ISTOCK.COM/FROZENSHUTTER
Amerika heeft zijn laatste oorlog gewonnen
De Verenigde Staten van Amerika voert al twee decennia lang een oorlog tegen terrorisme. Amerikaans bloed en rijkdom zonk neer in de zandvlakten van Irak, de steden van Afghanistan, de bergen van Jemen, de kusten van Libië, de wildernis van Pakistan, en de wateren rondom de Hoorn van Afrika. Er zijn geen tekenen dat Amerika deze oorlog ooit tot een succesvol eind zal leiden.
Sommige waarnemers vragen zich nu openlijk af of Amerika, bijna drie decennia lang de enige supermacht van de wereld, ooit nog een oorlog zal winnen.
Opmerkelijk genoeg was er een nieuwslezer die vrijmoedig verkondigde dat Amerika zijn laatste oorlog al heeft gewonnen – in de jaren vijftig. Hij beweerde dat de Tweede Wereldoorlog de laatste militaire overwinning zou zijn voor de Verenigde Staten.
Vanaf zijn eerste uitgaven heeft de Philadelphia Trumpet aan die voorspelling vastgehouden. Het is een onaangename realiteit om onder ogen te zien, maar het is niettemin realiteit, en we zullen het onder ogen moeten zien.
Trots in de kracht van Amerika
Tijdens zijn 55-jaar durende dienaarschap vertelde Herbert W. Armstrong vaak het verhaal van een presidentiële campagnebijeenkomst van Woodrow Wilson die hij in 1916 bijwoonde. De heer Armstrong zei dat hij tijdens deze bijeenkomst vlakbij Theodore Roosevelt, de voorganger van president Wilson, stond.
Wilsons supporters zongen zijn campagneslagzin: “Hij hield ons uit de oorlog!”
Wilson had ervoor gezorgd dat Amerika maandenlang niet meedeed aan de Eerste Wereldoorlog. Hij had een reeks brieven geschreven aan de Duitse Keizer Wilhelm II waarin hij de Duitse leider smeekte om te stoppen met het laten zinken van Amerikaanse schepen en het schieten op Amerikanen.
Op dat moment tijdens de bijeenkomst hoorde dhr. Armstrong Roosevelt woorden uiten die hem altijd zijn bijgebleven: “Ik was 7½ jaar president. Als ik nu de president zou zijn, zou ik de keizer maar één brief schrijven – en hij zou zeker weten dat ik het meende!”
Roosevelt beschreef vervolgens hoe hij een brief aan de keizer had gestuurd, toen een Duits slagschip op weg was naar de Filipijnen, dat destijds eigendom was van de Verenigde Staten.
“Ik heb een brief aan de keizer gestuurd waarin ik eiste dat hij zijn slagschip onmiddellijk rechtsomkeer liet maken!” zei hij. “De keizer deed niets. Onmiddellijk stuurde ik een tweede brief. Maar deze tweede brief stuurde ik niet naar de keizer. Ik stuurde hem naar Admiraal Dewey, die de leiding had over de Amerikaanse vloot in de Stille Oceaan. Mijn brief gaf Dewey de opdracht met volle kracht vooruit te stomen richting het Duitse slagschip, eenmaal over haar heen te schieten en haar de opdracht te geven rechtsomkeer te maken. ‘En als ze dat niet doet, laat haar dan zinken!” stond op mijn brief. De keizer heeft geleerd dat ik het serieus meende!”
Dhr. Armstrong gebruikte het contrast tussen deze twee leiders om te laten zien dat veel van Amerika’s naoorlogse leiders van Wilsons zwakke soort waren en dat maar weinigen het soort trots in de kracht van Amerika hadden die door Theodore Roosevelt werd belichaamd.
Later gebruikte Dhr. Armstrong dat voorbeeld na de Tweede Wereldoorlog om te laten zien dat de VS de wil om zijn macht te gebruiken was kwijtgeraakt. Dit was niet vanuit een verlangen naar Amerikaanse zwakheid – integendeel. Het was gewoon een uitspraak met betreurenswaardige realiteit. Dhr. Armstrong wist dat dit waar was vanwege belangrijke Bijbelse profetieën. Gevoed door dat begrip profeteerde de heer Armstrong kort na WO2 dat de Verenigde Staten zijn (haar?) laatste oorlog had gewonnen.
Korea en Cuba
Na de overwinning in de Tweede Wereldoorlog was de Koreaanse oorlog de eerste in een lange reeks “niet-overwinningen” voor de Verenigde Staten. Toen de vijandigheden uitbraken in 1950 gaf president Harry Truman het bevel over de Amerikaanse troepen aan de WO2-held generaal Douglas MacArthur. Vanaf het begin stond het Douglas MacArthur vrij om de 38e breedtegraad over te steken en Noord-Korea binnen te vallen. Maar toen China’s communistische krijgsmacht de kant van de vijand versterkte, wankelden de troepen van de VS. MacArthur drong er bij Washington op aan een volledige aanval op China goed te keuren, en zei tegen een Congreslid: “Er is geen vervanging voor een overwinning”. Maar zijn pleidooi was tegen dovemansoren gericht. Truman ontsloeg MacArthur in 1951 en de oorlog eindigde uiteindelijk in een patstelling, met aan beide zijden enorme aantallen slachtoffers.
De Koreaanse Oorlog maakte een einde aan de carrière van Amerika’s laatste grote generaal. Het markeerde ook het begin van een nieuw tijdperk in de Amerikaanse gevechtsstrategie: beperkte oorlogsvoering.
Het incident bij de Varkensbaai was een goed voorbeeld van deze nieuwe strategie. President John F. Kennedy gaf de aanzet tot deze politiek-militaire ramp. Meer dan 1400 Cubaanse ballingen getraind door de CIA landden in 1961 aan de kust van Cuba in de hoop een volksopstand teweeg te brengen. Maar zonder Amerikaanse marine- en luchtsteun werd de opstand gemakkelijk door Castro’s troepen neergeslagen. Bijna alle door de VS-aangestuurde indringers werden gedood of stierven later in de gevangenissen van Castro.
Na het Varkensbaai-fiasco schreef dhr. Armstrong in De Echte Waarheid van januari 1963 dat de VS Castro en het communisme uit Cuba had moeten verdrijven. Omdat dit niet gebeurd was stelde de heer Armstrong de vraag: “Zal de VS ontdekken dat nu ze Castro en het goddeloze communisme op de Amerikaanse drempel hebben achtergelaten, dit ons allerlei problemen en intimidatie zal blijven opleveren?”
De decennia die erop volgden hebben laten zien dat dit inderdaad zo was.
Dhr. Armstong legde de schuld niet bij het Amerikaanse leger, of zelfs bij president Kennedy, maar bij het Amerikaanse volk. Hij schreef in De Echte Waarheid van oktober 1961 dat “tenzij of totdat de VS als geheel zich bekeert en terugkeert naar wat nu een holle leuze op zijn dollarbiljet is geworden: ‘Wij vertrouwen in God,’ de VS zijn laatste oorlog heeft gewonnen!”
Dat zei ik toen we niet konden winnen in Korea! … Ik zeg het opnieuw nu de regering van de VS dit Cuba-fiasco heeft ondersteund – de president gaf het “akkoord” – en God, de God die Amerika heeft verlaten, gaf het zijn meest vernederende nederlaag! Wat betekent dit Cubaanse debacle? Het betekent, meneer en mevrouw Verenigde Staten, dat het een teken aan de wand is!
Dat waren krachtige woorden. Toch werd het volle gewicht en de kracht ervan pas duidelijk toen de VS betrokken raakte bij het volgende grote conflict.
Het Vietnam spektakel
Al in November 1961 informeerde De Echte waarheid de lezers dat de VS “vrijwel zeker” een belangrijk gevecht in Vietnam zou moeten voeren. En inderdaad, in 1964 begon Amerika daar troepen naartoe te sturen.
Verschillende analisten realiseerden zich destijds dat er een oorlog in Vietnam op handen was, maar alleen dhr. Armstrong wist met absolute vertrouwen hoe het zou aflopen. In april 1965, slechts enkele maanden nadat de vijandigheden waren uitgebroken, verscheen deze kop in De Echte waarheid: “Waarom de Verenigde Staten de Vietnamoorlog niet kan winnen!”
In het artikel stond:
De VS doet er alles aan om niet te winnen in Vietnam! … De overleden generaal Douglas MacArthur zei ooit dat als een land een gevecht niet aangaat met de overwinning als doel, het al verslagen is voordat het begint. Hij had gelijk!
Vergis u niet – de VS en de andere landen die Zuid-Vietnam steunen zouden wel willen winnen. Maar zij zijn te bang om de acties te ondernemen die ervoor nodig zijn om te winnen.
En anderhalf jaar later, in De Echte Waarheid van januari 1967, schreef dhr. Armstrong:
De Verenigde Staten is niet aan het winnen. Toch is de oorlog tijdens 1966 veel intensiever geworden. De mensen zien geen resultaat. Men vergelijkt de omvang en macht van de Verenigde Staten met die van Noord-Vietnam – een klein land dat nauwelijks zo groot is als een van onze staten, zoals bijvoorbeeld Florida. Men kan niet begrijpen waarom de Verenigde Staten – de meest machtige militaire natie in de wereld – Noord-Vietnam niet kan verslaan.
De oorlog duurde nog acht jaar en eindigde met de val van Saigon, Zuid-Vietnam, in de handen van communistische troepen en met de schandelijke helikopterevacuaties van Amerikaanse functionarissen en Zuid-Vietnamezen, waaronder de nu beruchte beelden van tientallen mensen die zich verdrongen op het dak van de Amerikaanse ambassade. De val van Saigon maakte een eind aan de langste oorlog in de Amerikaanse geschiedenis, en het was de meest vernederende nederlaag van de natie. Historicus Paul Johnson noemde het een ‘ineenstorting van Amerikaanse macht’.
In die jaren besprak De Echte Waarheid regelmatig een andere slachtoffer van Vietnam: dat van de wereldwijde Amerikaanse eer. Dhr. Armstrong schreef in de uitgave van januari 1969:
Geen militaire natie kan een militaire macht inzetten door een nederlaag te accepteren bij een vijandige aanval, met het excuus dat we de levens van mannen wilden sparen die juist die levens opgeofferd hadden voor onze eer en vrijheid. … Hoeveel meer levens nog zullen verloren gaan in toekomstige gevechten omdat de vijanden nu gesterkt zijn door dit teken van zwakte en die verwachten makkelijk te overwinnen van een VS die te bang is om te vechten?
En inderdaad, de oorlog in Vietnam heeft de Amerikaanse reputatie als supermacht een enorme knauw gegeven. De Echte Waarheid wees hierop in februari 1978 en deed vervolgens deze verbluffende voorspelling:
De dagen waarin de militaire macht van de VS wordt gebruikt om te doen wat door Amerika als correct en juist wordt geacht zijn voorbij. … De invloed en het prestige van Amerika nemen snel af. De trots in onze kracht is gebroken. De tijd nadert snel dat de VS zo zwak en zo angstig voor zijn eigen schaduw is dat, zoals de profeet Ezechiël voorspelde, de trompet de oproep tot strijd zal blazen, maar niemand zal antwoorden (Ezechiël 7:14).
Wat er in de jaren die volgden gebeurde had niet nauwkeuriger omschreven kunnen worden.
Anti-oorlog tijdperk
Als de oorlog in Korea het begin markeerde van de strategie van beperkte oorlogsvoering, dan markeerde de Amerikaanse nederlaag in Vietnam het begin van een anti-oorlog strategie. Niets illustreert deze aversie tegen gevaar beter dan de gijzelaarscrisis in Iran.
In november 1979 bestormde een groep Iraanse revolutionairen de Amerikaanse ambassade in Teheran en nam 52 Amerikaanse stafleden gevangen. President Jimmy Carter eiste herhaaldelijk dat Teheran de gevangenen zou terugbrengen, maar Ayatollah Ruhollah Khomeini zei dat het loze woorden waren. “Carter heeft het lef niet om een militaire operatie aan te gaan,” hoonde Khomeini.
Carters enige teken van “kracht” was een reddingspoging in april 1980 waarbij militaire reddingswerkers naar Teheran vlogen, vervolgens de missie afbraken, en daarna met een helikopter op een transportvliegtuig knalden en neerstorten terwijl zij zich aan het voorbereiden waren om terug te keren naar hun basis. Dat liet de lichamen van acht Amerikaanse militairen brandend achter in de Iraanse woestijn. Televisiecamera’s zonden beelden uit van het verkoolde wrak zodat de details van nog een vernederende nederlaag voor iedereen te zien waren. Na deze mislukte reddingspoging hield Iran de grootste supermacht nog acht maanden op afstand.
Met meer conservatief leiderschap tijdens de jaren 1980 zou men kunnen beweren dat Amerika iets van de trots in zijn kracht terug had gewonnen. President Ronald Reagan zond troepen naar Grenada in 1983 om het communisme in West-Indië uit te roeien. In 1986 bombardeerde hij het militaire hoofdkantoor van Col. Muammar Qadhafi in Libië, als reactie op een terroristische daad. Deze kleine schermutselingen kwalificeren echter nauwelijks als beslissende militaire overwinningen voor de VS. (De bevolking van Genada is iets kleiner dan de stad Fargo in North Dakota.) Dit liet alleen maar een toenemend wapen-schuchter Amerika zien dat alleen bereid was om zijn militaire macht te gebruiken in kleine, relatief risicoloze conflicten.
Denk aan Libanon. In oktober 1983 ramde een Islamitische terrorist een vrachtwagen vol explosieven in de marinekazerne in Beiroet, waarbij 241 Amerikanen omkwamen. Vier maanden later trok president Reagan alle VS troepen terug, een stap die ervoor zorgde dat vrijwel de hele Libanees-christelijke machtsstructuur uiteen viel.
Na het fiasco van nog een gênante Amerikaanse aftocht herinnerde De Echte Waarheid zijn lezers aan wat het al decennia lang zei. De uitgave van november-december 1983 bevatte een artikel met de titel “Waarom Amerika zijn laatste oorlog gewonnen heeft.” Hierin werd dhr. Armstrongs boek De Verenigde Staten en Groot-Brittannië in de profetieën aangehaald: “De Verenigde Staten, hoewel nog in het bezit van weergaloze macht, is bang—vreest—die te gebruiken, precies zoals God zei.”
De “overwinning” in de Golfoorlog
Dhr. Armstrong stierf op 16 januari 1986. Operatie Desert Storm begon op 17 januari 1991. Als er ooit een conflict was dat de voorspelling van dhr. Armstrong zou kunnen ontkrachten, dan zou het wel de Perzische Golfoorlog zijn geweest. Zelfs de kerk waar dhr. Armstrong de leiding over had wees naar deze oorlog als rechtvaardiging om afstand te nemen van de voorspelling “Amerika heeft zijn laatste oorlog gewonnen.” In een brief van 25 maart 1991 aan aanhangers van de kerk verklaarde de opvolger van dhr. Armstrong botweg: “We hadden het mis.”
Maar op dat moment was de Philadelphia Trumpet al op het toneel. Wij hielden vast aan de voorspellingen van dhr. Armstrong. De voorpagina van onze uitgave in mei 1991 las: “Amerika heeft zijn laatste oorlog gewonnen.” Dit was kort nadat de Golfoorlog was geëindigd.
Na een korte grondinvasie claimde de regering van George H.W. Bush de overwinning in de oorlog. Maar Trumpet redacteur Gerald Flurry daagde die beoordeling uit. Het is waar dat tot 1991 de wereld nog nooit zo’n geweldig vertoon van technologisch geavanceerde vuurkracht gezien had. Maar ondanks dit vertoon van macht, was de Perzische Golfoorlog er echter niet een “die de wil van de VS op de proef stelde” schreef hij.
“De waarheid is dat we een strijd in Koeweit hebben gewonnen. Maar we hebben geen oorlog gewonnen. De klus werd niet afgemaakt,” schreef dhr. Flurry. “Saddam Hussein heeft nog steeds de macht – zelfs nog sterker in sommige opzichten – en heeft van Irak een slagveld gemaakt. Is dat niet een teken dat wij de oorlog niet hebben gewonnen? Dat het ons ontbreekt aan de wil om te winnen zoals in Leviticus 26:19 staat?” Wat de VS deed was in wezen een enorm probleem voor zich uit schuiven. “Dit zal president Bush en Amerika waarschijnlijk voor de rest van ons leven blijven plagen en achtervolgen!” schreef hij. Een blik op de duistere chaos in het Irak van vandaag laat zien dat die voorspelling opmerkelijk nauwkeurig was.
Dhr. Flurry was het meest kritisch over hoe, nadat zij de Koerden en Sjiieten had aangemoedigd op te staan tegen Saddam Hussein, de Bush-regering hen in de steek liet. Hussein ging vervolgens opnieuw verder met zijn moorddadige rooftocht tegen deze volken, waardoor een humanitaire ramp werd veroorzaakt. Dhr. Flurry noemde dit “het grootste verraad in de geschiedenis van de VS”. “De ‘nieuwe wereldorde’ van President Bush heeft grote schande over de geschiedenis van onze natie gebracht!” schreef hij. “Amerikaanse leiders zeggen dat de VS geen mandaat heeft om in te grijpen in Irak voor de vluchtelingen. Deze uitspraak alleen al laat zien dat het ons ontbreekt aan de wil om onze macht voor een rechtvaardige zaak te gebruiken. En als de Irakese vluchtelingencrisis al geen rechtvaardige zaak is, dan is niets dat!”
De volgende uitspraak – die dhr. Flurry meer dan twee decennia geleden schreef – vat op krachtige manier de schroom samen die het buitenlandse beleid van Amerika in de afgelopen decennia heeft doordrenkt, niet alleen in Irak, maar ook in Afghanistan, Oekraïne en verder: “Amerika is nog steeds bang om in Irak in een burgeroorlog van het Vietnam-type verzand te raken. Zelfs nadat ze bijna weerloos tegen ons waren! Dat komt omdat God de trots op onze kracht heeft gebroken – onze wil om te winnen! … Amerika moet leren zien dat het onder een vloek van God is en zich van zijn zonden bekeren.”
Het feit dat de Amerikaanse acties in de Golfoorlog van 1991 de Koerden en Sjiieten hebben verraden en Sadam Hussein aan de macht lieten om door te gaan met het afslachten van Amerikaanse bondgenoten, toont aan dat de uitkomst van dit conflict, in het beste geval, een nieuwe patstelling was voor de Verenigde Staten.
De oorlog tegen terreur
Op 11 september 2001 beleefde de VS de dodelijkste aanval op Amerikaanse bodem sinds Pearl Harbor. Islamitische terroristen doodden bijna 3000 mensen en stortten de VS in een complete oorlog.
Vanaf het begin was deze oorlog gedoemd te mislukken. Denk ten eerste aan de definitie die Amerika eraan gaf. Gevangen in een ideologie van beperkte oorlogsvoering en anti-oorlogsvoering, en ongemakkelijk met elke ongunstige afbeelding van Islam vanwege politieke correctheid, noemden de Amerikaanse leiders het een “oorlog tegen terreur”. Dat is verwarrend. Terreur is geen vijand, maar een tactiek. Het niet duidelijk identificeren van Islamitisch extremisme en haar belangrijkste sponsor-naties als de vijand is hetzelfde als dat men de Tweede Wereldoorlog zou definiëren als een “oorlog tegen blitzkrieg” om zo niet direct Duitsland te impliceren.
Het omschrijven van de “terroristische dreiging” als vaag, schaduwachtig, ongrijpbaar en alom aanwezig was ook misleidend. De dreiging komt voornamelijk van een aantal landen zoals Saoedi-Arabië en vooral Iran. Net zoals de plotselinge ineenstorting van de Sovjetunie een eind aan de communistisch dreiging maakte, zo zou het stoppen van staatssteun aan Islamitisch terrorisme vrijwel een einde maken aan het terrorisme.
Het probleem is dat Iran bondgenoten heeft: voornamelijk Rusland en China. Afghanistan was zonder vrienden en machteloos – dus de VS koos het (of beter gezegd de Taliban) uit als eerste doel in de “oorlog tegen terreur”. In termen van bijdragen aan wereldwijd terrorisme was de Taliban onbeduidend in vergelijking met Iran, maar dat is het probleem waar je tegenaan loopt als je weigert om de vijand nauwkeurig te omschrijven.
De daaropvolgende aanval van Amerika op Irak (of beter gezegd Saddam Hussein) was nog problematischer. Deze aanval elimineerde Saddam, maar slaagde er niet in zijn regime te vervangen met een Amerikaanse bondgenoot die in staat was de toenemende dominantie van Iran in toom te houden.
Als gevolg van het falen van Amerika om de vijand op de juiste manier te definiëren, is de VS sinds 2001 niet in staat geweest om effectief Iran aan te vallen of zijn steun aan het terrorisme af te breken. De “oorlog tegen terreur” heeft Iran in feite aanzienlijk sterker achter gelaten.
De aanvallen van Hamas en Hezbollah die Israël en Libanon tot slagvelden hebben omgevormd zijn rechtstreeks door Iran geregisseerd, gefinancierd, bewapend en persoonlijk ondersteund. Iran test wapens die in staat zijn nucleaire ladingen te vervoeren en roept regelmatig op om Israël “van de kaart te vegen.” Toch probeerden de Verenigde Staten nog te praten en onderhandelen met de Islamitische Republiek – via de achterdeur tijdens de Clinton- en Bush-regering, en openlijk tijdens de Obama-regering. Ondertussen blijft Iran doorwerken aan het opbouwen van een kernwapenprogramma.
In de afgelopen jaren heeft Amerika zich teruggetrokken uit Afghanistan en Irak. Hiermee geeft het alle winst op die het tijdens de laatste twee decennia van oorlog had weten te bemachtigen, en overhandigt het deze naties aan een Iraans imperium.
De oorlogen in Afghanistan en Irak waren verre van overwinningen voor de VS. In Afghanistan maakt de Taliban een comeback en is de VS zelfs betrokken bij vredesbesprekingen met het regime dat het probeerde omver te werpen. Erger nog, de Taliban heeft grote delen van Pakistan overgenomen en daarmee het hele land in gevaar gebracht – inclusief zijn nucleaire arsenaal. Het was op 2 mei 2011 in Pakistan dat de VS-troepen Obama bin Laden, de leider van Al Qaeda en topterrorist op de Amerikaanse lijst van meest gewilde personen, vonden en executeerden. De dood van Bin Laden was voor velen misschien reden om te vieren, maar Bin Laden was alleen maar de leider van Al Qaeda, niet de leider van het wereldwijde terrorisme.
Sterker nog, in plaats van het winnen van de oorlog tegen terreur, is Amerika bezig Irak op te geven aan Iran, de ergste sponsor van terreur in de wereld!
“De machtigste [Moslim] natie in het Midden Oosten is Iran,” schreef dhr. Flurry in 1994 in een artikel met de titel “Staat Irak op het punt in Iraanse handen te vallen?”. “Kunt u zich voorstellen hoeveel macht zij zouden krijgen door de controle over Irak, het op één na grootste olieproducerende land in de wereld?”
Verre van het winnen van de oorlog tegen terreur, heeft Amerika paradoxaal genoeg geholpen bij het opbouwen van een terrorisme-sponserende supermacht!
Europa
Nog schandelijker was het Amerikaanse buitenlandse beleid in Europa. De talloze zwakheden hiervan zijn goed gedocumenteerd in zowel de Trompet als de De Echte Waarheid.
Vier jaar na het einde van de Tweede Wereldoorlog schreef dhr. Armstrong: “Maar terwijl de vertrouwensvolle en goedgelovige Uncle Sam, nooit in staat meer dan één vijand tegelijk te zien, zich druk maakte over Rusland, maakte de echte bedreiging – ondergronds – duivelse en snelle vorderingen in Europa!” (De Echte Waarheid, november 1949). In De Echte Waarheid van juni 1952 vergeleek dhr. Armstrong het stuntelige buitenlandse beleid van Amerika in Europa met het creëren van een Frankenstein-monster dat zich uiteindelijk tegen zijn meester zal keren.
Gerald Flurry gebruikte dezelfde analogie in de Trumpet van september-oktober 1995. Hij schreef hoe de VS zich in 1991 fel verzette tegen het erkennen van de van Joegoslavië afgescheiden republieken Slovenië en Kroatië. Maar onder druk van de Duitsers gaf de VS uiteindelijk toe en gaf zijn stilzwijgende goedkeuring. De erkenning van die twee landen door Amerika was de vonk die in de jaren negentig een opeenvolging van oorlogen in de Balkan ontstak.
Kroatië koos tijdens WO2 de kant van de Nazi’s. De Kroatische leider die in 1991 Duitsland steunde, Franjo Tudjman, stond zelf goed gedocumenteerd als Nazi-sympathisant. Toen de oorlog uitbrak begon Kroatië zijn grondgebied te ontdoen van het Servische volk. Carl Bildt, voormalig bemiddelaar van de Europese Gemeenschap in de Balkan, noemde het de “meest efficiënte etnische zuivering die we op de Balkan hebben gezien.”
Amerika gaf zijn volledige steun aan de verkeerde kant – en maar weinig commentatoren, behalve de Trumpet, zeiden er iets over.
De Trumpet toetert deze waarschuwing al vele jaren. Tijdens de oorlog in Kosovo hebben we een verdere afbraak in de Amerikaanse wil blootgelegd: “Gezien het schijnbare gebrek aan wilskracht om zijn militaire macht effectief in te zetten en daadwerkelijk een overwinning te behalen [voor de goede kant] in zijn verschillende militaire avonturen in de afgelopen jaren, waarom zou je dan überhaupt nog mankracht inzetten …?” (Trumpet, mei 1999). De door de VS gestuurde reeks bombardementen zal op lange termijn meer schade aan Amerika berokkenen dan het aan Servië heeft gedaan. Deze trend waarbij Amerika vaak de verkeerde kant ondersteunt, zal op rampzalige wijze eindigen.
Tegen de tijd dat de Oekraïne-crisis uitbrak in 2014 was de gebroken wil van Amerika voor de hele wereld duidelijk zichtbaar. Begin jaren ’90 had Oekraïne een van de meest geavanceerde kernwapenarsenalen in de wereld; met zo’n 5000 wapen was het de derde grootste op de planeet. Maar dat veranderde in 1994 toen het land een overeenkomst sloot met de VS, het Verenigd Koninkrijk en Rusland. Oekraïne stemde toe om zijn kernwapens op te geven in ruil voor een belofte van deze landen om zijn territoriale integriteit te waarborgen.
Artikel 1 van het Memorandum van Boedapest luidt: “De Verenigde Staten van Amerika, De Russische Federatie en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland bevestigen opnieuw hun toezegging aan Oekraïne … om de onafhankelijkheid en soevereiniteit en de bestaande grenzen van Oekraïne te respecteren.” Die “bestaande grenzen” omvatten het Oekraïense schiereiland de Krim en zijn oosterse gebieden Donetsk en Loehansk.
Toen Rusland de Krim annexeerde in het voorjaar van 2014 en er actief aan werkte om de twee andere regio’s te destabiliseren, was dit een directe overtreding van deze overeenkomst. En door geen mankracht in te zetten tegen Rusland slaagde de VS er niet in de intentie van zijn belofte na te komen. Kernvrij Oekraïne is nu weerloos en bevindt zich midden in een burgeroorlog.
Dus had dhr. Armstrong gelijk toen hij na WO2 verklaarde “Amerika heeft zijn laatste oorlog gewonnen”? Kijk van Korea naar Cuba naar Vietnam naar Iran naar Libanon naar Somalië naar Kosovo naar Irak naar Afghanistan naar Oekraïne en het antwoord is duidelijk.
Zegeningen en vloeken
Er is een reden waarom dhr. Armstrong na de Tweede Wereldoorlog correct voorspelde dat Amerika de wil om zijn macht te gebruiken zou verliezen en nooit meer een oorlog zou winnen. Hij wist dat toen God in Leviticus 26:19 dreigde om “de trots op uw kracht” te breken, Hij voornamelijk verwees naar Brittannië en de Verenigde Staten in deze huidige tijd.
De ironie is dat dezelfde God die beloofde onze trots te breken ook Degene is die ons deze enorme kracht in de eerste plaats heeft gegeven. God heeft Amerika gezegend met ongekende materiële rijkdom omdat Hij die rijkdom, onvoorwaardelijk, aan Abrahams nageslacht had beloofd. Dit deed hij vanwege Abrahams gehoorzaamheid aan Gods wetten. Dat is de reden waarom onze volken, tot aan WO2, zo gezegend waren. Dat is de reden waarom Amerika zelden een conflict verloor tijdens beide wereldoorlogen. (Dit alles wordt uitvoerig uitgelegd in dhr. Armstrongs boek De Verenigde Staten en Groot-Brittannië in de profetieën . Lees dit meesterlijke boek online, download het, of vraag een gedrukt exemplaar aan en we zullen het u graag gratis toesturen.)
Maar vanwege ongebreidelde zonden en ongehoorzaamheid aan Zijn wet, verandert God nu die zegeningen in vloeken. God gaf ons al het denkbare goed, maar wat hebben we met die zegeningen gedaan? Laat dhr. Armstrong dit uitleggen: “Net als Rome zijn we dik en welvarend en lui geworden. … We zijn het rijkst, in vergelijking met andere landen, en worden in snel tempo lui en zwak, op zoek naar luxe en plezier, en opwinding, luiheid en gemak, naar arbeidsbesparende, makkelijk bedienbare apparaten en gadgets” (De Echte Waarheid, 1956). Dit geldt vandaag nog veel meer dan in 1956!
Maar vanwege ongebreidelde zonden en ongehoorzaamheid aan Zijn wet, verandert God nu die zegeningen in vloeken. God gaf ons al het denkbare goed, maar wat hebben we met die zegeningen gedaan?
Te midden van al deze materiële welvaart zijn wij God vergeten. Sterker nog, we zien toenemende voorbeelden van actieve, opzettelijke, kwaadwillige vijandigheid tegen God – een beweging om God systematisch uit het publieke leven te bannen – om goddeloosheid als staatreligie in te stellen! Zelfs in gevallen waarin God een symbolische vermelding krijgt, wordt Hij nooit erkent als wetgever, of zelfs als morele autoriteit. In de moderne maatschappij voelen wij ons alleen verantwoordelijk voor onszelf.
Dit is de reden waarom God de volken van Brittannië en de VS nu vervloekt. De reeks militair-politieke nederlagen van Amerika sinds WO2 vormt onthutsend, betreurenswaardig, onweerlegbaar bewijs van die vloeken! Amerika heeft inderdaad zijn laatste oorlog gewonnen. Die uitspraak klopte in 1950 – en hij klopt nu nog steeds.
Onze immense welvaart samen met onze gebroken wil vormt een gevaarlijke combinatie. Zoals dhr. Armstrong schreef in De Echte Waarheid van juni 1954, hebben agressieve naties hun zinnen op die welvaart gezet. Het zien van onze zwakheid en onwil om onze macht te gebruiken vergroot alleen maar het verlangen van deze agressieve naties om die welvaart in te nemen – zodra ze sterk genoeg zijn dit te doen.
Dat zal gebeuren – en veel sneller dan u waarschijnlijk denkt. Dat is wat dhr. Armstrong voorzag.
Dhr. Armstrong concludeerde een artikel in De Echte Waarheid van oktober 1954 met deze woorden:
Hoe een Amerikaan – elke Engelstalige erfgenaam van Gods beste materiële zegeningen – in het licht van zulke verbazingwekkende, overweldigende vervulling van profetie – zo’n ontzagwekkende demonstratie van de kracht en macht en trouw van de Almachtige God – deze zegeningen kan accepteren en er deel aan kan hebben, vervolgens Gods waarschuwing dat onze zonden aan het toenemen zijn kan negeren, of niet op zijn knieën gaat voor de grote Almachtige, en zich bekeert, en in een hartverscheurend gebed bemiddelt voor al de Israëlitische naties, en op elke manier helpt die hij kan om ons volk te waarschuwen voor het dreigend gevaar, lijkt onmogelijk te begrijpen.
God waarschuwt ons door profetie dat onze zonden snel toenemen. En nu is de dag van afrekening gekomen! Het buitenlandse zwaard heeft ons al aangevallen. In dit angstwekkend geweldige atoomtijdperk zal WO3 beginnen met atoombommen die tot ontploffing worden gebracht in [steden zoals] Londen, Birmingham, Manchester, Liverpool, New York, Washington, Philadelphia, Detroit, Chicago, Pittsburgh – zonder waarschuwing!
God helpe onze naties om wakker te worden voor het te laat is!
De Verenigde Staten werd geboren en in stand gehouden door goddelijke wonderen. In plaats van op God te blijven vertrouwen heeft het Amerikaanse volk er echter voor gekozen op zichzelf te vertrouwen. Zij hebben zich afgekeerd van de God die hen zo rijkelijk heeft gezegend. Als gevolg daarvan is God ermee gestopt Amerika wonderbaarlijke overwinningen te geven – en heeft daadwerkelijk de trots in de Amerikaanse kracht gebroken.