schrijft dat zijn moeder hem gekscherend Gandhi noemde "vanwege zijn nieuwe ascetische leven, maar Barack ontkende niet dat hij 'doodserieus' was geworden tijdens die latere collegejaren."
Obama herinnerde zich: "Mensen nodigden me uit op feestjes, en ik zei: 'Waar heb je het over? We hebben een revolutie die dient te gebeuren.'"
Barack Obama voer nu een koers die hem naar de Democratische Partij, Chicago, de Senaat en het presidentschap zou leiden.
Intrede in de politiek
Na Columbia University verhuisde Obama naar Chicago, waar hij in de wereld van Community Organizing (samenlevingsopbouw) terechtkwam. Hij zocht naar een plek om erbij te horen en een identiteit voor zichzelf te creëren. Die zou hij in Chicago smeden. In 2007 schreef Ryan Lizza in een artikel voor de New Republic dat Obama "verlangde naar een ervaring die hem verbond met het tijdperk van de burgerrechten". Obama schreef in zijn autobiografie dat hij zijn lidmaatschap van de Afro-Amerikaanse gemeenschap "verdiende" "via opbouwwerk" en "gezamenlijke opoffering". Obama, schreef Lizza, "wilde lid worden van de club."
Obama begon kerkdiensten van dominee Jeremiah Wright bij te wonen. Tientallen jaren later zou zijn relatie met Wright een van de weinige uitdagingen worden waarmee hij in zijn politieke carrière zou worden geconfronteerd. Tijdens zijn presidentscampagne in 2008 doken op het internet fragmenten van Wrights preken op. Deze tonen Wrights woede en verontwaardiging ("Racisme is de Amerikaanse manier!") tijdens zijn godslasterlijke, op complottheorieën gebaseerde betogen ("De regering loog over het uitvinden van het hiv-virus als een middel om genocide op gekleurde mensen te plegen"), gehuld in spirituele taal ("Jezus was een arme zwarte man ... die leefde in een cultuur bestuurd door rijke blanken!"). In deze clips worden Wrights meest lasterlijke uitspraken beantwoord door zeer enthousiast gejuich van zijn gemeente.
Barack Obama hield vol dat hij Wright die dingen nooit heeft horen zeggen. Maar hij ging 20 jaar lang naar de antisemitische, anti-blanke kerk van deze man. Twee decennia lang zat hij in de kerk van Wright en hoorde hem kwaadaardige haat jegens dit land uiten. Ze hadden een hechte relatie. Obama noemde een van zijn boeken The Audacity of Hope, naar een van Wright's preken.
Helaas hebben de pers en een groot deel van het Amerikaanse publiek dit ontstellende waarschuwingsteken bereidwillig over het hoofd gezien. Het is alsof zij in een roes verkeerden, onbezorgd over het feit dat Obama's wereldbeeld werd gevormd door enkele van de meest radicale en racistische denkers in Amerika!
Toen Obama in Chicago was, leerde hij de organisatietechnieken van Saul Alinsky kennen. In zijn boek Dat hoef je niet te nemen! (Rules for Radicals) prees Alinsky Lucifer als de "eerste radicaal bekend aan de mensheid, die tegen de gevestigde orde rebelleerde en dat zo effectief deed dat hij er in ieder geval zijn eigen koninkrijk aan overhield." Obama heeft Alinsky nooit persoonlijk ontmoet, maar hij werd opgeleid door enkele van Alinsky's naaste volgelingen.
"Alinsky was al meer dan tien jaar dood toen Obama in Chicago aankwam, maar zijn nalatenschap was nog springlevend," schreef Lizza over Obama's band met de man. "Mike Kruglik, Gerald Kellman en Gregory Galluzzo hadden allemaal zijn lessen bestudeerd via de Industrial Areas Foundation (iaf), het georganiseerde netwerk dat Alinsky had opgericht. Tegen de jaren '80 hield zelfs de iaf zich niet meer strikt aan elk principe dat Alinsky onderwees. Maar tenminste één van Obama's leraren beschouwde zichzelf als een ware gelovige: ‘Ik beschouw mezelf als de heilige Paulus die Jezus nooit persoonlijk ontmoet heeft,’ vertelde Galluzzo me over Alinsky, die stierf kort nadat Galluzzo in 1972 naar Chicago was gekomen op een pelgrimstocht om hem te ontmoeten. ‘Ik ben zijn beste leerling.’"
Galluzzo was een van de drie mannen die Obama leerde over samenlevingsopbouw.
Na Chicago vertrok Obama naar Harvard. Maar, zoals Lizza opmerkte, Obama "hield een voet in de wereld van het organiseren." Obama reisde naar Los Angeles om een cursus te volgen bij de iaf. Lizza schreef dat Obama na Harvard terugkeerde naar Chicago, waar hij "in het bestuur zat van zowel het Woods Fund als de Joyce Foundation, die ook subsidies geeft aan Alinsky-achtige groepen, en waar hij verderging met het geven van organisatieworkshops".
Na zijn studie aan de Universiteit van Chicago ging Obama de staatspolitiek in, eerst als senator in 1996 en vervolgens acht jaar in de Senaat van de Verenigde Staten. In slechts 12 jaar ging Obama van een weinig bekend staatspoliticus naar president van de Verenigde Staten van Amerika. Weinig politici maken zo snel carrière in de politiek.
Gedurende Obama's politieke carrière sprak bijna niemand over deze schadelijke invloeden op zijn jeugd, zijn laatste ontmoeting met Frank die de aarde onder zijn voeten deed schudden, zijn tijd op Occidental in Pasadena, zijn nieuwe doelgerichtheid, de verharding van zijn rassenagenda en zijn transformatie tot revolutionair. Ze hebben over het hoofd gezien hoe deze factoren Barack Obama's kijk op deze natie hebben beïnvloed. En ze slaagden er niet in deze feiten te verbinden met zijn uitspraak tijdens een bijeenkomst op 30 oktober 2008, vlak voor de presidentsverkiezingen van 2008: "We zijn nog vijf dagen verwijderd van een fundamentele transformatie van de Verenigde Staten van Amerika."
Barack Obama wilde de natie fundamenteel veranderen omdat hij het niet eens was met haar grondbeginselen. Hij geloofde dat de grondwet was gemaakt door rijke blanken voor rijke blanken en dat blanken van alle anderen hebben gestolen. Hij stond zeer sympathiek tegenover een ideologie die rechtstreeks, zelfs gewelddadig, ingaat tegen de constitutionele regering van Amerika: het communisme.
Fundamentele transformatie
Als president streefde Obama met passie zijn ambitie na om Amerika te veranderen. En hij was indrukwekkend succesvol.
Laten we beginnen met één voorbeeld. Veel mensen zeiden dat de verkiezing (en herverkiezing) van een zwarte man in de machtigste functie ter wereld de rassenproblemen van onze natie zou oplossen. Het tegendeel was het geval. Dat komt omdat Barack Obama die problemen actief heeft aangewakkerd.
President Obama maakte herhaaldelijk publiekelijk opmerkingen over raciaal geladen kwesties, opmerkingen die het wantrouwen van de mensen tegenover de politie deden toenemen en het vertrouwen in het rechtssysteem deden afbrokkelen. Hij zei dingen die aantoonbaar onjuist waren, maar die racistische radicalen in de kaart speelden.2 Op een bepaald moment zei Obama dat racisme deel uitmaakt van het DNA van Amerika. Dat betekent dat het land onherstelbaar racistisch is. Zo'n ongegronde beschuldiging is satanisch tot in de kern! Satan gebruikt ras als wapen om mensen te verdelen. God ziet geen enkel ras als superieur of inferieur; Hij maakte alle rassen en heeft een transcendent potentieel in petto voor alle mensen!
In het Amerika van na Obama hebben de reguliere media en radicale Democraten het er voortdurend over dat Republikeinen en gewone Amerikanen racistisch zijn. In bijna alle gevallen liegen ze en weten ze ook dat ze liegen. Radicalen moedigen racisme tegen blanken aan door blanke studenten – zelfs basisschoolkinderen – te leren denken dat zij inferieur zijn aan zwarten, Latino's en alle andere gekleurde mensen. We horen vaak racistische opmerkingen op televisie en radio. Een zwarte tv-commentator op NBC zei: "Dit is geen land voor jonge zwarte mannen!" Zulke lelijke, racistische opmerkingen vullen het land met haat en verdeeldheid, wat tot geweld en rassenoorlog zal leiden. Deze commentatoren weten ofwel niet waar ze mee bezig zijn, of ze willen graag een rassenoorlog. Zeker is dat sommige extremisten dat willen. Bijbelprofetie vertelt ons dat ze hun zin zullen krijgen.
Dit is maar één voorbeeld van de manier waarop Barack Obama Amerika heeft veranderd. Er zijn er veel meer.
De regering-Obama heeft op bedrieglijke wijze de Affordable Care Act doorgedrukt, een destructief stuk wetgeving dat de staatsschuld heeft doen toenemen en Amerika nog meer tot een socialistische staat heeft gemaakt. Het gaf de Internal Revenue Service (belastingdienst) toestemming om conservatieve groepen illegaal doelwit te maken van audits, beslaglegging op bankrekeningen, surveilleren en andere vormen van intimidatie. Dit was een van de vele manieren waarop, onder Obama, federale instellingen werden gepolitiseerd en bewapend. In latere hoofdstukken in dit boek wordt in detail beschreven hoe dit gevaarlijke proces zich met name onmiskenbaar afspeelde bij het Federal Bureau of Investigation, de Central Intelligence Agency en andere inlichtingendiensten. President Obama gebruikte deze en andere federale instellingen om Amerikaanse senatoren en vertegenwoordigers, journalisten, politieke campagnes en miljoenen gewone Amerikanen te bespioneren. Deze acties hebben de rechtsstaat ernstig uitgehold, de grondwettelijke bescherming van het Amerikaanse volk ondermijnd en het land dramatisch in de richting van tirannie geduwd.
De regering-Obama heeft even grote "fundamentele veranderingen" in het buitenlands beleid van Amerika doorgevoerd. In 2009 bezocht president Obama Caïro en hield hij een toespraak om zich met Iran te verzoenen. Hij zei dat niemand het recht had om deze terreur-sponsorende natie kernwapens te ontzeggen. Deze toespraak hielp bij het uitlokken van een islamitische volksopstand tegen de Egyptische president Hosni Mubarak (een goede vriend van Israël), die de Moslimbroederschap aan de macht bracht, en de regering-Obama steunde. Vervolgens negeerde zijn regering de volksopstand in Iran, waardoor de radicale moellahs in het land dat de grootste terreursponsor ter wereld is, sterker werden. Daarna onderhandelde hij over een groteske nucleaire deal met de Iraanse leiders, waardoor Iraanse spionnen werden vrijgelaten, Iran overspoeld werd met geld en een levensader werd gecreëerd voor de voortzetting van nucleaire activiteiten. En toen een jihadistische bende de Amerikaanse ambassade in Benghazi, Libië, aanviel op de verjaardag van 9/11 in 2012, en terroristen een ambassadeur en drie andere Amerikanen doodden, gaven Obama-functionarissen onze mensen op beschamende wijze opdracht om zich terug te trekken. Vervolgens probeerden zij de schuld van de moorden weg te schuiven van de moordenaars en verontschuldigden zij zich voor het feit dat Amerika de aanval zogenaamd had uitgelokt.3
Bij verschillende gelegenheden heeft Obama Groot-Brittannië beledigd en zich vijandig opgesteld tegenover de Joodse staat. Toch herstelde hij de diplomatieke banden met Cuba, waarmee hij de communistische regering van Cuba redde en machtige vijanden op minder dan 100 mijl afstand een weg bood om Amerika onder druk te zetten en te bedreigen. Hij steunde enthousiast internationale organisaties zoals de corrupte Wereldgezondheidsorganisatie (who) en de anti-Israël, anti-Amerikaanse Verenigde Naties. Hij nam gretig deel aan de klimaatakkoorden van Parijs, die Amerika's industrie en economie in een wurggreep hielden.
Zulke verderfelijke acties kenmerkten alles wat Barack Obama als president deed. In dit boek gaan we dieper in op een aantal ervan. Dit zijn de daden van een man en zijn bondgenoten die een natie, die hij als fundamenteel slecht beschouwde, "fundamenteel transformeerde".
Maar de waarheid is dat Barack Obama werd gebruikt als instrument door een geestelijk wezen met een nog veel grotere haat tegen Amerika.
De meeste mensen willen hier niet over praten, maar het is de waarheid, en alleen de waarheid zal ons vrij maken (Johannes 8:32).
Antiochus
De meeste mensen zeggen dat zij de Bijbel geloven. Ik wil u vragen na te denken over het voorbeeld in 1 Samuël 16:14 en 19:9-10 van koning Saul van Israël, die last had van een boze geest en probeerde de man te doden die God had uitgekozen om hem te vervangen.
Denkt u dat het mogelijk is dat een boze geest de koning van Israël kan beïnvloeden? Dat is al een aantal keren gebeurd.
De apostel Paulus deed een diepzinnige uitspraak in 2 Corinthiërs 2:11. Hij zei dat we ons maar beter bewust kunnen zijn van de listen van de duivel, anders worden we zijn slachtoffers.
De duivel is echt. De duivel leeft! Mensen spotten, maar ze zullen niet lang spotten. Zij zullen spoedig beseffen hoe onwetend zij waren over Satans listen en bedrog.
Vele historische en profetische Bijbelpassages laten zien hoe Satan via mensen werkt, vooral via mannen in machtsposities. Een verbluffend en gedetailleerd voorbeeld staat in het achtste hoofdstuk van het boek Daniël.
Daniëls profetie is specifiek voor deze eindtijd – en voor geen andere tijd (Daniël 12:4, 9). Het laatste deel van Daniël 8:17 luidt: "Begrijp, mensenkind, dat het visioen betrekking heeft op de tijd van het einde" (Herziene Statenvertaling). In vers 26 zegt God tegen Daniël dat hij het visioen moet verzegelen, "want het heeft betrekking op de verre toekomst" (Moffatt). Veel van de gebeurtenissen die in dit hoofdstuk worden beschreven, werden in type vervuld in de eeuwen nadat Daniël ze in 550 v. Chr. optekende. Maar zelfs die gebeurtenissen wijzen naar de primaire vervulling van deze profetie, die plaatsvindt in de eindtijd, de laatste jaren van het tijdperk van de mens, vlak voor de Wederkomst van Jezus Christus.
Beginnend in vers 9 is een profetie over een "kleine hoorn" die opkwam uit een van de vier divisies van het Griekse Rijk. Vrijwel alle commentaren zijn het erover eens dat dit een profetie was van Antiochus IV Epiphanes, een bedrieglijke, boosaardige Seleucidische koning die in 176 v. Chr. via bedrog en vleierij de heerschappij in Palestina verkreeg.
Terwijl volken in andere gebieden hun godsdienst mochten behouden, vernietigde Antiochus op wraakzuchtige wijze vele Joodse mannen, vrouwen en kinderen, en probeerde hij het Joodse geloof te vernietigen. Hij roofde de tempel, richtte er een heidens altaar en een afgodsbeeld van zichzelf in op, vermoordde tienduizenden Joden in Jeruzalem of maakte hen tot slaven, en verbrandde en verwoestte een groot deel van de stad.
Deze man was duidelijk zwaar beïnvloed, zo niet bezeten door de duivel, die hem gebruikte voor schokkend destructieve doeleinden. We zullen later in het boek dieper ingaan op dit historische voorbeeld.
Commentaren erkennen dat Daniëls profetie werd vervuld in de tweede eeuw v. Chr. Wat zij niet begrijpen is dat deze "kleine hoorn"-profetie ook een eindtijdvervulling heeft, en dat is het meest belangrijk. Nogmaals, Daniëls profetie is voor de eindtijd – onze huidige tijd.
De eindtijdvervulling van deze profetie is gedetailleerd en significant, en ik leg het uit in mijn boekjes Daniel-Unsealed at Last! en Daniel Unlocks Revelation (vraag uw gratis exemplaren aan). Deze profetie spreekt uiteindelijk over een leider in Europa die een angstaanjagend Europees rijk zal verenigen dat Amerika en de andere hedendaagse naties van Israël zal aanvallen.
Wat ik u in dit boek echter zal laten zien, is het bewijs dat Amerika van binnenuit werd geregeerd door een ander Antiochus-type. Acht jaar lang gebruikte deze man bedrog en vleierij terwijl hij het land saboteerde vanuit de top van onze eigen regering! Ik besef dat dit een explosieve bewering is, maar het bewijs is overvloedig. De profetie van Daniël geeft een buitengewoon inzicht in de politieke crisis van onze natie.
Ik waarschuwde al voor de heer Obama en zijn anti-Amerikaanse ambities voordat hij president werd in 2008. Tijdens zijn presidentschap heb ik uitgelegd dat hij een Antiochus-type was die streefde naar de vernietiging van onze constitutionele republiek. Dit was het hoofdthema van mijn veel kleinere boekje America Under Attack uit 2013.
Toen de heer Obama in januari 2017 het Witte Huis verliet, zeiden sommigen dat deze profetie niet uitgekomen was. Hij was geen president meer, en het leek erop dat hij weinig invloed had op de Amerikaanse politiek, vooral omdat zijn opvolger veel van zijn werk ongedaan probeerde te maken. Maar, zoals u in dit boek zult lezen, de waarheid is dat deze Antiochus nooit het politieke toneel heeft verlaten. Zelfs nadat hij het Witte Huis had verlaten, bleef hij aan zijn agenda werken. En hij is nooit gestopt met het ondermijnen van Amerika.
Barack Obama kwam als een "engel van het licht", en miljoenen Amerikanen geloofden hem en geloven hem nog steeds. Maar was hij als president werkelijk de hoeder van Amerika's "democratische instellingen en tradities – zoals de rechtsstaat"? Liet hij de "instrumenten van onze democratie minstens zo sterk achter als [hij] ze aantrof"?
Hij deed precies het tegenovergestelde. Focus op zijn daden. Kijk naar zijn vruchten. Iedereen moet in staat zijn om de "engelachtige" listen te doorzien en de echte kracht erachter te herkennen.
Vervolgd op: Aanval op de wet.